Nu de politiek belangrijke knopen heeft doorgehakt, zijn sociale partners en pensioenfondsen aan zet. Zij moeten blijven luisteren naar tegengeluiden van degenen die niet aan tafel zitten, aldus Adri van der Wurff. Zo voorkomen ze grote missers.
Een juriste zegt tegen haar directie dat er een onbegrijpelijke en ernstige fout in de uitvoering wordt gemaakt. Haar memo wordt besproken, wordt genegeerd, raakt telkens zoek en zij wordt op een zijspoor gezet. In een interview met De Volkskrant vertelt Sandra Palmen het verhaal over haar belevenissen bij de Belastingdienst in de Toeslagenaffaire.
In het Groningen-dossier zijn ook enkele schrijnende voorbeelden te vinden. Laten we er voor het gemak van uitgaan dat dergelijke bestuurlijke blamages niet voorkomen in de pensioensector. Maar dan nog blijft de vraag hoe de sector voldoende tegenspraak regelt en hoe zij er mee omgaat.
Pieter Omtzigt
De Belastingdienst en de ambtenarij gaan tegenspraak inbouwen nu duidelijk is geworden wat de consequenties zijn van het negeren daarvan, en van signalen dat het fout ging. Tweede-Kamerleden zie je soms, eventjes, iets beter luisteren naar Pieter Omtzigt, die de verpersoonlijking van het tegengeluid is geworden.
Maar een echte verbetering van de bestuurscultuur in Nederland lijkt nog niet aanstaande. Ook al zou je denken dat er na deze voorbeelden juist overal, continu en met veel meer aandacht naar tegenspraak wordt geluisterd, om te voorkomen dat een hele sector structureel verkeerde dingen doet en blijft doen.
In de pensioensector is het allemaal nog iets lastiger. Dat komt door het grote aantal betrokken partijen (sociale partners, Stichting van de Arbeid, SER, politiek, pensioenfondsen om er een paar te noemen) en omdat eventuele fouten in beleid en uitvoering soms pas na vele jaren hun effecten laten zien. Er is nog een complicerend kenmerk van de sector dat ze gemeen heeft met de politiek. De hoofdbesluiten komen tot stand na onderhandelingen tussen partijen met tegengestelde belangen: sociale partners en bestuurders in het fondsbestuur die zich vertegenwoordiger voelen van deelnemersgroepen.
Kritiek achteraf
Omdat die besluiten al door uitruil en compromisvorming tot stand zijn gekomen heeft geen van de betrokkenen zin om het resultaat bloot te stellen aan kritiek achteraf, en helemaal niet als die ook nog van buitenaf komt. Vandaar dat er een slot op een regeerakkoord zit en dat kritiek achteraf op het pensioenakkoord binnen de vakbeweging tot een royement kan leiden.
Nu we in de pensioensector aan de vooravond staan van een enorme stelselwijzing, is het op een goede manier omgaan met onwelgevallige tegenspraak belangrijker dan ooit. De hoofdvraag daarbij moet vooral zijn of alle belangen wel voldoende aan bod zijn gekomen, of er geen afspraken gemaakt zijn die om technische of andere redenen op de lange termijn onuitvoerbaar blijken of verkeerd uitpakken.
Elke bestuurder met een beetje ervaring heeft advocaat van de duivel spelen wel eens geleerd op een cursus of in de praktijk. Het organiseren en meewegen van tegenspraak is een belangrijk instrument om de kwaliteit van besluiten te verbeteren. Misschien is het daadwerkelijk ook al gebeurd, in de vertrouwelijkheid van het onderhandel- en besluitvormingsproces. Dat is dan mooi, want dan kan men latere kritiek makkelijk ondervangen. Maar ook dan moeten de onderhandelaars (regeringspartijen, sociale partners) open staan voor kritiek achteraf vanuit het bestuurlijke principe dat er ook altijd rekening moet worden gehouden met de belangen van degenen die niet aan tafel zaten.
Tolerantie
Het belang van zoveel mensen die zonder enige inspraak met de gevolgen van de stelselherziening geconfronteerd worden, pleit voor een veel grotere tolerantie voor interne en externe (onderbouwde) kritiek dan nu te zien is, in alle fasen van de besluitvorming. Men zou alerter moeten zijn voor zwakke en sterke signalen dat er zaken (mogelijk) verkeerd gaan. Het pleit ook voor een ombudsman met veel onafhankelijke macht, en voor het besef dat lastige, soms zelfs pijnlijke discussies iets waardevols op kunnen leveren.
Het argument dat afwijkingen van eensgezindheid het vertrouwen in de sector kunnen aantasten, is gevaarlijk. Een ramp tast het vertrouwen meer aan dan de waarschuwing voor een ramp.
Blijf je dan niet hangen in controverses? Nee. De politiek stemt over een wetsvoorstel, nadat de kritiek in de Tweede en Eerste Kamer zichtbaar aan de orde is geweest, al leek dat soms alleen voor de bühne. Spannend wordt daarna de uitwerking. De sociale partners maken deals over de regeling en allerlei details. In die cruciale fase zit geen tegengeluid ingebakken. Vervolgens gaat het hele pakket naar de pensioenfondsen die onder grote druk staan de uitvoeringsopdracht te aanvaarden. En tenslotte nemen de pensioenfondsen bestuursbesluiten, bijvoorbeeld over de toekenning van risicoprofielen aan cohorten. Ook over die fase is nog niet duidelijk hoe de bestuurders actief kritiek gaan organiseren. Moet alles beperkt blijven tot verantwoordingsorganen en raden van toezicht?
Slapers
Uiteindelijk moet een sector door na elke ronde van besluiten en het horen en bespreken van waarschuwende geluiden. De verantwoordelijken nemen een beslissing. Het gaat echter op voorhand fout als de kritische reflectie niet ingebouwd wordt in de betreffende processtap. Gaan de sociale partners daar straks zorgvuldig genoeg mee om? Regelen de pensioenfondsen ook inbreng van bijvoorbeeld de slapers?
Verantwoording achteraf als het misgaat, zal de deelnemers niet echt helpen. Er zijn te veel verantwoordelijken en zij zullen ongetwijfeld naar elkaar gaan wijzen. Bovendien is het leed dan al geschied. De enige mogelijkheid is vooraf bij elke volgende stap in de besluitvorming te eisen dat kritiek wordt opgezocht en zichtbaar wordt meegenomen in de afwegingen.
Alarmbellen
Waar dat niet gebeurt, moeten alle alarmbellen afgaan. De besluitvorming bij de sociale partners over de regelingen is daarin een zwakke schakel. Ik zou de fondsen oproepen vooraf aan hun sociale partners te melden dat zij de opdrachtaanvaarding niet zullen behandelen als ze geen inzicht hebben gekregen in hoe de sociale partners het tegengeluid hebben georganiseerd en serieus bekeken. En op dezelfde manier kunnen raden van toezicht en verantwoordingsorganen hun voorwaarden stellen aan het proces.
Kritiek niet opzoeken, wegwuiven, wegmoffelen, kalt stellen: laten we hopen dat Nederland zich in alle sectoren in dat opzicht verbetert. Want ‘een gaaf landje’ of ‘het beste stelsel in de wereld’ zijn, maakt je niet immuun voor grootschalige missers en fouten. Misschien vergroot het de kans daarop wel.
Adri van der Wurff is voormalig pensioenbestuurder
1 reactie
Adri noemt tercht een aantal fundamentele bezwaren.
Maar de Eerste Kamer heeft wel geluisterd en gediscusieerd, maar nog niet besloten. De Kamer heeft toch een belangrijke functie in de toetsing van de wet zeker met betrekking tot het gebrek aan betrokkenheid van veel deelnemers en pensioengerechtigden. Bovendien is het een feit dat geen van de genoemde bezwaren tegen ons huidige, in de hele wereld geroemde, pensioenstelsel, eenvoudig op een simpele andere wijze kunnen worden gerealiseerd.
Hans Derriks