Direct naar inhoud

‘Waarom compenseren voor een gewenste aanpassing?’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 19 juni 2025

De Wet toekomst pensioenen wordt ingevoerd om de nadelen van het ftk te ondervangen. Opmerkelijk dus dat bij de vermogensverdeling de indexatieregels van het ftk leidend zijn, vindt Marc Heemskerk.

De Wet toekomst pensioenen is zonder meer de ingrijpendste en interessantste wijziging van de pensioenregelgeving uit mijn loopbaan. En de eerste waarin de wijziging van regelgeving verplicht moet worden gecompenseerd. Maar waarom compenseren voor een gewenste aanpassing van oude regels?

Marc Heemskerk. Foto: Peter Strelitski.

Met de Wtp wordt de pensioenaanspraak van pensioenfondsdeelnemers vervangen door een persoonlijk pensioenkapitaal. De vraag is hoe dit kapitaal bij overgang vast te stellen. De wetgever biedt hier handvatten voor, waarvan de standaardmethode bedoeld lijkt als de standaard. Of deze waardering helemaal klopt? Tja, de toekomst zal het leren.

Een tweede mogelijkheid is het “exact” waarderen van het pensioencontract – zowel het huidige als het nieuwe – met de zogenaamde vba-methode. Dezelfde waardering komt terug in netto-profijtberekeningen. De techniek zal ik u besparen, maar bij deze waardering voor het Wtp-contract wordt uitgegaan van de bestaande ftk-regels. Wat betreft premie, maar ook wat betreft toeslagverlening. En daar wringt de schoen.

We wilden immers eerder kunnen indexeren in het nieuwe pensioenstelsel. We wilden af van het per 1 januari 2015 ingevoerde vermaledijde artikel 127 Pensioenwet, tweede lid: ‘Er wordt niet meer toeslag verleend dan naar verwachting in de toekomst te realiseren is’, ofwel toekomstbestendig indexeren.

Bij netto-profijtberekeningen, die Wtp met ftk vergelijken, zien we het effect van toekomstbestendig indexeren als je verdeelt volgens de standaardmethode. Voor ouderen een vooruitgang; zij krijgen direct een verhoging bij overgang die ze onder het oude stelsel niet gehad hadden. Voor jongeren is er een achteruitgang; zij profiteren niet langer van de (gedwongen) verder oplopende buffers in het ftk die de vorige generatie heeft opgebouwd.

Jongeren verliezen aldus in zekere mate een indexatie-optie. Dat verlies is groter naarmate de dekkingsgraad van het fonds op het moment van invaren hoger is. Er gebeurt precies wat er met de Wtp is beloofd: er wordt eerder geïndexeerd. Moet hiervoor nu gecompenseerd worden, bijvoorbeeld door jongeren extra kapitaal bij invaren toe te bedelen?

Je zou zeggen dat deze vraag aan pensioenfondsbesturen is, die moeten zorgen voor een goede en volledige onderbouwing. Echter, toezichthouder DNB bepaalt of er mag worden ingevaren of overgedragen. En voor DNB lijkt netto profijt dé beoordelingsmaatstaf te zijn, de onderbouwing van fondsbesturen ten spijt. En dan geeft elke verdelingsmethode anders dan vba ongelijkheid tussen generaties, die niet zomaar wordt geaccepteerd door DNB.

Zo mocht het bestuur van pensioenfonds Trespa terug naar de tekentafel, na het verbod op waardeoverdracht naar een verzekeraar. Een gelijke verhoging voor eenieder bij overgang werd afgewezen. Op de website van DNB is te lezen waarom DNB de waardeoverdracht niet evenwichtig achtte. ‘De oudste deelnemers gaan er in netto profijt 13% op vooruit, waar de jongste deelnemers een netto profijt van 0% hebben.’

Een opmerkelijke invulling van het toezicht. Ten eerste is netto profijt slechts een van de maatstaven voor toetsing en hoeft deze de verdeling niet volledig te sturen. Belangrijker: waarom moet het huidige ftk-kader maatgevend zijn voor de verdeling? Waarom moeten we over opgebouwde aanspraken dit toekomstbestendig indexeren blijven meeslepen? Is het niet belangrijker om te beoordelen of er voor alle pensioenfondsdeelnemers een acceptabel en uitlegbaar pensioen ontstaat onder de Wtp? We wilden het ftk toch graag veranderen?

Pensioen Pro Magazine #51

Deze column artikel is afkomstig uit de laatste editie van Pensioen Pro Magazine, dat op dinsdag 17 juni is verschenen.

Het magazine wordt thuisbezorgd bij elke abonnee van Pensioen Pro. U kunt het ook online lezen.

Voor pensioenfonds Trespa is het te laat. Veel te laat. Als ze voor 1 januari 2015 hadden overgedragen, zonder toekomstbestendig indexeren, was het netto profijt veel gelijkmatiger geweest en hadden ze vermoedelijk geen verbod gekregen. Maar dit is nog slechts het topje van de ijsberg, met de hausse aan invarende pensioenfondsen voor de boeg. Weet wat u te wachten staat bij de beoordeling van uw invaarmelding door DNB.

De indexatie-optie is per 1 januari 2015 zonder compensatie voor ouderen ingevoerd. (Gedeeltelijke) intrekking van deze indexatieoptie, nu zonder compensatie voor jongeren, lijkt mij zo gek nog niet. Nu de toezichthouder nog overtuigen…

Delen op sociale media

Gerelateerde artikelen

2 reacties

  1. A.C.M. Kuypers
    5 maanden geleden

    Een interessante analyse die zeker ook juridisch onderbouwd kan worden. Dat geldt in ieder geval als de geldende pensioenovereenkomst dateert van voor 2015 en toeslagen alleen zijn beperkt door de prudentiele regelgeving terwijl er civielrechtelijk wel ruimte was voor toeslagen. Daar is nooit voor gecompenseerd en dat zou nu kunnen worden ingehaald.

  2. E. de Jong
    5 maanden geleden

    Zooooo mee eens.
    Gepensioneerden in een fonds van hoge dekkingsgraad gaan naar een situatie van haast symmetrische verdeling van upward en downward potential en hebben dus in belangrijke mate recht op hun deel van de daardoor vrijkomende reserves die in het oude stelsel hun prijs zijn voor een vrijwel nooit dalend pensioen bij optreden van verliezen. De eis van Toekomstbestendig indexeren was ook maar een reactie op wat enthousiast indexeren bij lage dekkingsgraad toen het ineens even leek te kunnen.
    Dank Marc voor het opschrijven.

    Edwin de Jong

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.