Direct naar inhoud

Nieuw stelsel onbekend en onbemind

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 29 juni 2021

Bijna 90% van de werknemers weet weinig tot niets over het pensioenakkoord. Bovendien zijn de verwachtingen laag gespannen. De helft van de werknemers die kennis hebben genomen van het nieuwe stelsel verwacht een lager pensioen.

FvA

Dit blijkt uit een onderzoek onder ruim drieduizend werkenden door Montae & Partners. Dit adviesbureau hield tien jaar geleden een vergelijkbare enquête. Ook toen was de kennis over pensioenzaken laag. Destijds wist ruim de helft van de ondervraagden niet in wat voor regeling ze pensioen opbouwden. Dat percentage is gedaald naar 43%.

De afgelopen tien jaar waarin niet-indexeren de norm is geworden en de kortingdreiging regelmatig de kop op stak, is het vertrouwen in de toereikendheid van het pensioenstelsel geslonken. Twee derde van de respondenten verwacht dat ze voldoende inkomen na pensionering hebben om hun huidige leefwijze voort te zetten. Tien jaar geleden had driekwart nog die verwachting. Het percentage werknemers dat niet weet of ze later voldoende pensioen ontvangen, verdubbelde naar 11%.

‘Het nieuwe pensioenstelsel legt meer verantwoordelijkheid en keuzes bij het individu’, zegt Sander Baars, partner bij Montae. ‘Terwijl de deelnemer in het huidige systeem vooral wordt ontzorgd. Dan is bij de introductie van een nieuw stelsel niet de eerste reactie “ik ga me erin verdiepen”.’

Onder een toereikend pensioen verstaan de meeste (85%) werknemers een netto inkomen van ten minste 70% van hun huidige netto inkomen. Hoe lager in het inkomen hoe hoger het percentage dat werknemers zien als een goed pensioen. Eén op de vijf deelnemers met een nettoloon van meer dan €3000 per maand verwacht te kunnen rondkomen van minder dan 70%.

De populairste maatregel om de teruggang in het inkomen op te vangen, is verlaging van de maandlasten, met name de hypotheeklasten. Zo’n 35% is dit van plan. Sparen (17%) en beleggen (14%) zijn minder populair. Langer doorwerken (2%) scoort ronduit laag.

Volgens Montae is de bereidheid van deelnemers zelf iets te doen aanwezig. ‘Een grote groep ziet in dat ze zelf moeten handelen om hun pensioen te verbeteren’, aldus Baars. ‘Als we die intentie kunnen activeren, kan de kennis over het nieuwe stelsel snel toenemen.’ Deelnemers zien pensioenuitvoerders als de partijen die ze moeten helpen bij het maken van dit soort keuzes.

Bij een groot deel van de deelnemers lijken termen als solidariteit en collectiviteit, die de pensioensector hoog in het vaandel heeft, niet te leven. Bijna de helft heeft geen voorkeur bij een keuze tussen collectief of een eigen pot, vooral het resultaat telt. Bij solidariteit is het beeld hetzelfde. Zo’n 40% ziet het pensioen als een auto. Hoe het onder de motorkap is geregeld, doet er niet toe als de wagen maar zonder haperen rijdt.

Communicatie

Deelnemers zitten niet te wachten op fondsen die communiceren via Facebook of Instagram. Ze willen hun informatie via e-mail ontvangen en zaken kunnen opzoeken op een website van het fonds. Verder willen ze dat het fonds telefonisch goed bereikbaar is.

Duurzaam beleggen

Duurzaam beleggen valt goed bij de deelnemers. Ongeacht de leeftijd vindt driekwart dit belangrijk. Het verantwoorde beleggingsbeleid mag voor velen echter niet ten koste gaan van het rendement. De helft wil in de eerste plaats een zo hoog mogelijk pensioen, met of zonder duurzaam beleggen. Slechts een op de vijf deelnemers heeft geen enkele boodschap aan de duurzame intenties van pensioenfondsen.

Risicobereidheid

De risicobereidheid, iets dat fondsen in het nieuwe stelsel moeten meten, onder werkenden is laag. Dat is met name te wijten aan de grote risicoaversie bij 45-plusser. Bijna 60% van deze leeftijdsgroep heeft een lage tot zeer lage risicobereidheid. De bereidheid beleggingsrisico’s te nemen onder 45-minners is meer gespreid.