In het risicobereidheidsonderzoek van een pensioenfonds zag Adri van der Wurff veel te rooskleurige resultaten. De enquête is daarmee geen goede meting, schrijft hij. En ze plaatst het nieuwe stelsel in een te gunstig daglicht.
Als er in de buurt een plan is om te slopen of te bouwen, krijgen omwonenden inspraak en mogen ze bezwaar maken. Bij een medische behandeling is informed consent voorgeschreven. We leven in een maatschappij waarin de burgers serieus worden genomen. Of toch niet helemaal?
Als de pensioenrechten ingrijpend gaan veranderen, en de deelnemers de risico’s moeten gaan dragen die nu bij de pensioenfondsen liggen, hebben die deelnemers geen inspraak- en bezwaarmogelijkheden. Je kunt dat onterecht of zelfs onbehoorlijk noemen. Je kunt ook zeggen dat vakbonden moeten opkomen voor hun belangen. Je kunt ook zeggen dat die participatie niet hoeft, omdat de deelnemers erop vooruit gaan. Toch?
Welwillend
De enige rol voor de deelnemers is dat zij moeten worden geraadpleegd over hun risicohouding. Recent kreeg ik zo’n onderzoek onder ogen van een fonds dat al uitgesproken heeft welwillend te staan tegenover de keus van de sociale partners voor het solidaire premiecontract.
Het onderzoek wordt hoopgevend ingeleid. ‘Beleggen kan op verschillende manieren: met meer zekerheid of meer risico. We horen graag wat je het liefst hebt.’ Deelnemers kunnen hierdoor de indruk krijgen dat hun voorkeur bepalend is voor de wijze waarop wordt belegd voor hun individuele pensioen. Dat zal niet gebeuren en daarom is het vreemd dat er geen disclaimer bij staat. Zelfs nadere toelichting op de context van het nieuwe stelsel ontbreekt.
De vragenlijst begint met het informeren naar leeftijd, deelnemerstatus (werkend, gepensioneerd, slaper) en huidige inkomen. Daarna volgt een serie vragen met telkens de keus tussen de uitkomsten van met meer zekerheid of meer risico in de beleggingen. De gepresenteerde netto pensioenuitkomsten worden gebaseerd op leeftijd en bruto inkomen. De keuze ziet er – in het voorbeeld – zo uit:
Door het paarsgewijs kiezen wordt de deelnemer uiteindelijk in een van negen pensioenvarianten geplaatst. Via een schuifje kan die keuze dan nog worden bijgesteld, naar meer zekerheid of meer risico. De bedragen zijn voor de vergelijkbaarheid weergegeven in euro’s van nu.
Klacht
Een klacht bij de Reclame Code Commissie of de AFM is het overwegen waard. Neem ‘de mogelijke uitkomst van jouw pensioen in drie situaties’ met de respectievelijke kansen daarop: 25%, 50% en 25%. Dat is samen 100%. Daarmee wekt het fonds de indruk dat alleen die drie uitkomsten mogelijk zijn per risicoprofiel.
Dat is natuurlijk niet waar. Het gaat om de 25e-, 50e- en 75e-percentielscores, die alle mogelijke uitkomsten in vier blokken verdelen. De tekst is vast deelnemersvriendelijk bedoeld. Maar het zet de argeloze deelnemer op het verkeerde been en maakt de beter ingevoerde deelnemer argwanend.
Verder wordt er (via de percentages tussen haakjes in het voorbeeldplaatje) een relatie gelegd met het huidige inkomen. Maar die berekening is voor de deelnemer moeilijk te controleren, omdat hij zelf bij de vraag naar het huidig inkomen het bruto jaarbedrag moet opgeven, terwijl het toekomstig pensioen vermeld wordt als het totale netto maandinkomen bij pensionering inclusief AOW, zonder dat de onderdelen apart worden gespecificeerd.
Alleen voor een gepensioneerde is het voorspelde netto pensioeninkomen uit de enquête in theorie één-op-één te vergelijken met het huidige netto maandinkomen. Maar dat kan niet, omdat de getoonde uitkomsten volgens de uitleg slaan op de situatie over vijf jaar.
Ik heb even gespeeld met de vragenlijst, door niet alleen mijn eigen gegevens in te voeren, maar ook van jongeren en ouderen, met uiteenlopende inkomens. Wat te denken geeft, is dat nagenoeg alle verwachte pensioenuitkomsten die ik genereerde, meer dan 100% van het huidige pensioen opleveren. Zie ook de voorbeelden uit het plaatje.
Dat is nog eens wat anders dan de traditionele 70 à 80% van het gemiddelde inkomen. Bij individuele gevallen krijgen jongeren bijvoorbeeld een pensioen van ruim 2,5 maal hun huidige inkomen, als ze maar redelijk wat risico nemen. En als gepensioneerde zou ik – zelfs in de ‘slechte’ variant van het meest zekere beleggingsprofiel – er al 20% op vooruit gaan.
Aangenaam verrast
De argeloze deelnemer die de vragenlijst invult, zal dan ook aangenaam verrast zijn. Hoera, het klopt dus toch. Iedereen gaat erop vooruit. Hier zien we het effect van de verwachte rendementen. Hetzelfde mechanisme maakte beleggingshypotheken zo populair (voordat ze in de ban werden gedaan). Maar het is te mooi om waar te zijn.
De vragenlijst noemt het nieuwe stelsel niet, maar plaatst deze wel expliciet in de context van de toekomst van het pensioen. Daarmee pakt de vragenlijst, met zijn geflatteerde verwachtingen, in de praktijk uit als een misleidend verkoopverhaal uit voor de toekomstplannen van het fonds.
Het grootste probleem is wat er niet staat. Hoe verhoudt dit alles zich met de huidige pensioenrechten en het huidige zekerheidsniveau? Waar zijn nu (en straks, na het invaren) de gegevens om dat onafhankelijk na te rekenen? En hoe groot is de kans dat het minder wordt dan de huidige toezegging?
Dat heb ik voor mezelf uitgerekend (voor de fijnproevers: door een lognormale verdeling te schatten op de uitkomsten zonder AOW.) De meest riskante variant zou me in het goed-weerscenario over vijf jaar maar liefst een verdubbeling of meer opleveren van mijn huidige (goede) pensioen. Fiscaal ruim bovenmatig, maar à la. De overschrijdingskans op verdubbeling of nog meer is 25%. Aldus de vragenlijst.
Maar wat er niet staat, is de kans dat ik in dat risicoprofiel onder mijn huidige pensioenuitkering uitkom en wordt gekort. Die is maar liefst 30%. En dat is aanzienlijk hoger dan de kans van 2,5% die impliciet in het huidige stelsel zit.
Misleidend
Het zorgwekkende van deze vragenlijst is dat ze niet het werkelijke risicoprofiel in kaart brengt. Daarvoor zou er moeten worden vergeleken met de huidige rechten. Nu kunnen mensen kiezen in een loterij zonder nieten: een beter pensioen dan nu, of een nog veel beter pensioen dan nu.
Het fonds geeft naast deze enquête, met zeer rooskleurige verwachtingen, nauwelijks andere informatie aan een gepensioneerde zoals ik. Zo worden deelnemers geruisloos het nieuwe stelsel in geloodst.
Ik weet niet hoe de enquêtes eruit zien bij andere pensioenfondsen. Maar zoals deze moet het in elk geval niet.
Deze risico-enquête doet wat er in de letter van de conceptwet staat. Maar pensioenfondsen hebben het recht meer te doen dan dat en hun deelnemers serieus te nemen. Sterker nog, dat moeten ze doen gegeven hun huidige taak. Ik raad ze dan ook aan uitleg te geven aan de deelnemers en ze meer mogelijkheden te bieden voor inspraak en bezwaar.
Adri van der Wurff is voormalig pensioenbestuurder.
6 reacties
Uitstekend verhaal! Vooral door de illustratie met echt bestaande enquête-vragen. Hopen dat dit bestuurders wakker schudt hoe het wél moet…!
Dat in deze sommetjes het lijkt als of iedereen er op vooruit gaat hoeft niet te verbazen. De huidige pensioenen zijn al 13 jaar niet geindexeerd omdat de DNB de pensioenfondsen dwingt er van uit te gaan dat er geen toekomstig rendement op de beleggingen is. Dus zodra je er vanuit mag gaan dat er wel rendement is, komen de pensioenen fors hoger uit. Deze resultaten zijn geen bewijs van de kwaliteit van het nieuwe stelsel maar tonen alleen maar aan dat het huidige beleid met de risicovrije rekenrente niet deugt.
Er wordt in het artikel één argument “de deelnemers de risico’s moeten gaan dragen die nu bij de pensioenfondsen liggen” vermeld dat onjuist is. In het huidige stelsel met pensioenfondsen op basis van de uitkeringsovereenkomst kúnnen pensioenfondsen helemaal geen risico’s dragen vanwege het simpele feit zoals een onderzoek heeft uitgewezen dat geen enkel pensioenfonds als zijnde stichtingen een eigen vermogen bezit en ook geen aandeelhouders kent die kunnen cq moeten bijstorten bij verliezen zoals bij verzekeraars. Een DNB studie van jaren gelden heeft al uitgewezen dat de grote meerderheid van de deelnemers een zeker pensioen willen hebben.
Geachte heer of mevrouw Daae,
Formeel liggen de risico’s nu bij de pensioenfondsen (en verzekeraars), of ze die nu kunnen dragen of niet. Ze hebben voor de beheersing van die risico’s ook beleidsmiddelen, zoals het premie- en het beleggingsbeleid. De ‘risico’-buffer die ze behoren te hebben zit in het reserveringsbeleid (waarbij nu veel gereserveerd wordt voor de jongeren en de ouderen vanwege de lage rente) en in het (minimaal vereist) eigen vermogen. Pensioenfondsen horen wel degelijk eigen vermogen te hebben (lees artikelen 131 en 132 van de Pensioenwet).
Uw opmerking over de aantoonbare voorkeur voor zekerheid onderschrijf ik geheel. Vandaar dat de overgang naar het nieuwe stelsel op zijn minst verrassend genoemd kan worden.
Vriendelijke groet,
Adri van der Wurff
Hi Adri,
Interessant en relevant artikel. Graag leer ik meer v.d. context en je aanleiding tot schrijven via een vrijblijvend belletje. Mits je hiervoor open staat, hoe kom ik met je in contact?
Groet en tot horens!
Geachte heer of mevrouw Otten,
U kunt mij altijd bereiken via een mailtje aan de redactie van PensioenPro. En als u dat wilt overslaan dan ben ik – met enige terughoudendheid – te vinden op ‘social media’ zoals LinkedIn waar u een privé bericht kunt sturen.
Hier een telefoonnummer of een privé e-mail adres vermelden is niet erg AVG-proof, nietwaar?
Met vriendelijke groet,
Adri van der Wurff