Rabobank en vakbonden De Unie en CNV hebben afgesproken om per begin volgend jaar over te stappen op een beschikbare-premieregeling. De cdc-regeling van het ondernemingspensioenfonds wordt dan gesloten.

Dat blijkt uit een cao-akkoord dat Rabobank, CNV en De Unie hebben gesloten. Met vakbond FNV Finance ‘vindt nog afstemming plaats over het onderwerp pensioen’, aldus het akkoord, maar de andere twee bonden hebben het reeds ter stemming voorgelegd aan hun leden.
De nieuwe dc-regeling kent een vlakke premie van 32% van de pensioengrondslag, iets lager dan de huidige 34%. De werknemers betalen een eigen bijdrage van 5,5%. Zij kunnen ervoor kiezen om 2%-punt van hun eigen pensioenbijdrage om te zetten in extra salaris.
Ook is afgesproken dat Rabobank oudere deelnemers gaat compenseren voor de negatieve effecten van de overstap naar de vlakke premie. De compensatie bedraagt naar schatting 1,9% van de pensioengrondslag.
No-regret-dc
Uit de cao-afspraken valt niet op te maken of de nieuwe dc-regeling een opmaat is naar het flexibele contract in het nieuwe stelsel. Evenmin is duidelijk bij welke uitvoerder de opbouw vanaf volgend jaar gaat plaatsvinden. Sociale partners willen niet reageren totdat de uitslag van de stemming onder de vakbondsleden bekend is. Deze wordt 2 mei verwacht. Het fondsbestuur geeft evenmin commentaar.
Het is waarschijnlijk dat sociale partners hebben besloten tot een tijdelijke premieregeling tot de transitie. In de meest recente notulen van het verantwoordingsorgaan van het Rabo-opf valt te lezen dat dit een optie was die voorlag bij de onderhandelingen tussen sociale partners, naast voortzetting van de cdc-regeling.
Het zogeheten ‘no-regret-dc’ staat een toekomstige keuze tussen het solidaire of het flexibele contract niet in de weg, stelt het vo. In eerdere notulen schrijft het vo dat het pensioenfonds met uitvoerder Achmea Pensioen Services afspraken heeft gemaakt over de opzet van een eventuele dc-regeling.
Dat Rabobank nu al overstapt op een premieregeling, en niet de cdc-regeling aanhoudt tot de transitie, is opmerkelijk. Het heeft waarschijnlijk te maken met de combinatie van hoge kosten en relatief lage opbouw in de huidige regeling. Al een paar jaar worden allerlei hulpmiddelen ingezet om de opbouw op peil te houden, zoals een garantiebedrag vanuit de werkgever (dat in 2020 was opgesoupeerd) en een aanpassing naar een gedempte kostendekkende premie op basis van verwacht rendement.
Nog geen besluit over invaren
De pensioenaanspraken die zijn opgebouwd tot en met 2022 blijven voorlopig in het pensioenfonds staan, zo meldt vakbond De Unie in een toelichting op de website. Er is nog geen besluit gevallen of deze aanspraken bij de transitie worden ingevaren. Daar zullen nog gesprekken over gaan plaatsvinden, aldus De Unie.
Het Rabofonds is een van de grotere ondernemingspensioenfondsen. Eind 2020 had het bijna 26.000 actieve deelnemers, 55.000 slapers en 21.000 gepensioneerden. Het beheerd vermogen was €32 mrd.
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.