Direct naar inhoud

Hybride pensioenfondsen willen duidelijkheid over invaren — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 17 mei 2022

De Wet toekomst pensioenen (wtp) regelt niets over invaren voor pensioenfondsen die meerdere regelingen uitvoeren voor verschillende sectoren. PGB, PNO Media en SBZ Pensioen vragen om duidelijkheid. ‘Straks kunnen we in een situatie komen dat 90% van de deelnemers wil invaren, maar dat dit niet gebeurt. Dat is natuurlijk enorm onwenselijk.’

Getty Images

Pensioenfonds PGB besteedt als enige van de fondsen die meerdere sectoren bedienen in zijn consultatiereactie op de lagere regelgeving bij de Wet toekomst pensioenen (Wtp) aandacht aan het onderwerp. PGB voert pensioenregelingen uit voor zestien verschillende sectoren en 250 vrijwillig aangesloten werkgevers.

Problemen

Het fonds signaleert in de huidige wettekst twee grote problemen. Ten eerste stipt PGB aan dat een pensioenfonds niet zelfstandig mag besluiten over invaren. Dat levert een probleem op als er geen sociale partners meer zijn, bijvoorbeeld door faillissement van een werkgever.

‘In combinatie met het alles-of-niets invaren leidt dit dan tot de conclusie dat bij pensioenfondsen die een dergelijke gesloten regeling uitvoeren per definitie helemaal niet ingevaren kan worden’, aldus PGB. ‘Is dit de bedoelde consequentie van deze bepaling?’

Eenzelfde situatie kan zich voordoen wanneer sociale partners van één regeling besluiten geen verzoek tot invaren in te dienen. De Wtp voorziet niet in de mogelijkheid om één of meerdere regelingen van invaren uit te sluiten, dus resten twee mogelijkheden: alle pensioenaanspraken worden toch ingevaren, daarmee het verbod op invaren zonder verzoek van sociale partners negerend, of het hele fonds wordt niet ingevaren, omdat sociale partners van één regeling dwarsliggen. ‘Beide bovenstaande situaties lijken ons zeer onwenselijk’, aldus PGB, dat graag zou zien dat ‘in dit soort gevallen’ invaren voor het hele fonds mogelijk wordt gemaakt.

Uitvoerend bestuurder Reiniera van der Feltz van SBZ Pensioen, dat zich richt op de financiële sector, zegt dezelfde vragen te hebben als PGB, en laat zich in soortgelijke bewoordingen uit. ‘Straks kunnen we in een situatie komen dat 90% van de deelnemers wil invaren, maar dat dit niet gebeurt. Dat is natuurlijk enorm onwenselijk.’ SBZ heeft volgens Van der Feltz vragen over het onderwerp gesteld aan de Tweede Kamerfracties van VVD, CDA en PvdA.

PNO Media, dat voor invaarbesluiten ook afhankelijk is van meerdere sociale partners, laat weten contact te hebben over het onderwerp ‘met fondsen die in dezelfde situatie verkeren, zoals PGB’.

Invaarkwestie ook relevant voor apf’en

Ook apf’en voeren veel verschillende pensioenregelingen uit, en kunnen dus met dit probleem te maken krijgen. Met name bij multi-clientkringen, kringen binnen een apf waarbij meerdere werkgevers zijn aangesloten, zouden problemen kunnen optreden als sociale partners van één werkgever niet willen invaren, terwijl andere werkgevers in dezelfde kring dat wel willen. ‘Als kring ben je één financieel geheel. Dus of je vaart met zijn allen in, of je vaart niet in. Als er verschillende regelingen actief zijn binnen één kring, dan moet je dat heel goed op elkaar afstemmen’, aldus Bart Onkenhout, uitvoerend bestuurder bij De Nationale APF. Dit apf heeft drie multi-clientkringen, waarvan twee die op dit moment meerdere regelingen uitvoeren. Daarbij zitten ook drie gesloten regelingen, maar dat gegeven op zich is voor De Nationale APF niet problematisch, zegt Onkenhout. ‘Voor alle drie de regelingen geldt dat er nog wel achterliggende sociale partners bestaan die een invaarverzoek kunnen indienen.’

Minimumpercentage

PGB komt in zijn consultatiereactie ook direct met een mogelijke oplossing voor de kwestie. Het pensioenfonds stelt voor een minimumpercentage van het aantal deelnemers vast te stellen waarvoor een verzoek tot invaren ontvangen moet zijn, waarna het bestuur kan besluiten het hele fonds in te varen. ‘Daarmee wordt voorkomen dat grote aantallen deelnemers en vermogens in het oude stelsel achterblijven, als gevolg van het ontbreken van een verzoek tot invaren voor een (klein) deel van de aanspraken.’ Mocht dit niet acceptabel zijn voor de wetgever, dan stelt PGB voor om per regeling een bindend invaarbesluit toe te staan.

Van der Feltz van SBZ vindt dat een pensioenfondsbestuur een invaarbesluit zelfstandig zou moeten kunnen nemen ‘in het kader van evenwichtige belangenafweging’. Ze wijst erop dat een pensioenfondsbestuur een verantwoordelijkheid heeft voor zowel actieven als gepensioneerden. ‘In de huidige afweging mogen sociale partners heel veel bepalen, terwijl ze in principe alleen gaan over de actieven. Dat is eigenlijk best raar.’

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.