Direct naar inhoud

‘Fonds moet al starten met operationele uitwerking vóór definitieve keuze regeling’ — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 30 augustus 2022

Pensioenfondsen onderschatten de tijd en moeite die nodig is om de regeling in het nieuwe stelsel startklaar te maken. Daarom moeten ze al aan de uitwerking beginnen vóór ze een definitieve keuze voor solidair of flexibel hebben gemaakt.

Achmea Pensioenservices en Achmea Investment Management zijn twee van de in totaal 18 leden tellende expertgroep. Foto ANP

Dat stelt de ‘expertgroep ketenchallenge’, een initiatief van bewaarbank Caceis, in haar rapport ‘Inzicht door overzicht – Regie in pensioenuitvoering’. Hierin bespreekt de werkgroep de impact van de ‘intensieve uitwisseling van gegevens tussen het pensioenfonds en zijn ketenpartners (zoals pensioenadministrateurs, fiduciair, vermogensbeheerders en bewaarbank)’ die in het nieuwe stelsel nodig is om deelnemers iedere maand inzicht te kunnen geven in hun persoonlijke pensioenkapitaal.

Caceis nam het initiatief voor de werkgroep ‘om een goed begrip te vormen van de impact van het nieuwe pensioenstelsel op de hele keten’, vertelt Frans Hofkens, hoofd sales bij Caceis. De expertgroep, waarin naast Caceis ook meerdere pensioenfondsen, hun ketenpartners en ict-leveranciers alsmede de Pensioenfederatie zitting hebben, heeft in kaart gebracht dat een pensioenfonds dat kiest voor de solidaire premieregeling samen met zijn ketenpartners elke maand liefst achttien mutaties moeten verwerken om het persoonlijke pensioenvermogen van een deelnemer te berekenen. Die achttien berekeningen lopen uiteen van de premieafdracht tot het beleggings- en beschermingsrendement, kosten voor pensioen- en vermogensbeheer en de bijdrage en onttrekking aan de solidariteitsreserve.

Negen maanden

René Maatman

De pensioenfondsleden van de expertgroep zijn Meubel, Rail & OV, Philips en Ahold Delhaize. ‘Eén van die fondsen heeft zo’n exercitie inderdaad gedaan, hoewel het fonds nog geen definitieve keuze voor flexibel of solidair heeft gemaakt. Ze zijn daar negen maanden mee bezig geweest’, vertelt advocaat René Maatman, voorzitter en woordvoerder van de expertgroep. ‘Er moeten afspraken worden gemaakt met alle ketenpartners zodat ze begrijpen wat het pensioenfonds wil en wat ze van elkaar mogen verwachten. Wie moet wanneer wát aanleveren bij wíe? Daarna moeten alle uitbestedingscontracten en service-level agreements worden aangepast. Er is nu helemaal geen samenwerking tussen de pensioenadministrateur en de vermogensbeheerder, maar in het nieuwe stelsel moeten die nauw met elkaar communiceren. De uitvoering van het nieuwe contract vraag veel meer aansturing van de ketenpartners door het pensioenfonds.’

Negen maanden klinkt als lang, maar kan achteraf best nog te rooskleurig ingeschat blijken, waarschuwt Maatman. ‘Gegeven het gebrek aan capaciteit en de verwachte filevorming – de gehele pensioensector is gelijktijdig in transitie – kan deze doorlooptijd in de praktijk aanzienlijk langer blijken. Zeker kleinere fondsen moeten zich hiervan bewust zijn en meer personeel inhuren of zaken tijdig uitbesteden. Als ze dat niet kunnen of ze zijn er niet van overtuigd dat het hen lukt die ketenpartners allemaal aan te sturen, dan moet je je als fonds de vraag stellen of je wel zelfstandig die transitie kunt ingaan.’

Unitiseren of decomponeren

Hiernaast moeten pensioenfondsen voor het zichtbaar maken van het persoonlijke pensioenvermogen in de nieuwe regeling een keuze maken tussen unitiseren, waarbij het vermogen van een pensioenfonds in stukjes wordt opgedeeld, en decomponeren. In die laatste variant, die voor de solidaire premieregeling het meest voor de hand ligt, wordt het vermogen toebedeeld aan de hand van vooraf vastgestelde verdeelregels.

Unitisatie kan volgens de expertgroep nuttig zijn als het pensioenfonds en de deelnemers ‘willen denken, informeren, communiceren, rapporteren en administreren in units’. Volgens de werkgroep is unitisatie niet noodzakelijk om de flexibele premieregeling te kunnen uitvoeren. ‘Unitiseren moet je alleen doen als het echt nodig is, bijvoorbeeld wanneer je deelnemers heel specifieke beleggingskeuzes wilt bieden’, aldus Maatman.

Bovendien doen pensioenfondsen er goed aan zich ervan te vergewissen hoe hun uitvoeringsorganisatie in deze discussie staat. Maatman: ‘Dat debat moet nu worden gevoerd. Er zullen namelijk pensioenuitvoeringsorganisaties zijn die nu hun keuzes maken voor administratiesystemen. Als pensioenfondsen geen regie nemen en afwachten, dan wordt er voor hen gekozen.’

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.