Direct naar inhoud

Hoogleraar staatsrecht: regering moet pensioenwet intrekken

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 26 mei 2023

De regering moet de Wet toekomst pensioenen intrekken, omdat die geen twee derde meerderheid kreeg in de Tweede Kamer, stelt hoogleraar staatsrecht Paul Bovend’Eert. Zo’n meerderheid is nodig, omdat de wet ook raakt aan het pensioen van politici.

Paul Bovend’Eert, hoogleraar staatsrecht aan de Radboud Universiteit te Nijmegen, tijdens een rondetafelgesprek in de Tweede Kamer over de wijziging van de Wet publieke gezondheid (Wpg). ANP

Dat stelt Bovend’Eert, hoogleraar staatsrecht in Nijmegen, tegenover Pensioen Pro. Volgens hem is voor elke wetswijziging die raakt aan de geldelijke voorziening van politici een twee derde meerderheid nodig in de Tweede en Eerste Kamer. Bij de Wet toekomst pensioenen (Wtp) is dat onmiskenbaar zo, zegt hij.

Minister Schouten antwoordde eerder deze week aan de Eerste Kamer dat zo’n meerderheid niet nodig is. Senator Tiny Kox (SP) had daar in het debat over de Wtp naar gevraagd.

De Wtp leidt weliswaar tot wijzigingen in de wet die het pensioen van politici regelt (Appa), maar die zijn alleen wetstechnisch van aard, aldus de minister. De geldelijke voorziening van politici zou dus niet veranderen en de eis van een twee derde meerderheid, zoals die in de Grondwet staat, is daarom niet van toepassing op de Wtp, liet ze weten.

Update vrijdag 10.20u

Wim Voermans, hoogleraar staatsrecht in Leiden, laat desgevraagd weten dat Bovend’Eert volgens hem gelijk heeft.

Geen onderscheid type wijzigingen

Bovend’Eert noemt die uitleg onjuist. ‘De grondwet maakt geen onderscheid naar het type wijzigingen en geeft hiervoor ook geen aanknopingspunten.’ Volgens hem kunnen wijzigingen in de Appa niet gesplitst worden in technische en inhoudelijke.

Hij noemt het zwak dat Schouten als onderbouwing van haar argument verwijst naar een advies van de Raad van State, dat ging over het wetsvoorstel voor een permanente commissie die adviseert over beloning en rechtspositie van politici. Voor dat wetsvoorstel was geen twee derde meerderheid nodig, aldus de Raad. De reden: ‘het bevat geen regeling van geldelijke voorzieningen maar alleen de instelling van een adviescollege dat daarover gaat adviseren en een regeling van het moment van inwerkingtreding’.

‘Dat is heel iets anders en gaat niet over geldelijke voorzieningen’, zegt Bovend’Eert. Het eerdere advies is niet relevant voor deze zaak.

Omdat de Wtp in de Tweede Kamer geen twee derde meerderheid kreeg, is de enige oplossing volgens hem dat de regering de wet intrekt en opnieuw indient zonder de veranderingen in de Appa.

In de Tweede Kamer stemden 93 Kamerleden voor en 48 tegen de wet. Voor een twee derde meerderheid van het aantal uitgebrachte stemmen hadden 94 van de 141 uitgebrachte stemmen voor de Wtp moeten zijn.

Deuk in vertrouwen

Als de regering nalaat de Wtp in te trekken, dan handelt ze in strijd met de grondwet, aldus Bovend’Eert. Het geeft een ‘deuk in het vertrouwen’ in de politiek als de regering dat doet, maar verder zijn er geen gevolgen aan verbonden.

Hij noemt het ongelukkig dat het zo ver is gekomen met de Wtp: de Raad van State heeft er geen opmerking over gemaakt, in de Tweede Kamer was er geen aandacht voor en het is ontsnapt aan de aandacht van de afdeling voor constitutionele toetsing bij Binnenlandse Zaken. De regering moet haar verlies nemen, vindt Bovend’Eert. ‘De politiek moet niet boven de wet staan.’

Praktische gevolgen

Hoogleraar pensioenrecht en advocaat Erik Lutjens vindt wel dat de regering onderscheid mag maken tussen technische en inhoudelijke wijzigingen. ‘Je moet staatsrechtbepalingen beoordelen naar doel en strekking en er niet zo’n strakke legistische uitleg aan geven, ook al betreft het de grondwet.’

Hij beaamt echter dat de wijzigingen in de Wtp ook in praktijk gevolgen kunnen hebben voor de pensioen van politici.

Middelloonregeling

De pensioenen van politici volgen namelijk die van overheidspersoneel, het ABP dus. Na invoering van de Wtp houden politici een middelloonregeling, maar gelden de regels voor indexering van het herziene stelsel die van toepassing zijn op ABP.

Zo profiteerden politici afgelopen jaar ook van de versoepeling van de indexatieregels. Hun pensioenen gingen net zoveel omhoog als die van ambtenaren. ABP mocht gebruikmaken van de soepelere regels, omdat het wil invaren. Volgens Bovend’Eert maakt dit de redenering dat de Wtp raakt aan de geldelijke voorzieningen van politici nog sterker.

Dinsdag besluit de senaat of een twee derde meerderheid nodig is bij stemming over de Wtp. Hierover besluit een gewone meerderheid.