De overheid moet invaren verplichten met een opt-out voor ondernemingspensioenfondsen, vindt PMT. Faciliteren alleen is onvoldoende, aldus het fonds. Oude en nieuwe rechten gescheiden houden, is niet uit te voeren.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
2 reacties
In PensioenPro van 13 mei jl. stond een interessant interview met e advocat-generaal van het Hof van Justitie van de EU, Juliane Kokott.
De kop van het artikel luidde: ‘CONCLUSIE a-g EUROPEES HOF VOEDT TWIJFEL OVER JURIDISCHE HAALBAARHEID INVAREN’
In haar overwegingen schrijft Kokott onder meer dat korten van ‘reeds verworven rechten’ een aantasting is van het eigendomsrecht. Volgens pensioenjurist Van Meerten is het voor eerst dat dit zo duidelijk gebeurt. Hij noemt de conclusie daarom van groot belang als het kabinet bestaande rechten en aanspraken wil invaren naar een nieuw pensioencontract.
Er kan een rechtvaardiging zijn voor de inbreuk op het eigendomsrecht, aldus Van Meerten. Zo heeft de wetgever in Oostenrijk indexatie van pensioenen boven een bepaald bedrag beperkt, met als argument dat dit nodig is voor de betaalbaarheid van het pensioenstelsel.
Het lijkt onwaarschijnlijk dat dit argument voor Nederland ook opgaat. Van Meerten: ‘Ik vraag me af of je in de Nederlandse situatie hard kunt maken dat invaren nodig is voor de betaalbaarheid, als bijvoorbeeld korten al vijf keer is uitgesteld.’
Afgezien daarvan: de Nederlandse pensioen wet- en regelgeving voldoet op essentiële onderdelen niet aan de bepalingen in het EU-pensioenrechtlijnen (IORP I en II). Als dit wel het geval zou zijn geweest, dan zou nut-&-noodzaak voor een stelselwijziging ontbreken en een pensioenakkoord nooit gesloten zijn. Dan waren pensioenen vanaf 2008 gewoon geïndexeerd.
Bestuurders van Nederlandse pensioenfondsen doen er verstandig aan om – in weerwil van de Nederlandse pensioenwet- en regelgeving – zich te houden aan de bepalingen in de EU-pensioenrichtlijnen. EU-recht is immers van hogere orde dan nationale wetgeving.
Zij zouden het moeten laten aankomen op een mogelijke procedure, aan te spannen door DNB. De kans is groot dat zo’n procedure met glans wordt gewonnen door de pensioenfondsen.
Maar blijkbaar is de vrees om door DNB te worden ‘afgetoetst’ als bestuurder een doeltreffend middel om de EU-wetgeving te negeren.
De AG heeft het over het korten van reeds verworven rechten. Kan iemand eens voor alle huidige en aanstaande pensioengerechtigden een duidelijk overzicht geven van de opgebouwde rechten in het oude stelstel en wat daar in gaat veranderen in het nieuwe stelsel. Welke rechten gaan daarbij volgens de AG verloren ?