Voor werknemers en oud-werknemers van Plukon blijft het huidige financieel toetsingskader van kracht voor pensioen dat zij opbouwden tot 2014. Sociale partners hebben voor dit pensioen bij PGB geen invaarverzoek gedaan.
ABP bepaalt sinds dit jaar zelf hoe het in categorieën wil beleggen, en of een mandaat verstrekt wordt aan APG of een externe manager. Voorheen liet het fondsbestuur zich hierover vooraf adviseren door APG.
De gesloten apf-pensioenkring Randstad krijgt €50 mln van een stichting voor bevordering van het welzijn van de medewerkers. De eenmalige dotatie moet de invaardekkingsgraad omhoog krikken richting 115%.
De dc-regeling van farmaceut Abbott Nederland is verhuisd naar Zwitserleven. Het reeds opgebouwde dc-kapitaal in het eigen pensioenfonds volgt ‘waarschijnlijk in de eerste helft van 2025’.
De Kamer kan zonder definitief amendement voor een invaarreferendum niet in debat over de wet die nodig is om de uiterste data voor transitie- en implementatieplan op te schuiven. Snelle duidelijkheid is daarom geboden.
Het bericht dat jonge slapers bij pensioenfonds Gasunie het risico lopen hun hele pensioen kwijt te raken, zorgde voor veel opschudding. Maar hoe is dat eigenlijk mogelijk, en staat het Gasunie-voorbeeld op zich?
Tegen de bestuurders van beroepspensioenfonds Loodsen is aangifte gedaan wegens verduistering. Zij zouden ingelegde pensioengelden ‘opzettelijk, wederrechtelijk en zonder instemming van de deelnemers hebben overgeboekt’.
De peildatum op het eerste transitieoverzicht moet wat de AFM betreft zo dicht mogelijk bij de transitiedatum liggen. Het lijkt een vermaning voor personeelsfonds APG en PWRI. Andere APG-fondsen reageren wisselend.
Het pensioenfonds van toezichthouder DNB gaat in het nieuwe stelsel veel meer beleggingsrisico nemen. De verhouding return- versus matchingportefeuille, nu 37% om 63%, wordt na invaren omgedraaid.
ABP wil het strategisch belang van infrastructuur in de totale beleggingsportefeuille verhogen van 4% nu naar 10% in 2030. Dit blijkt uit de nieuwe beleggingsmix, waarin het gewicht van illiquide beleggingen stijgt van 20% naar 30%.