Rabobank en de vakbonden hebben afgesproken om per begin 2026 over te gaan naar een flexibele premieregeling. Compensatie doorsneesystematiek komt in beginsel buiten het pensioendomein te liggen.
Dat blijkt uit het onderhandelingsresultaat tussen Rabobank en vakbonden De Unie, FNV en CNV dat deze week is gepubliceerd. Het akkoord bevat nog weinig details en er is ook nog geen transitieplan. De achterban van de bonden zal zich daarom nu nog niet uitspreken over het resultaat. Volgens De Unie gebeurt dat eind mei of in juni.

De keuze voor de flexibele regeling vloeit voor uit de uitkomst van een enquête onder de 106.000 deelnemers (waarvan 28.000 actieven). Daaruit kwam naar voren dat zowel actieven als slapers en gepensioneerden het hebben van keuzemogelijkheden belangrijk vinden. De flexibele premieregeling sluit hier het best bij aan, vinden sociale partners.
Andere ondernemingen waar de afgelopen tijd voor de flexibele regeling werd gekozen zijn NN Group, Robeco, AkzoNobel en Thales. De meeste bedrijfstakken met een eigen fonds en ook een aantal grote ondernemingen, zoals ABN Amro en KLM, kiezen voor solidair.
Er is nog veel onbekend over de nieuwe regeling bij Rabobank. Zo is nog niet bekend hoe hoog de risicodelingsreserve wordt en welke verdeelregels sociale partners hanteren bij de transitie. Wel is afgesproken dat alle aanspraken worden ingevaren naar het nieuwe stelsel. Ook krijgen deelnemers de mogelijkheid om op de pensioendatum te kiezen tussen een vaste en een variabele uitkering. Het partnerpensioen bedraagt 35% van het laatst verdiende salaris van de deelnemer.
Doorsnee-compensatie via salaris
Verder blijkt uit het akkoord dat de compensatie voor de afschaffing van de doorsneesystematiek in beginsel buiten het pensioendomein komt te liggen.
In 2023 stapte pensioenfonds Rabobank over van een cdc- naar dc-regeling met een vlakke premie. Toen is een compensatieregeling opgetuigd. Werkgever Rabobank betaalt aan actieven van 47 jaar en ouder de compensatie (gemiddeld 1,9% van de grondslag) via het salaris uit. Die compensatie wordt nu nog automatisch doorgesluid naar de pensioenpot.
Dit automatisme verdwijnt na de transitie, omdat dit volgens de regels in de Wtp niet meer mag. Vanaf 2026 kunnen actieve deelnemers zelf beslissen of ze de compensatie wel of niet gebruiken voor pensioeninleg. De nieuwe regeling kent 5%-punt vrijwillige werknemerspremie. Binnen die grens kunnen werknemers extra pensioeninleg doen.
De compensatie doorsneesystematiek, die via het salaris wordt uitbetaald, loopt op met de leeftijd: van 1,05% van de grondslag voor een deelnemer van 47 jaar tot 8,7% voor een deelnemer van 67 jaar. Voor oudere deelnemers geldt dus, dat het niet mogelijk is om al hun compensatie in hun pensioenvermogen te storten.
Hoorrecht
In de huidige regeling is er een vrijwillige werknemerspremie van 2%. De verplichte werknemerspremie blijft gelijk op 3,5% van de pensioengrondslag en ook de werkgeverspremie blijft gelijk op 21,5%.
Sociale partners werken de hoofdlijnafspraken de komende weken uit en leggen ze vervolgens voor aan de vereniging van gepensioneerden van de Rabobank, in het kader van het hoorrecht. De vereniging had zich eind december al uitgesproken voor een flexibele regeling. Een groep Rabobank-slapers had eveneens plannen om van het hoorrecht gebruik te maken, maar zij wisten niet genoeg leden achter zich te krijgen en trekken nu op met de gepensioneerden.
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.