Deelnemers worden risicodragers in het nieuwe stelsel. Toch blijven werkgevers en bonden de baas over de uitvoering. Adri van der Wurff pleit voor onafhankelijke bestuurders, meer democratie bij fondsen en een onafhankelijke, rechtsprekende instantie.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
4 reacties
Helemaal mee eens, maar ik wil nog een stapje verdergaan: als de grootste risico’s bij de werknemers en pensioengerechtigden komt te liggen, ligt het m.i. voor de hand dat de werknemers en pensioengerechtigden (en slapers) de hoogste ‘macht’ vormen. Het gaat tenslotte om hun pensioenen. Pensioenfondsen moeten nu verplicht in de vorm van een stichting worden vormgegeven. In een stichting is volgens ons rechtspersonenrecht het bestuur het hoogste orgaan met alle zeggenschap. Een verantwoordingsorgaan kan dus nooit die status krijgen. Daarom heb ik er al eerder voor gepleit om de rechtsvorm van de coöperatie voor pensioenfondsen te introduceren (zie o.a. PensioenPro 13 mei 2019). Daarbij kunnen de deelnemers, slapers en pensioengerechtigden de ledenraad vormen, het hoogste orgaan. De ledenraad bepaalt het beleid. Het bestuur wordt door die ledenraad benoemd en kan uit van de diverse gremia onafhankelijke professionals bestaan, zoals Adri van der Wurff ook bepleit.
Ook eens en zou ook een stapje verder willen gaan en de rol van de vakbonden ter discussie willen stellen. Al heel lang zijn ze niet meer representatief voor de deelnemers, maar ze passen zo lekker in het poldermodel.
Ik werk nu in het kader van een klein Europees land. Vakbonden zijn klein en worden niet vertrouwd. Consumentenorganisaties worden in dezelfde hoek gezet. Er is wel een kleine lobby-organisatie van deelnemers en die is heel effectief. In de pensioenfondsen is geen vertegenwoordiging van deelnemers. Die worden verondersteld “met de voeten te stemmen”. Dit werkt niet omdat de pensioen aanbieders een klein oligopolie vormen. Het is beangstigend hoe deze situatie lijkt op wat het eindspel in Nederland (afnemend aantal pensioenfondsen, afnemende representatie van de vakbonden, toenemende macht van werkgevers) zou kunnen zijn. Het is intuïtief alleen al een oplossing om de hobbyisten van de lobby-organisatie een belangrijke plaats aan tafel te geven.
De organisatie van die oplossing kan eenvoudig zijn, een parallel van het vormen van politieke partijen, waarvan de vakbonden er één of meerdere kunnen zijn, maar waar andere belanghebbenden ook een partij kunnen vormen.
Een misverstand: bijna alle pensioenfondsen zijn CDC-fondsen geworden door geleidelijk alle risico’s over te hevelen naar de deelnemers, slapers en gepensioneerden met het juridische etiket van de uitkeringsovereenkomst zonder dat mede te delen en voor de CDC pensioenovereenkomst wilde de wetgever in 2004 en later al geen separaat juridisch etiket maken om de de stille overdracht te maskeren, zie de Tweede Kamerstukken zoals 30 413 nr. 24 van het wetsvoorstel ter voorbereiding van de Pensioenwet.
In een stelsel waar de facto alle risico’s bij de spaarders liggen moet deze meer en directe zeggenschap hebben. De Raad van State wees daar in 2011 al op.