Bij tien grote fondsen zijn de vermogensbeheerkosten exclusief transactiekosten vorig jaar gehalveerd naar bijna €5 mrd, aldus consultant Bell. De pensioenbeheerkosten stegen gemiddeld 11% naar €553 mln.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
1 reactie
Met betrekking tot de opmerking van de pensioenfederatie dat ‘de nieuwe ratio ook inspeelt op het nieuwe stelsel met premieregelingen, waarin de kosten voor pensioen- en vermogensbeheer op dezelfde manier gepresenteerd moeten worden’, het volgende.
AFM constateerde eerder:
“Transparantie ook belangrijk vanwege nieuw pensioenstelsel
In het nieuwe stelsel worden gemaakte kosten door fondsen direct in mindering gebracht op het persoonlijk gereserveerd pensioenvermogen van deelnemers. Zij zien die kosten dus jaarlijks terug in hun jaarlijkse pensioenoverzicht. Kostentransparantie en verantwoording wordt daarmee nog belangrijker.”
https://www.afm.nl/nl-nl/sector/themas/belangrijke-europese-wet–en-regelgeving/mifid-ii/bescherming-beleggers/kostentransparantie
________________________________
Juist in het nieuwe (meer individuele) (premie)stelsel wordt het dus nog belangrijker iedere deelnemer transparant te informeren over de impact van de verschillende kostensoorten op het vermogen van zijn persoonlijk of toegerekend pensioenvermogen.
Daarbij speelt nog dat het op het eerste gezicht logisch lijkt dat beleggingskosten als een vorm van doorsneesystematiek procentueel worden omgeslagen als een percentage van het persoonlijk pensioenvermogen. Toch is het hanteren van deze methodiek in het nieuwe pensioenstelsel zwaar discutabel.
De beleggingskosten voor actieven, en met name jongere actieven, zullen gezien het hoge percentage dat voor deze groep in aandelen wordt belegd, relatief hoog zijn. Daartegen zullen de beleggingskosten voor een oudere of gepensioneerde deelnemer, gezien het feit dat deze beleggingen voornamelijk in vastrentende (gematchte) waarden plaatsvinden, relatief laag zijn.
Door een overall doorsneepercentage aan beleggingskosten van stel 0,5% als uitgangspunt voor de kostendoorberekening te nemen, betalen ouderen/gepensioneerden zo dus structureel impliciet voor het meer actieve beleggingsbeleid van de jongere actieven. Feitelijk is dit dus een vorm van ex ante herverdeling.
Wellicht is het van belang dat AFM, de Pensioenfederatie en het Verbond van verzekeraars zich nog eens buigen over de wijze van kostentoerekening en die methodiek verder aanscherpen.