ABP verhoogt de pensioenen vanaf 1 januari met 11,96%. In tegenstelling tot andere grote fondsen compenseert het fonds de prijsinflatie volledig. PME kent een gedeeltelijke indexatie toe van 6,2%.
Dat maakten de fondsen gisteren bekend.
‘Het is fijn de pensioenen in 2023 volledig te kunnen verhogen met de prijsstijging’, aldus ABP-voorzitter Harmen van Wijnen in een persbericht. ‘Daar zijn alle deelnemers op korte of langere termijn bij gebaat. Bij een pensioen van €1000 netto betekent dat toch zo’n €120 in de maand erbij.’
Door de verhoging wordt in 2023 ruim €1 mrd extra uitgekeerd aan gepensioneerden. Bij het vaststellen van de hoogte heeft het bestuur van ABP gebruikgemaakt van de AmvB die indexeren vanaf 105% dekkingsgraad in plaats van 110% mogelijk maakt. De prijsontwikkeling van september 2021 tot september 2022 gold als referentieperiode. De inflatie was toen volgens het CBS 11,96%.
Het bestuur heeft besloten deze inflatie volledig te compenseren, gebaseerd op actuele dekkingsgraad van 125,5% per 31 oktober. Andere grote fondsen als PFZW, PME en PMT indexeren in 2023 niet volledig. Zelfs een fonds als BPF Bouw dat er financieel veel beter voorstaat met actuele dekking van 140% koos voor een gedeeltelijke verhoging van 14,52% in plaats van de toegestane 17,16%. Het bouwfonds hoefde in tegenstelling tot ABP niet de versoepelde indexatieregels toe te passen, maar kon gebruikmaken van het oude regime.
Lees ook
Overzicht indexatiebesluiten‘Niet over één nacht ijs’
Van Wijnen zegt dat het bestuur niet over één nacht ijs is gegaan. ‘Behalve dat de rekensom volgens de regels moet kloppen hebben we gekeken of deze verhoging geen belangen van groepen deelnemers schaadt. Bovendien hebben wij ook vooruitgekeken omdat we op langere termijn financieel gezond moeten blijven om een goede overstap naar het vernieuwde pensioenstelsel mogelijk te maken. Nadat we dit alles gewogen hadden, vonden we dat volledige verhoging van bijna 12% verantwoord en evenwichtig is.’
Premie 2023
ABP liet gisteren weten dat de premie stijgt van 25,9 naar 27,9%. Dat betekent niet automatisch dat werkgevers en werknemers meer gaan betalen. Voor deelnemer is dat afhankelijk van het deel van het inkomen waarover ze premie betalen en de invloed van de verhoogde franchise. Voor werkgevers daalt de totale premie zelfs, omdat de premie van 3% voor de Vut-, Prepensioen- en Levensloopregeling vervalt. Deze vpl-regeling is beëindigd.’
Door de volledige indexatie daalt de actuele dekkingsgraad van 125,5% (stand per 31 oktober) naar 112,1%. Het fonds heeft bij het indexatiebesluit geen invaardekkingsgraad of ondergrens in het achterhoofd gehouden. ‘De wettelijke ondergrens is 105%. Met de buffer die wij behouden na indexatie voelen wij ons comfortabel genoeg’, aldus de woordvoerder.
Bijna alle fracties in het verantwoordingsorgaan gaven een positief advies over het indexatievoorstel van het bestuur. Alleen de fractie LvOP/Groen&Eerlijk stemde tegen. Ze vindt dat jongeren benadeeld worden. Onder meer omdat de buffer van het fonds slinkt en jongeren pas in de verre toekomst wat hebben aan hun gestegen pensioenaanspraak. ‘Een toekomst die onzeker is.’
Onder oude indexatieregels had ABP zijn deelnemers per 1 januari slechts met een verhoging van 3,8% blij kunnen maken. In juli van dit jaar werd hun pensioen al tussentijds verhoogd met 2,39%.
PME indexeert 6,2%
Metaalfonds PME had onder de oude regels helemaal niet kunnen indexeren. Onder de nieuwe regels krijgen deelnemers vanaf 1 januari 6,2% extra aanvullend pensioen. De maximaal toegestane inflatievergoeding bij het metaalfonds was 12,4% geweest, gebaseerd op de prijsinflatie van juli 2021 tot juli 2022.
‘Vanwege de zeer onzekere economische tijden en de verwachting dat het fonds in 2026 overgaat naar het nieuwe stelsel wil het wel een buffer aanhouden’, aldus PME in een persbericht. ‘Zo verkleint het fonds in de aanloop naar het nieuwe stelsel de kans op een verlaging.’
De indexatie van 6,2% is gebaseerd op de actuele dekkingsgraad van 116,8% per eind oktober. Na de verhoging per 1 januari blijft hier 110% van over, zegt een woordvoerder. ‘Voor de berekening en afweging voor de indexatie hebben we rekening gehouden met een ondergrens van 101%.’
In juli verhoogde PME de pensioenen 1,29%. Dat leverde een gepensioneerde gemiddeld €10 netto per maand op. Met de verhoging per 1 januari komt daar nog eens €40 per maand bij. Per saldo stijgt hun pensioen in 2023 gemiddeld €50 per maand. Voor het fonds komt dit neer op een bedrag van €80 mln op jaarbasis.
Geen rekening gehouden indexatie PMT
Volgens de woordvoerder heeft het bestuur bij zijn indexatiebesluit geen rekening gehouden met de 4,2% die kleinmetaalfonds PMT volgend jaar uitdeelt. ‘Wij hebben een hogere dekkingsgraad en daarmee de ruimte om pensioenen meer te verhogen en tegelijkertijd een hogere buffer aan te houden. Waardoor we met zekerheid de toekomst ingaan.’
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.