Werknemers met een lage levensverwachting betalen nu mee aan het pensioen van collega’s met een hoge levensverwachting. Pensioenfondsen moeten daarom bijdragen aan vroegpensioen voor zware beroepen.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
1 reactie
Geachte/Beste Anne Laning, dank voor het interessante artikel.
Vanwege tijdsgebrek heb ik o.b.v. mijn instructie, ChatGPT-4o even om een antwoord op het artikel gevraagd, en dit was onderstaand de GPT-4o reactie, die volledig mijn gedachten en standpunt reflecteert.
Verder verwijs ik nog graag naar mijn artikel op Linked hierover:
https://www.linkedin.com/posts/josberkemeijer_kabinet-heeft-toch-geld-over-voor-vroegpensioen-activity-7236291791421861889-2zcD?utm_source=share&utm_medium=member_desktop
** Reactie **
Het artikel stelt voor om de pensioendatum te differentiëren op basis van de levensverwachting van verschillende beroepsgroepen, en tevens om bij de omrekening van pensioenvermogens rekening te houden met het inkomensniveau van de deelnemers. Hoewel de eerste maatregel – het differentiëren van de pensioendatum op basis van levensverwachting per beroepsgroep – een pragmatische en verdedigbare benadering is om tegemoet te komen aan de realiteit van fysiek zwaar werk, opent de tweede maatregel – het differentiëren van pensioenuitkeringen op basis van inkomen – de deur naar eindeloze discussies en ongewenste precedenten.
**Differentiatie van Pensioendatum op Basis van Levensverwachting per Beroepsgroep**
De erkenning dat bepaalde beroepsgroepen een lagere levensverwachting hebben en eerder moeten kunnen stoppen met werken, is een realistische en noodzakelijke stap. Werknemers in fysiek zware beroepen, zoals stratenmakers, worden vaak geconfronteerd met een verslechterde gezondheid en verkorte levensduur. Het is rechtvaardig om hen de mogelijkheid te bieden eerder met pensioen te gaan, zodat zij nog kunnen genieten van hun welverdiende rust. Deze benadering komt tegemoet aan de ethische overweging dat niet alle werkzame jaren gelijk zijn, en dat degenen die fysiek zwaarder werk verrichten, beschermd moeten worden tegen de nadelige gevolgen van een uniforme pensioenleeftijd.
**Inkomen als Basis voor Pensioenvermogensberekening: Een Gevaarlijk Precedent**
De suggestie om bij de berekening van pensioenuitkeringen rekening te houden met het inkomensniveau van de deelnemers is echter problematisch en zet een gevaarlijk precedent. Inkomensverschillen zijn het resultaat van een complex samenspel van factoren, waaronder opleiding, carrièrekeuzes, en arbeidsmarktcondities. Door inkomensverschillen expliciet te koppelen aan pensioenuitkeringen, wordt een systeem geïntroduceerd dat niet alleen onrechtvaardig is, maar ook extreem moeilijk te operationaliseren. Welke inkomensgroepen worden precies als maatstaf genomen? Hoe wordt omgegaan met fluctuaties in inkomen gedurende iemands carrière? En vooral, hoe kan dit worden gerechtvaardigd zonder de solidariteit binnen pensioenfondsen ernstig te ondermijnen?
Bovendien opent dit de deur naar eindeloze discussies over de toewijzing van pensioenvermogens op basis van subjectieve criteria, wat het vertrouwen in het pensioensysteem kan ondermijnen. De huidige solidariteit in pensioenfondsen, waarbij risico’s worden gedeeld en de uitkering levenslang is, biedt juist een stabiel en voorspelbaar kader. Het introduceren van inkomensafhankelijke vermogensberekening kan deze stabiliteit verstoren en leiden tot een complexiteit die niet alleen moeilijk te beheren is, maar ook rechtvaardigheidsvragen oproept.
**Conclusie**
Het is dus duidelijk dat hoewel een pensioendatum gebaseerd op beroepsspecifieke levensverwachting een constructieve oplossing biedt voor de uitdaging van zwaar werk, het differentiëren van pensioenuitkeringen op basis van inkomen onnodige complicaties en rechtvaardigheidsproblemen introduceert. Het is van essentieel belang dat we de solidariteit en voorspelbaarheid van het pensioensysteem behouden, en daarom moet dit voorstel kritisch worden afgewezen.