Het aantal deelnemers in de derde pijler moet ‘volwaardig’ meetellen bij het beoordelen of de witte vlek is afgenomen, vindt de VVD. Minister Schouten is terughoudend, onder meer uit vrees voor ‘afwenteling’ op werknemers.
Dat bleek afgelopen donderdag bij een debat over pensioenonderwerpen in de Tweede Kamer. Volgens VVD-Kamerlid Bart Smals zei dat de recente toename van de witte vlek vooral komt van ‘nieuwe, hippe en moderne bedrijven’. Hij verwacht dat juist dit type bedrijf gebruik gaat maken van de derde pijler als de fiscale mogelijkheden daarin dezelfde zijn als in de tweede.
Om die reden vroeg Smals aan minister Schouten of zij wil toezeggen dat het derde pijler pensioen ‘volwaardig’ meetelt bij het beoordelen van de afname van de witte vlek, de groep werknemers die geen aanvullend pensioen opbouwt. Halvering van deze groep in de komende vijf jaar is het doel.
Schouten was terughoudend. Volgens de minister is het moeilijker deelnemers in de derde pijler mee te tellen voor dit doel: werknemers kunnen altijd beslissen te stoppen met opbouw en is het daarmee een ‘onduidelijke factor’. Daarnaast vreest ze dat werkgevers achterover gaan leunen en het initiatief voor pensioenopbouw bij hun werknemers laten liggen. Volwaardig meetellen van deelnemers in de derde pijler kan een soort prikkel zijn voor werkgevers die hun verantwoordelijkheid willen ontlopen, aldus Schouten. Dat is volgens haar nadrukkelijk niet de bedoeling.
Ze beloofde wel te kijken naar de ontwikkelingen in de derde pijler, maar als de deelnemers daar echt gaan meetellen voor het reductiedoel dan geeft dat risico op afwenteling naar werknemers, zonder dat werkgevers zich inspannen een goede pensioenregeling aan te bieden.
Parameters en premies
Schouten zegde verder toe dat de Kamer een planningsbrief krijgt vóór het voorjaarsreces dat op 24 februari begint, met onder meer informatie over het Besluit ftk. In dit besluit zijn de nieuwe parameters en scenariosets opgenomen en staat welke impact de parameters naar verwachting hebben op de premie. Hilde Palland (CDA) had hierom gevraagd. Dan wordt ook duidelijk of fondsen de actuele rente mogen gebruiken bij het vaststellen van de premiehoogte, ook als ze de rente eerder hebben vastgelegd. De minister heeft de bevoegdheid dit toe te staan.
1 reactie
Typisch VVD; lasten afwentelen op de smalle beurs.