De raad van toezicht van pensioenfonds Detailhandel waarschuwt dat de langdurig lage premiedekkingsgraad op gespannen voet staat met de evenwichtige belangenafweging. Ook het vo maakt zich zorgen.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
1 reactie
Dit artikel over de premiedekkingsgraad van BPF Detailhandel, maar ook het artikel in Pensioen Pro over de vast te stellen premiestelling van het ABP, beschrijft de problematiek van het op evenwichtige wijze bepalen van de premie voor de komende periode. Het speelt dus bij verschillende fondsen.
Als gevolg van de dalende rente hebben de in de afgelopen 3 tot 5 jaar gemaakte premie afspraken geleid tot lagere premiedekkingsgraden met de nodige gevolgen voor de dekkingsgraad en (in voorkomende gevallen) herstelplannen. Bij die premieafspraken is er een potentieel spanningsveld tussen de hoogte van de premie en de toe te zeggen opbouw van het pensioen in voorkomende regelingen.
De premie en de pensioentoezegging zijn het domein van sociale partners. Het gaat om de invulling van de arbeidsvoorwaarde pensioen en de kosten die daarvoor worden gemaakt. De opdrachtaanvaarding om de regeling uit te voeren is het domein van het bestuur. Het bestuur weegt daarbij op evenwichtige wijze de belangen van alle deelnemers af. Het bestuur informeert de sociale partners periodiek over de ontwikkeling van de premiedekkingsgraad en de gevolgen hiervan voor de verschillende deelnemers. Betrokken partijen, sociale partners en bestuur, kennen doorgaans zeer goed de rollen en verantwoordelijkheden van de ‘andere partij’. Er is normaliter open communicatie en begrip. Hierbij betrokken adviseurs dienen goed begrip te hebben voor zowel de dynamiek als de inhoud van het proces.
Het overleg over de premie en de pensioenregeling tussen sociale partners en bestuur gaat onder meer over de kwaliteit en kosten van de nieuwe opbouw, de ontwikkeling van de premiedekkingsgraad over de afgelopen periode, de solidariteit tussen de verschillende deelnemersgroepen in afgelopen en de komende periode tot de overgang naar het nieuwe pensioencontract. Het is een complexe puzzel waarbij alle betrokkenen vooral het kwalitatieve begrip ‘evenwichtigheid’ dienen in te vullen, maar wel mede gevoed door kwantitatieve (retrospectief en prospectief) inzichten en scenario’s. Inbreng van onafhankelijke en relevante expertise op dit gebied en begrip en gevoel voor het proces is van belang. Wij verwachten dat er uiteindelijk nieuwe afspraken gemaakt zullen worden waarbij alle partijen water bij de wijn doen. Daarbij kan juist een goed geleid proces leiden tot tevredenheid bij alle betrokken partijen.