Direct naar inhoud

ESG-scores: transparantie belangrijker dan vergelijkbaarheid — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 18 oktober 2023

Het belang van esg-scores groeit. Maar het is matig gesteld met het vertrouwen in die scores, die onderling vaak hemelsbreed verschillen. Esg-beoordelaars moeten transparanter worden, vinden bedrijven en beleggers.

Vestiging van mijnbouwer Rio Tinto in Utah. Mijnbouw gaat gepaard met veel milieurisico’s. ANP / Associated Press

Sommige bedrijven zijn trots op hun esg-scores. L’Oréal toont ze alle dertien op zijn website. Het cosmeticabedrijf krijgt dan ook mooie rapportcijfers. Ondernemingen met een minder fraai esg-profiel, zoals mijnbouwers en staalbedrijven, lopen zelden te koop met de beoordelingen van externe partijen.

Esg-scores zijn niet meer weg te denken uit de beleggingssector. En het zijn er veel. Aanbieders als MSCI en Moody’s hanteren lettercodes van AAA tot CCC, zoals kredietbeoordelaars ze ook gebruiken. Anderen, zoals Morningstar Sustainalytics, werken met getallen. Hoe hoger het getal des te groter het esg-risico.

Er komen steeds meer scores voor de prestaties op gebied van milieu, sociaal terrein en governance. Grote vermogensbeheerders als BlackRock, State Street en Schroders willen voor de esg-oordelen niet enkel afhankelijk zijn van de esg-bureaus. Ze kopen de ruwe data in – vaak bij die esg-bureaus – en bepalen op basis daarvan én eigen criteria een eigen rangorde.

Maar zowel beleggers als de beoordeelde bedrijven hebben moeite met de esg-beoordelaars. Ondernemingen vinden dat esg-bureaus zelden open staan voor kritiek op hun beoordelingen. Florian Berg, een van de onderzoekers die in 2019 de lage correlatie tussen esg-scores aan het licht bracht, stelt dat esg-bureaus vaak te weinig personeel hebben om hun werk goed te doen. ‘Als een bedrijf de indruk heeft dat de esg-beoordelaar naar de verkeerde cijfers kijkt of er de verkeerde conclusies aan verbindt, moet de esg-beoordelaar dat kunnen uitleggen’, aldus Berg.

Kostenstijging

Ook beleggers hebben bedenkingen bij esg-dataleveranciers. Uit een recent wereldwijd onderzoek van BNP Paribas onder 420 grote beleggers blijkt dat ruim twee derde inconsistente en incomplete esg-data ervaren als een barrière om duurzamer te gaan beleggen.

Deze ontwikkelingen hebben de aandacht getrokken van toezichthouder ESMA en de EU. Ze zijn bezig met regels voor deze esg-bureaus en scherpen het toezicht aan. De EU wil bijvoorbeeld voorkomen dat er sprake kan zijn van belangenconflicten: een esg-beoordelaar mag niet adviseren hoe bedrijven hun esg-score kunnen opkrikken.

Daarnaast moeten esg-bureaus van de EU transparanter worden. Nu is het voor buitenstaanders vaak een raadsel hoe een score tot stand komt. Onderzoeker Berg: ‘Het is lastig kritiek op de scores te hebben als onduidelijk is waarop die zijn gebaseerd.’

Berg meent dat esg-bureaus meer tijd moeten uittrekken voor de bedrijven die ze de maat nemen. ‘Bedrijven moeten gelegenheid krijgen hun visie te geven. Dat wil niet zeggen dat esg-beoordelaars hun oren moeten laten hangen naar de ondernemingen die ze beoordelen, maar ze moeten wel in gesprek gaan.’ Hij onderkent dat dat meer capaciteit vergt en dat beleggers daardoor dieper in hun buidel moeten tasten voor de esg-diensten. Maar hij verwacht dat die kostenstijging wel meevalt, omdat het aantal beleggers dat esg-diensten afneemt nog steeds groeit.

Discriminatiebeleid

Ita Demyttenaere van Morningstar Sustainalytics vindt meer openheid een goede zaak. ‘Nu is op onze site al te zien wat de laatste documenten zijn waarop we onze bevindingen baseren. Als wetgevers ons vragen om meer openheid te geven over onze meetmethodes, dan nemen we dat uiteraard serieus. Onze klanten hebben overigens al toegang tot vrijwel alle onderliggende informatie.’

Demyttenaere beaamt dat het contact met bedrijven voor verbetering vatbaar is. ‘We geven ondernemingen al twee weken de tijd om te reageren op een beoordeling. Er is ook een meldpunt voor zaken die niet kloppen. Aan de andere kant willen we niet eindeloos discussiëren over een oordeel dat we vellen.’ Morningstar Sustainanlytics, waar nu zo’n 1800 mensen werken, kondigde recent aan dat er 150 tot 180 arbeidsplaatsen verdwijnen.

Pensioen Pro Magazine

Dit achtergrondartikel is afkomstig uit Pensioen Magazine #44, dat 10 oktober is verschenen. Klik hier voor de online versie van het magazine.

Met name over sociale en governance onderwerpen kan de esg-beoordelaar een andere visie hebben dan de onderneming zelf. ‘Alleen een document waarin staat dat een bedrijf tegen discriminatie op de werkvloer is, vinden we onvoldoende’, zegt Demyttenaere. ‘Wij willen zien welke maatregelen worden genomen en hoe die worden gewaarborgd. Voor ons telt een document zonder concrete maatregelen hetzelfde als geen anti-discriminatiebeleid. Daar zijn sommige bedrijven het niet mee eens.’

Intenties

Esg-beoordelaars krijgen indirect ook te maken met andere EU-regels rond duurzaamheid, zoals Sfdr (voor vermogensbeheerders) en Csrd (voor bedrijven, per 2024). Csrd gaat over welke esg-data bedrijven moeten verstrekken. Demyttenaere: ‘Een goede ontwikkeling. Wij hebben baat bij gestandaardiseerde data.’ De invloed op esg-scores is volgens hem nihil. ‘De EU schrijft niet voor hoe zwaar arbeidsomstandigheden moeten wegen in een esg-oordeel.’

Sigaretten versus elektrische auto’s

Philip Morris en Tesla scoren vrijwel gelijk op esg-risico bij Morningstar Sustainalytics. Voorstanders van elektrische auto’s vinden dat Tesla een lager esg-risico moet scoren, omdat de voertuigen van Tesla de energietransitie mogelijk maken. Zij zien over het hoofd dat de governance van het bedrijf van Elon Musk discutabel is en de winning van grondstoffen voor accu’s slecht voor het milieu is. Die zaken drukken de esg-score.

Tegenstanders van roken zetten op hun beurt vraagtekens bij de esg-

score van de maker van Marlboro, L&M en Chesterfield. Zij kijken voornamelijk naar de schadelijke kanten van tabak. Morningstar Sustainalytics neemt in de esg-score ook mee dat een bedrijf bijvoorbeeld een goed veiligheidsbeleid heeft of tabaksboeren een fatsoenlijke vergoeding betaalt voor hun gewassen. Als een bedrijf daar goed op scoort, tikt dat door in de esg-score.

Bij sommige esg-beoordelaars, die bedrijven per sector beoordelen, kan het best presterende tabaksbedrijf zelfs beter presteren dan een bedrijf als Tesla.

Sfdr stelt eisen aan de transparantie die vermogensbeheerders moeten betrachten over hun producten. Hoe groener de claim van een vermogensbeheerder, hoe meer hij het achterste van zijn tong moeten laten zien. Dit heeft vooralsnog geen invloed op esg-scores.

De taxonomie, een inventarisatie van activiteiten die schadelijk zijn voor het milieu, laat eveneens nog veel open. Over een onderwerp als kernenergie zullen Duitsland en Frankrijk het bijvoorbeeld niet snel eens worden. En de EU zegt niet hoe die taxonomie moet worden verwerkt in esg-beoordelingen.

Onderzoeker Berg ziet nog voldoende verbeterpunten voor esg-bureaus. ‘Ze moeten hun data voorzien van meer context, zoals ook financieel analisten dat doen. CO2-uitstoot is één ding. Intenties zijn wellicht nog belangrijker. Een belegger wil weten of die uitstoot omlaaggaat. Wat is het bedrijf van plan? Zijn die plannen concreet? Zijn ze in lijn met internationale verdragen?’ Berg hoopt dat meer concurrentie tussen de esg-beoordelaars deze trend zal bevorderen.

Regionale verschillen

Berg publiceerde in 2019 een onderzoek waaruit bleek dat esg-scores van verschillende beoordelaars per bedrijf flink verschillen. Die inconsistentie heeft veel aandacht gehad. The Economist liet vorig jaar weinig heel van esg-scores. Ze zijn inconsistent en persen zeer uiteenlopende zaken zoals discriminatie, belastingmoraal en waterverbruik in één enkel cijfer. ‘Gooi esg-scores uit het raam en laat beleggers zich concentreren op CO2-uitstoot’, aldus het zakenblad. Een stuk makkelijker meetbaar dan het genderbeleid van een bedrijf.

Maar de visie van The Economist maakt weinig school bij onderzoekers, beleggers en esg-beoordelaars. Dat de esg-score voor mijnbouwer Rio Tinto lager is bij Morningstar Sustainalytics dan bij MSCI is volgens veel betrokkenen geen probleem. ‘Esg-beoordelingen hoeven niet te worden gestandaardiseerd’, aldus Rients Abma, directeur van Eumedion, de belangenorganisatie voor institutionele beleggers. ‘Als de methodologie waarop de scores zijn gebaseerd maar transparant en helder is. Op basis daarvan kan je dan de esg-rating kiezen die het beste past bij je beleggingsbeleid. Abma verwacht dat Europese regels die transparantie over totstandkoming van de esg-beoordelingen bevorderen.

‘Dat die esg-scores onderling verschillen, is begrijpelijk’, vindt Randy Caenen, uitvoerend bestuurder bij pensioenfonds Nedlloyd. ‘Dat is een afspiegeling van de vraag uit de markt. Niet alle beleggers vinden dezelfde onderwerpen even belangrijk.’ Die verschillen zijn er tussen beleggers en zijn vaak ook regionaal. Amerikanen hechten veel belang aan maatregelen tegen discriminatie op de werkvloer, terwijl het milieu in Europa hoger op de agenda staat.

Vraag naar impact-scores

Een groeiend aantal beleggers wil niet enkel esg-risico’s vermijden, maar met hun beleggingsbeleid op aantoonbare wijze iets bijdragen aan een betere wereld. Die ambities koppelen ze vaak aan enkele van de zeventien VN-duurzaamheidsdoelen (sdg’s). Aan esg-scores hebben ze dan weinig, omdat die vooral iets zeggen over het bedrijf in het verleden en niet over de impact van de producten en diensten in de toekomst.

Op dit punt zijn esg-bureaus al wel actief. ‘We komen in het najaar met een impactscore’, zegt Demyttenaere van Morningstar Sustainalytics. ‘Die komt naast een esg- en de CO2-score. We kijken naar de positieve en negatieve impact van een product. Dus bij een elektrische auto niet alleen naar verminderde CO2-uitstoot, maar ook naar schadelijke gevolgen van de winning van schaarse grondstoffen.’

Dat is ook de ervaring van Demyttenaere, die bij Morningstar Sustainalytics contact met klanten onderhoudt. ‘Dat er weinig correlatie is tussen esg-scores is niet per se onwenselijk. Ze lopen uiteen omdat esg-beoordelaars nu eenmaal andere dingen meten. De ene weegt mensenrechten zwaarder dan de andere beoordelaar. Weer een ander richt zich vooral op CO2-uitstoot.’

Gewonden

De meetmethode is een belangrijke oorzaak van de verschillen. ‘Wij hanteren een absolute score, zodat bedrijven uit verschillende sectoren met elkaar kunnen worden vergeleken’, zegt Demyttenaere. ‘Andere beoordelaars geven beoordelingen per sector. Een goed presterend olie- en gasbedrijf kan zodoende een betere score halen dan een slecht presterende producent van kantoorartikelen. Bij ons kan dat niet. Het esg-risico bij een olie- en gasbedrijf is vanwege de aard van de activiteiten hoog. Dat geldt niet voor een onderneming die kantoorartikelen maakt. Die scoort bij ons per definitie beter dan een oliebedrijf.’

Esg-beoordelaars wordt vaak voor de voeten geworpen dat dit soort verschillen niet voorkomen bij kredietbeoordelaars, die het doorgaans roerend met elkaar eens zijn. Demyttenaere vindt dat de vergelijking met kredietbeoordelingen niet opgaat. ‘Die meten hetzelfde en dan is het logisch dat ze ongeveer op dezelfde beoordelingen uitkomen. Esg-ratings zijn beter te vergelijken met koop- of verkoopaanbevelingen van financieel analisten. Die verschillen ook omdat ze allemaal werken met eigen aannames.’

Onderzoeker Berg vindt de vergelijking met kredietbeoordelaars eveneens onjuist. ‘Die meten kredietrisico, de kans op een faillissement. Die kans is niet afhankelijk van subjectieve waarden. Duurzaamheid bestaat uit veel meer elementen waarover ook nog eens geen overeenstemming bestaat. Bovendien veranderen de ideeën over esg in de loop der tijd.’ Tien jaar geleden bekommerde vrijwel niemand zich over biodiversiteit. De laatste jaren beweren veel bedrijven zich daar ernstig zorgen over te maken.

De verschillende visies op duurzaamheid zijn volgens Berg de belangrijkste oorzaak van de uiteenlopende uitkomsten en kunnen niet onder het tapijt worden geveegd door één meetmethode voor te schrijven. ‘Ik ben tegen standaardisatie. Het risico is dat verkeerde meetmethoden worden voorgeschreven die niet meten wat we willen meten. Een voorbeeld is een van de criteria voor de veiligheid op de werkvloer: het aantal gewonden per jaar. Dat cijfer zegt weinig over hoe serieus een onderneming veiligheid neemt. Het gevaar bestaat zelfs dat bedrijven gaan sturen op zo’n getal, bijvoorbeeld door werknemers minder snel door te sturen naar een arts.’

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.