Rijk, provincies, gemeenten en waterschappen betalen politieke pensioenen nu uit hun begroting. Senaat en kabinet willen hervormen en die pensioenen ook onder de Wtp laten vallen. Het is de vraag of dat lukt.
Pensioenen van politieke ambtsdragers moeten ook onder de Wet toekomst pensioenen vallen, zo oordeelde de Eerste Kamer unaniem afgelopen voorjaar. De senaat nam met algemene stemmen een motie aan van senator Ferd Crone (PvdA), die oproept ‘de pensioenen voor politici volgens de Wtp vorm te gaan geven’. Crone kwam met de motie na een discussie over de politieke pensioenen bij de behandeling van de Wtp in de senaat.
Voor wijzigingen in politieke pensioenen is een twee derde meerderheid nodig. De discussie ging over de vraag of de Wtp hieraan iets wijzigt. Ja, vonden tegenstanders van de wet en hoogleraren staatsrecht. Nee, aldus het kabinet en voorstanders van de wet. Bij de overstap naar fondsfinanciering voor politieke pensioenen staat buiten kijf dat een twee derde meerderheid nodig is.

‘Risicovolle en inefficiënte uitvoering’
Het gaat over de pensioenen van onder anderen ministers, Tweede Kamerleden, gedeputeerden en wethouders, die zijn geregeld in de Appa, de Algemene pensioen- en uitkeringswet politieke ambtsdragers. De uitvoering van hun pensioen komt voor rekening van rijk, provincies, gemeenten en waterschappen – zij betalen de pensioenen uit de begroting. Het is hun eigen verantwoordelijkheid hiervoor geld te reserveren.
Plannen om deze begrotingsfinanciering te wijzigen zijn er sinds begin deze eeuw, toen de Kamer opriep kapitaaldekking en fondsfinanciering te onderzoeken, in 2006 gevolgd door een advies met als conclusie: ‘Het huidige pensioenstelsel voor politieke ambtsdragers is niet meer bij de tijd.’ En: ‘De gedecentraliseerde uitvoering is risicovol en inefficiënt.’
Sindsdien komt het onderwerp af en toe terug op de agenda, onder meer tien jaar geleden. Toen bleek uit een onderzoek, openbaar gemaakt na een Wob-verzoek van Pensioen Pro, dat tegenover circa €1 mrd aan aanspraken zo’n €500 mln aan reserveringen stond.
Acht jaar geleden kondigde toenmalig minister Plasterk van Binnenlandse Zaken aan de voornemens voor fondsfinanciering op de lange baan te schuiven, omdat pensioenfonds ABP in herstel was. Het ABP was – en is – het beoogde fonds voor de uitvoering van politieke pensioenen na overstap op fondsfinanciering.
Stok achter de deur
Is de Wet toekomst pensioenen de stok achter de deur die ervoor zorgt dat het kabinet doorzet en een wetsvoorstel indient voor fondsfinanciering van politieke pensioenen?
Daar lijkt het wel op. In 2021 informeerde Binnenlandse Zaken provincies, gemeenten en waterschappen over de voorgenomen stelselherziening. ‘Ook voor betrokken partijen bij de Appa is het van belang om op een ordentelijke wijze de overstap te maken naar het nieuwe pensioenstelsel.’ De ‘financieringswijze’ van de politieke pensioenen is ‘een belangrijk element in deze overstap’, aldus het ministerie, dat de bestuursorganen aanspoorde geld te reserveren. ‘Het helpt voor de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel als uw gemeente op 1 januari 2027 een toereikende voorziening heeft voor de op dat moment al opgebouwde Appa-pensioenaanspraken.’
En de oproep van de senaat is duidelijk: het pensioen van politici moet onder de Wtp gaan vallen. In de memorie van toelichting staat verder dat het nodig is de Appa inhoudelijk te wijzigen als de Wtp is aangenomen. ‘De in dit wetsvoorstel voorziene transitieperiode tot 1 januari 2027 zal hiervoor gebruikt worden’, aldus de toelichting.
Volgens een woordvoerder van het ministerie van Binnenlandse Zaken gaat er binnenkort een brief naar de Kamer over het pensioen van politici. ‘Vragen over de beoogde uitvoerder, verplichtingen en voorzieningen zullen in die brief aan bod komen’, laat ze weten.
Invaren?
Het is de vraag of die brief duidelijk maakt wat het kabinet wil met de tot nu toe opgebouwde aanspraken op pensioen.
Moeten gemeenten, provincies, waterschappen en het rijk zelf de waarde hiervan contant maken en overdragen aan het ABP? Het rijk doet dat wél met de pensioenen die militairen opbouwden vóór 2001. Er staat een bedrag van €8,5 mrd gereserveerd voor het moment dat ABP overstapt op de nieuwe regeling. Minister Schouten zei in januari in een debat impliciet dat voor politieke pensioenen hetzelfde gaat gelden: ‘Ik wil even helder hebben dat de Appa niet buiten het invaren gaat (sic).’
Aan de andere kant spreekt de motie van de senaat uit dat politici ‘zoveel mogelijk gelijk worden behandeld als anderen’ en roept die alleen op het pensioen van politici vorm te gaan geven volgens de Wtp. Dat laat ruimte alleen de nieuwe opbouw onder te brengen bij het ABP. Invaren is geen wettelijke verplichting, zo benadrukte Schouten zelf vorige week ook in een debat. Tel daarbij op dat de nieuwe Tweede Kamer plannen heeft voor invoering van instemmingsrecht – waarom zou zo’n recht dan niet gaan gelden voor politici?
Een extra argument tégen invaren is mogelijk dat gemeenten, provincies en waterschappen dan in één keer geld beschikbaar moeten hebben voor het pensioen van al hun politieke ambtsdragers. Het onderzoek van Deloitte uit 2013 liet zien dat er toen een groot gat was; de vraag is of dat gat sindsdien kleiner is geworden.
Rommelige dossiers

Remco Reinders van adviesbureau Montae helpt gemeenten overzicht te krijgen over hun politieke pensioenen. De meeste hebben te weinig kennis van de Appa, zegt hij, bijvoorbeeld omdat ambtenaren met pensioen zijn. Of het dossier is ‘rommelig’, vanwege een gemeentelijke herindeling: de fusiegemeenten hadden verschillende administrateurs of een andere manier voor het registreren van de pensioenvoorziening. Het roept de vraag op of de data die gemeenten (en waterschappen en provincies) gebruiken kloppen. Eerdere onderzoeken naar datakwaliteit bij pensioenfondsen, te beginnen met QuintoP, zijn aan de Appa voorbij gegaan, merkt Reinders op.
Ook kan het voorkomen dat gemeenten überhaupt geen waardering hebben gemaakt voor de pensioenen van hun oud-wethouders, vervolgt hij. Zijn indruk is dat dit vooral groepen betreft die wethouder waren vóór 2005, het jaar waarin Appa-producten op de markt kwamen die de administratie vereenvoudigden. Het algemene beeld: in heel veel gevallen kloppen de voorzieningen niet of niet precies, wat volgens Reinders niet zonder meer wil zeggen dat er te weinig is gereserveerd.
Rente
Over de toereikendheid van de voorzieningen kan hij geen uitspraken, omdat hier geen structureel onderzoek naar is gedaan zoals indertijd door Deloitte. Reinders heeft wel tekorten gezien, maar vermoedt dat die als gevolg van de gestegen rente zijn geslonken.
Voor de gemeente Enschede was de gestegen rente in 2022 bijvoorbeeld reden de voorziening te verlagen:van €6,2 mln naar €5,2 mln. Ook als de voorziening op zich klopt, kan sprake zijn van een tekort bij een eventuele overgang naar het ABP. ‘Je bent ook afhankelijk van de dekkingsgraad bij ABP op het moment van invaren.’
Loyalis
Reinders wijst op een andere potentiële hindernis bij invaren: zo’n honderd gemeenten hebben bij verzekeraar Loyalis kapitaalplannen afgesloten, soms met rendementsgaranties, die tot uitkering komen als wethouders met pensioen gaan. Loyalis was een dochter van ABP en is tegenwoordig in handen van ASR. ‘Gemeenten zijn afhankelijk van de medewerking van ASR bij het liquideren ervan.’
Het is een stuk eenvoudiger alleen de nieuwe opbouw bij het ABP te laten plaatsvinden vanaf het moment dat dat fonds overstapt naar de solidaire regeling en de opgebouwde rechten achter te laten. Dat voorkomt eventuele ‘financiële verrassingen’.
Maar voordat er écht iets verandert, moet in Tweede én Eerste Kamer een twee derde meerderheid vóór stemmen – anders blijft alles bij het oude.
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.