De behandeling van de Wet verlenging pensioentransitie in de Eerste Kamer gaat na de val van het kabinet door, tenzij een meerderheid van de senatoren de wet controversieel verklaart. Het is onwaarschijnlijk dat dit gebeurt.

‘We zijn daar heel rustig over. We gaan gewoon verder met het uitvoeren van de wet’, zegt een woordvoerder van de Pensioenfederatie, gevraagd naar een reactie op de val van het kabinet.
PVV-leider Geert Wilders zegde gisteren het vertrouwen in de coalitie op; de bewindslieden die namens zijn partij deelnamen stapten uit het kabinet, dat zonder hen demissionair doorgaat. Het verlengen van de overgangsperiode naar het herziene pensioenstelsel ‘is een punt’, erkent de woordvoerder. ‘Het is aan de Eerste Kamer hoe ze met de behandeling omgaan.’
De Tweede Kamer stemde twee weken geleden in met de wet die verlenging mogelijk maakt. De wet ligt nu bij de Eerste Kamer, die vorige week besloot dat fracties er op 17 juni schriftelijke vragen over kunnen indienen. ‘Het is niet zo dat daar (in de Eerste Kamer, red.) van alles controversieel wordt verklaard’, aldus de woordvoerder.
Dat klopt. Na de val van het vorige kabinet, in juli 2023, verklaarde de Eerste Kamer één onderwerp controversieel: de Tijdelijke wet Transitiefonds landelijk gebied en natuur, waarmee het toenmalige kabinet €24 mrd wilde vrijmaken voor natuurherstel en het uitkopen van boeren. Dat onderwerp is politiek veel gevoeliger dan de langere overgangsperiode voor de Wet toekomst pensioenen (Wtp).
Toezegging aan senaat
Het is daarom zeer onwaarschijnlijk dat de val van het kabinet reden is de behandeling te staken van de wet die dit mogelijk maakt. Bovendien is de langere overgangsperiode een toezegging die Carola Schouten als verantwoordelijk minister deed aan de senaat, toen die de Wtp behandelde. Weliswaar was de samenstelling toen anders dan nu, maar de partijen die de verlenging in de Tweede Kamer steunden, hebben (ook) in de huidige senaat een ruime meerderheid.
Als de senaat heeft ingestemd met Wet verlenging pensioentransitie, dan kan de Algemene Maatregel van Bestuur met de nieuwe einddatum in werking treden. Minister Van Hijum stuurde het ontwerpbesluit vorige week naar de Kamer.
Sinds eergisteren is een andere Algemene Maatregel van Bestuur in consultatie. Dit besluit geeft pensioenfondsen de ruimte tot maximaal twaalf maanden na invaren af te wijken van hun strategisch beleggingsbeleid. Zo is er meer tijd voor bijvoorbeeld het afbouwen van de renteafdekking.
Bedrag ineens
Een ander dossier dat nog bij de Eerste Kamer ligt, is de Wet herziening bedrag ineens. Meerdere senatoren hebben vraagtekens bij de beoogde datum van inwerkingtreding, die in maart voor de zevende keer naar achteren is opgeschoven, naar 1 juli 2026.
Minister Van Hijum houdt voorlopig vast aan deze datum, liet hij vorige week weten. Wel zal hij in de gaten houden of ‘uitvoerders zich nog comfortabel voelen bij de beoogde inwerkingtreding’. Ook hangt de uiteindelijke datum af van ‘de voortgang van het parlementaire proces’.
Kortom, als de behandeling in de Eerste Kamer nog een tijdje duurt, dan schuift de ingangsdatum sowieso verder naar achteren. De val van het kabinet heeft hierop verder geen invloed.
Koopkracht herzien stelsel
Anbo-PCOB vreest dat er na de val van het kabinet weinig terecht komt van ‘koopkrachtverbetering’. De ouderenorganisatie was afgelopen november opgetogen dat minister Van Hijum een onafhankelijk onderzoek naar koopkrachtverbetering toezegde. Enkele maanden later constateerde beleidsadviseur Willem Reijn dat er sindsdien ‘niets meer gehoord of gezien’ is van die toezegging.
Voor Agnes Joseph (NSC) is dit ook een belangrijk punt. Na het verwerpen van haar amendement voor instemmingsrecht liet zij weten zich onder meer hiervoor te gaan inzetten. Als Kamerlid heeft ze in elk geval de tijd tot de verkiezingen, die naar verwachting in oktober of november plaatsvinden.
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.