Van alle 43 bedrijfstakpensioenfondsen willen er 14 in 2025 over naar het nieuwe stelsel. Van de dertig grootste opf’en zit slechts één fonds in deze kopgroep, die wordt aangevuld met vier beroepspensioenfondsen.
Dit artikel is op 13 november voor het laatst aangepast, na het nieuws dat sociale partners in de uitzendbranche een flexibele regeling hebben gekozen.
Uit onderzoek van Pensioen Pro onder meer dan tachtig pensioenfondsen blijkt verder dat 2026 het populairste jaar is om over te stappen. Bovendien hebben de meeste bedrijfstakfondsen inmiddels vernomen van sociale partners dat zij van plan zijn om bestaande pensioenen in te varen in een solidaire premieregeling. Bij de opf’en en beroepspensioenfondsen is het beeld diffuser. Voor alle fondsen geldt dat het doorgaans nog gaat om ‘voorlopige keuzes’ en ‘intenties’ van sociale partners.

Bij de bpf’en die in 2025 over willen zitten Detailhandel en Horeca & Catering, met elk meer dan een miljoen deelnemers. Van de vijf grootste bpf’en mikken er vier op 2026: PFZW, PMT, PME en bpfBouw. ABP had dit voornemen ook, maar schoof op naar 2027 toen minister Schouten in juli zei dat pensioenfondsen een jaar extra krijgen voor de transitie. Bij de dertig grootste opf’en, gemeten naar aantal deelnemers, is het fonds AkzoNobel het enige dat in 2025 over wil; de beroepspensioenfondsen voor Fysiotherapeuten, Dierenartsen, Openbare Apothekers en Loodsen zijn daar ook voor te porren.
Bpf’en: solidair met invaren is de norm
Van alle 43 bpf’en gaan er 36 louter een solidaire premieregeling uitvoeren mét invaren.
Opvallend is dat PME, als enige van de grote vijf fondsen, nog niets kan zeggen over een voorlopig besluit van sociale partners voor een van de twee contracten. ‘Later dit najaar worden knopen doorgehakt’, zegt een woordvoerder. De voor de hand liggende keuze voor het grootmetaalfonds zou zijn om over te gaan op het solidaire contract, net als de meest bpf’en. FNV’er Leonne Jansen zei in mei 2021 dat de vakbond er bij de eigen cao-onderhandelaars op zou aandringen zich hard te maken voor de solidaire premieregeling en niet voor de flexibele. Die heetten toen nog ‘het nieuwe contract’ en de ‘verbeterde premieregeling’.
Flexibel
Afwijken van dit beleid kon volgens Jansen alleen in zeer uitzonderlijke gevallen. De sector Herwinning Grondstoffen blijkt zo’n uitzondering. Bpf Nederlandse Groothandel, dat deze verplichtgestelde regeling uitvoert, startte begin dit jaar al met een dc-regeling, waardoor de flexibele regeling met risicodelingsreserve volgens directeur Pieter Langereis ‘voor de hand ligt’. Dit heeft als voordeel dat werkgevers de optie krijgen in het nieuwe stelsel vast te houden aan een stijgende premie voor de huidige werknemers. In de Wet toekomst pensioenen is een vlakke premie de norm.
SBZ, een fonds zonder verplichtgestelde regeling, wil ook graag over naar een flexibele premieregeling met risicobuffer, zegt uitvoerend bestuurder Reiniera van der Feltz. ‘Wij zullen echter de contractkeuze van sociale partners bij zorgverzekeraars volgen en die zijn er nog niet uit.’ PNO Media en PGB, twee magneetfondsen met vele verplichte én vrijwillige aansluitingen, bieden zowel de solidaire als flexibele premieregeling aan. Bij Nederlandse Groothandel, SBZ, PNO Media en PGB is niet invaren ook een optie, mits goed onderbouwd.
Pensioenfonds Rijn- en Binnenvaart zal niet invaren en blijft in het huidige ftk, zegt voorzitter Ronald van Oostrom. De verplichtstelling van dit fonds eindigt per 2025, omdat de representativiteit van sociale partners te laag is geworden. Zij hebben een nieuwe vrijwillige pensioenregeling afgesproken, die ze willen onderbrengen bij een verzekeraar. Het bpf gaat vanaf 2025 door als gesloten fonds. Van Oostrom sluit niet uit dat het fonds op termijn zal worden opgeheven.
Onzeker
Het laatste bpf waar nog niet zeker is of het FNV-decreet voor de solidaire premieregeling wordt opgevolgd, is Stipp. Bij dit verplichtgestelde fonds voor de uitzend- en detacheringsbranche, met bijna 1,2 miljoen deelnemers, onderhandelen sociale partners nog over de contractkeuze, meldt voorzitter Erwin Bosman. Die beslissing lijkt op het eerste gezicht niet moeilijk, aangezien Stipp nu al een dc-regeling heeft. Bosman kan echter alleen melden, dat het in principe de bedoeling is dat de opgebouwde kapitalen overgaan naar het nieuwe stelsel.
Het uitblijven van een keuze raakt ook het van de Stipp-regeling gedispenseerde fonds Flexsecurity van Randstad, met bijna 210.000 deelnemers het grootste opf van Nederland. ‘Wij voeren dezelfde, gelijkwaardige regeling uit als Stipp’, zegt Flexsecurity-voorzitter Raimond Schikhof. ‘Dat zal in het nieuwe stelsel zo blijven en daarom is hun tempo bepalend. Wij kunnen niet eerder dan Stipp over, maar mogen ook niet later.’
Volgens Schikhof is de voorlopige keuze bij Stipp nog niet rond, omdat vakbonden liever een solidaire premieregeling willen en de werkgevers de flexibele variant. Consultants constateerden deze impasse in onderhandelingen over de nieuwe regeling ook al bij veel ondernemingen met een eigen cao en pensioenfonds. Schikhof heeft er toch vertrouwen in dat partijen er bij Stipp uitkomen.
Na de transitie blijven er nog 42 bpf’en over. Bakkers en Zoetwaren gaan na invaren verder als één fonds.
Opf’en: diverse varianten en gesloten fondsen
De dertig grootste opf’en blijken minder voortvarend dan bpf’en in het nemen van besluiten over het nieuwe stelsel. 21 fondsen hebben een jaartal geprikt waarop ze de nieuwe regeling beogen in te voeren; daarvan hebben er 18 gekozen voor 2026. Zoals gezegd mikt AkzoNobel als enige op 2025, terwijl ABN Amro en SNS Reaal afkoersen op 2027.
Slechts een derde van de onderzochte opf’en heeft al een voorkeur doorgekregen van sociale partners voor een contract. Of dat te maken heeft met de hierboven geschetste impasse tussen werkgevers en vakbonden is niet bekend. Bij SNS Reaal en IBM zijn gesprekken over de nieuwe regeling sowieso nog maar net begonnen.
Acht fondsen, waaronder PostNL, UWV, Hoogovens en DSM, stevenen af op een solidaire regeling. AkzoNobel en Capgemini gaan een flexibele premieregeling uitvoeren. Bij veertien opf’en is de intentie uitgesproken voor invaren.
In de lijst met opf’en staan zes fondsen die zijn gesloten voor premie-inleg van nieuwe medewerkers: ING, Shell, Ernst & Young, NN CDC, Atos en Delta Lloyd. Deze fondsen mogen ook invaren in een solidaire of flexibele premieregeling, als daarvoor een verzoek komt van sociale partners. Een reden om in te varen is dat buffers dan kunnen worden uitgedeeld. ING meent bijvoorbeeld dat de pensioenen bij de huidige dekkingsgraad tot 20% hoger kunnen uitvallen bij de overstap. Bij niet invaren blijft het fonds in het ftk, mét de regels voor toekomstbestendig indexeren.
Vijf van de zes gesloten opf’en voeren gesprekken over invaren. Uitzondering is Ernst & Young. Niek de Jager, voorzitter van het pensioenfonds Ernst & Young, acht de kans dat sociale partners met een invaarverzoek komen gering. ‘Invaren is onverstandig, vanwege de garanties in de herverzekering waarvoor in het verleden is betaald.’ Het bestuur overweegt een collectieve waardeoverdracht, waarbij het fonds wordt opgeheven. Pensioenfonds Atos is, naast dat sociale partners in gesprek zijn, zelf ook aan het nadenken over zijn toekomst, zegt voorzitter Sako Zeverijn.
Bij pensioenfonds Delta Lloyd zou een invaarverzoek van Nationale Nederlanden moeten komen, dat Delta Lloyd in 2017 overnam. NN heeft het gesloten opf nog niet benaderd, maar het fonds onderzoekt wel zelf of invaren een goede optie is voor deelnemers. Om zijn keuzes te kunnen onderbouwen, heeft het bestuur onder meer een enquête uitgezet onder deelnemers.
De huidige regelingen bij bouwmaterialenproducent CRH en farmaceut MSD zullen de komende jaren juist worden gesloten. Sociale partners bij CHR willen voor eind 2024 de nieuwe regeling elders onderbrengen en de bestaande pensioenen bij die nieuwe partij invaren. Het opf zegt eventueel mee te werken aan een waardeoverdracht.
Bij MSD worden de opgebouwde pensioenen nergens ingevaren. Die blijven, net als de buffer, in het ftk. Voordeel is dat de bijstortregeling in de db-regeling vanuit de werkgever mag worden voortgezet. De nieuwe regeling zal ook door het fonds worden uitgevoerd. Voor sociale partners is de bijstortingsverplichting van Unilever in de gesloten pensioenregeling van het concern ook reden om niet in te varen. De regeling met bijna 19.000 deelnemers wordt niet uitgevoerd door een opf, maar zit in kring Progress van het Unilever APF.
Beroepsfondsen: relatief veel vroege vogels
Er zijn negen beroepspensioenfondsen in Nederland. Zoals gezegd willen de fondsen voor Fysiotherapeuten, Dierenartsen, Openbare Apothekers en Loodsen in 2025 over naar het nieuwe stelsel. De eerste drie fondsen kiezen voor de flexibele premieregeling, net als Huisartsen, dat uiterlijk in 2027 over wil. De Medisch Specialisten en Verloskundigen volgen in 2026, met respectievelijk het solidaire en flexibele contract.
Bij het gesloten beroepspensioenfonds Tandartsen onderzoekt een werkgroep de diverse Wtp-scenario’s, waarvan invaren er een is. Vijf beroepspensioenfondsen weten nu al dat ze willen invaren. Van de Roeiers in het Rotterdamse Havengebied, een fonds met nog geen 630 deelnemers, was het niet mogelijk gegevens te verzamelen.
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.