Een pensioenfonds kan volgens PME probleemloos alle beleggingen in fossiele energie binnen twee maanden verkopen en herbeleggen. De verandering in het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille is volgens het fonds verwaarloosbaar.
PME schreef begin deze maand geschiedenis toen het liet weten als eerste Nederlandse pensioenfonds alle olie- en gasbeleggingen te hebben verkocht. Pensioenfonds Horeca & Catering was een dag eerder dan PME met de aankondiging van dezelfde stap, maar het pensioenfonds heeft de ongeveer €80 mln aan beleggingen in hoogrentend schuldpapier van olie- en gasbedrijven nog niet van de hand gedaan. Aandelen van fossiele bedrijven zijn al wel verkocht.
Navraag bij beleggingsmanager Bas van Ooijen van Horeca leert dat het pensioenfonds de obligaties voorlopig nog aanhoudt omdat het nog dubt over de vraag hoe de hoogrentende obligatieportefeuille opnieuw in te richten. ‘Omdat obligaties van olie- en gasbedrijven een relatief groot deel van de high-yieldportefeuille vormen, heeft de beslissing om te verkopen een behoorlijke impact. We weten nog niet hoe we ons huidige global high yield-mandaat opnieuw gaan inrichten’, aldus Van Ooijen, die op korte termijn een besluit hierover verwacht.
Dat langer wordt gewacht met de verkoop van de hoogrentende obligaties heeft niet te maken met een eventueel gebrek aan liquiditeit, benadrukt Van Ooijen. ‘Wij zijn niet een heel grote belegger, dus het zou niet al te moeilijk moeten zijn om de stukken in korte tijd kwijt te raken.’
Zes weken
PME heeft zijn beleggingen in obligaties van olie- en gasbedrijven afgelopen zomer binnen zes weken verkocht, vertelt Marcel Andringa, uitvoerend bestuurder balans & vermogensbeheer bij het pensioenfonds. ‘We hebben het besluit eind juni genomen, en medio augustus hadden we alles verkocht.’ De verkoop van fossiele aandelen was binnen een paar dagen gepiept. ‘Een bedrag van, in ons geval, €400 mln aan verkopen is niet zo ontzettend spannend. Ook van de zomer kon dat makkelijk door de markt worden geabsorbeerd. Omdat we bij een eerdere herziening van ons duurzaamheidsbeleid de blootstelling aan de olie- en gassector al hadden verkleind naar 1,7%, konden we het aandelengedeelte bovendien meenemen in de reguliere herijking van de beleggingsportefeuille.’
Voor de actief beheerde obligatiemandaten trokken PME en uitvoerder MN meer tijd uit. Andringa: ‘Die worden beheerd door verschillende externe managers, en in overleg met hen is vastgesteld hoeveel tijd ze nodig hadden om alle olie- en gasbeleggingen te verkopen. Bij bijvoorbeeld Amerikaans high yield ben je niet slim bezig als je dat in een paar dagen wilt verkopen.’
Pensioenfondsen herijken duurzaamheidsbeleid
Een groot aantal pensioenfondsen is bezig het duurzaamheidsbeleid aan te scherpen, maar PME, Horeca & Catering en UWV zijn vooralsnog de enige fondsen die hebben besloten helemaal te stoppen met beleggen in olie en gas. De meeste publieke aandacht gaat hierbij waarschijnlijk uit naar ABP, dat onder druk van onder meer acties van Fossielvrij heeft beloofd de beleggingen in fossiele brandstoffen versneld te reduceren. Een concrete onderbouwing van dit voornemen wordt volgend jaar verwacht.
Ook veel kleinere fondsen, waaronder Pensioenfonds Schilders, nemen hun esg-beleid opnieuw onder de loep. ‘We zijn bezig ons duurzame beleggingsbeleid te herijken, en bekijken wat de volgende stappen zullen zijn. Daarin betrekken we ook de mening van onze deelnemers’, aldus voorzitter Dick Vis van het pensioenfonds, die volgend jaar een besluit verwacht.
Pensioenfonds Woningcorporaties heeft juist recent zijn duurzaamheidbeleid herzien, meldt voorzitter Jim Schuyt. Onderdeel van die herziening is de afbouw van de beleggingen in steenkool en teerzandolie, uiterlijk in 2025. ‘Wij gaan dit – in onze ogen ambitieuze – beleid verder vertalen in concrete plannen. Over de vraag of dit gevolgen heeft voor onze beleggingen in fossiele energie valt nog weinig te zeggen.’
Like Warringa, manager ad interim van het bestuursbureau van BPL Pensioen, laat weten altijd op zoek te zijn naar verdere vergroening. ‘Maar we vinden het daarbij belangrijk dat áls we zeggen dat we iets doen, dat ook zó snel mogelijk effectueren. Concreet betekent het dat wij gesprekken voeren over verdere verduurzaming op vele vlakken, waaronder fossiele brandstoffen.’
Marcel Jeucken, voormalig hoofd duurzaam beleggen bij PGGM en tegenwoordig zelfstandig consultant, zou het ‘een prima stap’ vinden als meer fondsen het voorbeeld van PME en Horeca volgen en fossiele beleggingen verkopen. ‘Maar alleen je kapitaal ergens weghalen heeft niet veel nut’, nuanceert hij. Het vrijgekomen geld moet wat hem betreft wel zoveel mogelijk worden belegd in alternatieven voor fossiele energie. ‘Stop het in de energietransitie en schone technologie, zodat we fossiele brandstoffen overbodig kunnen maken. Aan alleen schone handen heb je uiteindelijk niet veel.’
Niet alleen is de liquiditeit in die beleggingscategorie lager dan in de aandelenmarkten, waardoor transactiekosten kunnen oplopen als grote pakketten effecten in één keer verkocht worden. Ook beslaat de olie- en gassector een relatief groot deel van de obligatieportefeuille. ‘In Amerikaans high yield zat rond de 17% van onze beleggingen in olie en gas’, aldus Andringa. ‘Daarnaast hebben we onze managers zes weken de tijd gegeven om de verkoopprijs en de transactiekosten zo optimaal mogelijk te laten uitkomen.’
Of dat de betreffende managers ook allemaal even goed is gelukt, is nog niet bekend. Andringa: ‘We gaan de operatie evalueren. Rond deze tijd komen de eerste uitgebreide rapportages van de managers hierover binnen.’
Het was voor hen allemaal bovendien de eerste keer dat ze een portefeuille moesten zuiveren van olie- en gasbedrijven. Veruit de meeste beleggers deinzen er tot nog toe voor terug om fossiele beleggingen helemaal uit te sluiten. ‘Onze managers zouden er inderdaad niet zelf mee zijn gekomen’, weet Andringa. ‘Maar het is ook weer niet zo dat ze tegengas hebben gegeven. Uiteindelijk moeten zij gewoon het mandaat uitvoeren zoals wij dat van ze vragen.’
Inflatiebescherming
PME-directeur Eric Uijen benadrukte eerder te verwachten dat uitsluiting van olie en gas niet ten koste gaat van het verwachte rendement. Maar Nick Stansbury, hoofd climate solutions bij vermogensbeheerder LGIM, benadrukt dat het risicoprofiel van de beleggingsportefeuille wel degelijk verandert als fossiele beleggingen worden uitgesloten. Volgens Stansbury, die ondanks zijn functietitel geen voorstander is van uitsluiting van fossiele beleggingen, zijn portefeuilles zonder olie en gas minder divers en gevoeliger voor inflatie. ‘Olie- en gasbeleggingen doen het relatief goed in periodes met een hogere inflatie. Daardoor bieden ze een soort natuurlijke inflatiebescherming. Door de sector uit te sluiten, geef je die bescherming op.’
In bepaalde beleggingscategorieën, met name Amerikaans high yield, is olie en gas bovendien zo dominant dat het risicoprofiel van de portefeuille automatisch verandert bij uitsluiting. ‘Uitsluiten kan wel, maar het wordt lastig om zaken als gemiddelde looptijd, kredietrating en rendement van de obligatieportefeuille constant te houden’, aldus Stansbury.
Het risicoprofiel van met name de Amerikaanse high-yieldportefeuille is na de verkoop van het schuldpapier van de olie- en gasbedrijven inderdaad veranderd, stelt Andringa van PME vast. ‘De olie- en gasbedrijven hebben gemiddeld een hoger risico en betalen dus een hogere rente op hun obligaties. De gemiddelde rente die we krijgen ligt nu 10 tot 20 basispunten lager dan voor we onze olie- en gasbeleggingen verkochten. Maar daar tegenover staat dat de gemiddelde krediet- en esg-rating juist is gestegen.’
Maar op totaalportefeuilleniveau is het effect volgens Andringa te verwaarlozen. ‘Olie en gas is een iets volatielere sector, maar in het grote geheel van alle beleggingen samen valt het effect van het uitsluiten van die sector wel mee.’
U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.