Nu de Tweede Kamer over een vrouwenquotum heeft gestemd, is het een mooi moment te kijken hoe het zit met de pensioenkloof tussen mannen en vrouwen: de gender pension gap (gpg). Die is in Nederland aanzienlijk groter dan in andere landen.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
3 reacties
Kortom, alleen de loonkloof – plus het verre verleden – is bepalend. Niet de pensioenopbouw zelf. C’est tout.
‘Bovendien profiteren mannen doorgaans meer van het nabestaandenpensioen dan vrouwen, omdat weduwen langer leven en vaker jonger zijn dan weduwnaars.’, schrijft de auteur. Er valt over te twisten wie nu het meest profiteert van nabestaandenpensioen, diegene die het opbouwt of diegene die het ontvangt. Persoonlijk denk ik dat vooral de ontvanger hiervan profijt heeft. Vrouwen ontvangen gemiddeld meer nabestaandenpensioen dan mannen. Als het (gemiddeld te ontvangen) nabestaandenpensioen niet is meegenomen bij de bepaling van de pensioenkloof, is deze dan niet overschat?
Als je ook de AOW meetelt verdwijnt de pensioenkloof helemaal. Al die in deeltijd werkende vrouwen bouwen wel een voltijds AOW op. Zelfs diegenen die nooit gewerkt en premie betaald hebben krijgen de volle AOW. In het bovengenoemd onderzoek is die groep helemaal weggelaten .