Direct naar inhoud

Doorsnee oudere heeft het financieel goed — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaalde toegangsblokkering, wat betekent dat een deel van de inhoud pas kan worden gelezen als u bent ingelogd en een geldig abonnement heeft.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 10 april 2018

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
  • Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

2 reacties

  1. E. Daae
    7 jaar geleden

    Dit is een erg eenzijdig verhaal van de ambtenaren van Financiën waarmee zij de minister het veld in sturen. Halve waarheden zijn nog steeds hele leugens.
    Wat zegt het CBS in een publicatie van 7 maart 2017? zie https://www.cbs.nl/nl-nl/nieuws/2017/10/ontwikkeling-inkomen-en-vermogen-65-plussers-na-95.

    Koopkracht ouderen na 2009 regelmatig gedaald
    De koopkracht van ouderen is in de periode 1995-2009 vrijwel jaarlijks gestegen, zij het telkens iets minder dan die van de doorsnee bevolking. Na 2009 gingen ouderen er (meer dan gemiddeld) op achteruit. Het koopkrachtherstel in 2014 was minder dan gemiddeld. In 2015 kenden ouderen nog een licht koopkrachtverlies, terwijl de koopkracht van de totale bevolking erop vooruitging.
    Bij de koopkrachtontwikkeling wordt per jaarovergang steeds naar de verandering in inkomen bij dezelfde mensen gekeken. De meeste 65-plussers maken geen grote inkomenssprongen meer als gevolg van het vinden van een baan, het krijgen van een bonus of loonsverhoging, of het maken van promotie. Daardoor is hun koopkrachtontwikkeling lager dan die van de totale bevolking.

    Daarnaast had vanaf 2009 het niet of beperkt indexeren, soms zelfs korten, van veel aanvullende pensioenen een dempende werking. Van ouderen die naast hun AOW geen of weinig aanvullende inkomsten hebben, daalde de koopkracht tussen 2010 en 2013 dan ook minder sterk dan van ouderen met veel aanvullende inkomsten.

    Het CBS geeft de inkomensontwikkeling weer van de totale bevolking en die van de 65+-ers in een grafiek (zie eerder vermelde website). Daar spreekt een geheel ander beeld uit dan door de minister gegeven.

    Met statistiek kan men alle kanten op, of zoals Churchill ooit zei: “er zijn leugens, grove leugen en statistieken”.

  2. Ing. F.J. Claassen
    7 jaar geleden

    De doorsnee oudere heeft inderdaad een betere positie dan de doorsnee oudere van 30 jaar geleden. Maar daar hebben ze dan ook zelf voor betaald of het zijn euro’s die opgesloten zijn in de stenen van hun huis waar ze in feite niets aan hebben. Leuk voor de erfgenamen misschien na betaling van erfbelasting die de overheid weer ten goede komt.
    Maar deze constatering laat onverlet dat de wijze waarop de overheid meent de pensioenuitkeringen (en tegenwoordig ook de pensioenopbouw van werkenden) te moeten beteugelen zeer discutabel is. Net zo discutabel als de discussie over de doorsneepremie (zie artikel B.van Praag in pensioenPro).
    Dit is een klassiek voorbeeld van framing en gaslighting door de overheid en als zodanig ernstig laakbaar.
    Het versterkt het beeld dat de overheid willens en wetens het pensioenstelsel wil afbreken ten faveure van de verzekeraars die anders wellicht in de problemen komen, worstelend met een gebrek aan solvabiliteit als gevolg van hun eigen woekerpolis beleid.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.