De totale pensioenpremie die werknemers en werkgevers betalen, is bij 28 pensioenfondsen gestegen van €20,5 mrd in 2015 naar €23,4 mrd in 2018. Hun premie ligt hiermee weer hoger dan voor de inperking van het Witteveenkader, waarmee in 2015 de pensioenopbouw werd versoberd.
Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:
- Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
- Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
- Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
- Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009
2 reacties
Wellicht beter dat de minister geen rapportage verstuurd die hij zelf niet begrijpt. Oorzaken van deze stijging zijn o.a. de gestegen gemiddelde pensioenleeftijd van 63,8 jaar in 2014 naar 64,8 jaar in 2017. Er wordt dus langer en veel meer premie betaald (de premie in het laatste jaar is het hoogst). Daarnaast is het werkeloosheidspercentage met 3% gedaald. Er nemen dus veel meer mensen deel aan een pensioenregeling. Koekoek!
Onze staatssecretaris is wel erg laks met de rapportage aan de 1e kamer. De DNB gegevens over de premies van alle pensioenfondsen wijken aanmerkelijk af. De brief spreekt over een selecte groep van 28 pensioenfondsen waarop de uitspraken zijn gebaseerd. DNB publiceert de gegevens over de premie voor alle pensioenfondsen. De conclusie daarvan: de premie over 2017 is circa 18% oftewel 6 mrd LAGER dan in 2014.
Dat de staatssecretaris ook liever niet meer wil rapporteren over de premies wekt wel enige verbazing. In het Witteveenkader wellicht niet echt meer interessant, maar wel rond de door de staatssecretaris eerder geuite zorg over de premiedekkingsgraden. Sinds 2014 is de actuariële inkoopprijs van pensioenen flink gestegen en dan is de daling van premie daarmee in schril contrast.
De realiteit van veel pensioenfondsen: voortdurend oplopende premie verliezen die een pril herstel van dekkingsgraden voor een belangrijk deel teniet doen. De indruk van de staatssecretaris dat de kostprijs wordt betaald is ver van de realiteit: er wordt een kunstmatig lage kostprijs betaald. De realiteit: elk jaar opnieuw premieverliezen!