Nieuw te vormen kabinet moet huidige patstelling over pensioenen doorbreken
— artikel bevat een betaalmuur
Dit artikel heeft een betaalde toegangsblokkering, wat betekent dat een deel van de inhoud pas kan worden gelezen als u bent ingelogd en een geldig abonnement heeft.
Helemaal mee eens. Daar komt bij dat de discussie over het nieuwe contract nu lijkt te stranden omdat uit de berekeningen niet blijkt dat het nieuwe pensioencontract topt een hogere uitkering leidt. Maar dat was ook niet de bedoeling. Het nieuwe contract moet leiden tot heldere eigendomsrechten, minder ongewenste herverdeling, niet meer beloven wat we niet na kunnen komen en ook moet het aansluiten bij de flexibilisering en mobiliteit op de arbeidsmarkt. Dus laten we stoppen met rekenen en o.b.v. kwalitatieve argumenten kiezen voor iets nieuws en ons niet laten leiden door de sommen die toch slechts indicatief zijn.
M. Hofkens
7 jaar geleden
Wordt het niet tijd om verder te kijken. Niet morrelen aan de opbouw, maar gewoon iedereen verplichten voor pensioen te sparen. Je kiest dan zelf je pensioenfonds, waar je je hele leven bij kan blijven ongeacht waar je werkt. Dat voorkomt dat we een soort dagloners hebben, die aan het eind van de rit geen pensioen hebben gespaard. #denegentiende eeuw is voorbij
E. Daae
7 jaar geleden
Ja hoor, we zijn er weer! Hier is de voorman van de verzekeraars aan het woord. Gezien hun bedroevend zwakke financiële positie (er worden vrijwel geen ‘leven’-producten meer verkocht als gevolg van het schandaal rond de woekerpolissen, en de ‘schade’-poot is altijd een zwakke loot aan de verzekeringstak) willen verzekeraars dolgraag een flinke kluif uit de jaarlijkse stroom pensioenpremies (ca. €30 mrd!) proberen te krijgen.
Invoering van het persoonlijke pensioen met risicodeling, meneer Weurding, is overbodig want in het huidige pensioenstelsel kennen wij het UPO (uniform pensioenoverzicht). Daarin kan de deelnemer exact de hoogte van de reeds bereikte pensioenopbouw zien (zijn persoonlijke eigendom) evenals de te bereiken pensioenuitkering bij pensioenring.
De doorsneepremie is een erg doorzichtig rookgordijn, want u weet dondersgoed dat door pensioenfondsen sinds 2007 geen kostendekkende premies in rekening worden gebracht. Dit komt doordat sindsdien premiedemping wordt toegestaan. Door het ministerie van SZW is berekend dat tussen 2015 en 2020 het premietekort, daar hieruit voortvloeit, naar ruim €71 mrd. oploopt. Dit tekort komt voor rekening van de gepensioneerden. Je kunt het ook zien als de subsidiëring door gepensioneerden van de jongeren/werkenden. Dat is dus en geheel ander verhaal dan verzekeraars ons willen doen geloven als zij het over de doorsneepremie hebben. Met paniekzaaierij hopen zij het publiek zo ver te krijgen dat het gaat roepen om individuele pensioenpotjes.
Werkgevers – de overheid als grootste voorop – en verzekeraars hebben op het gebied van pensioenen parallelle belangen. Werkgevers hebben een groot belang bij lage(re) en eenzijdig vast te stellen pensioenpremies met onbekend pensioenresultaat. Verzekeraars zitten te springen om een fors deel van de jaarlijkse pensioenpremies van ca.€30 mrd. om te buigen naar door hen uit te voeren premieovereenkomsten.
Hoe bereik je deze doelen? Door o.a. jongeren en ouderen tegen elkaar uit te spelen en door te tamboereren op het grote geluk van persoonlijke pensioenpotjes.
Daar bestaat sinds 2008 een term voor: Nudging; “een omstreden gedragspsychologische motivatietechniek waarbij mensen op een positieve manier worden gestimuleerd om zich op een door de overheid gewenste wijze te gedragen”. (Zie het boek Nudge: Improving Decisions About Health, Wealth, and Happiness van de wetenschappers Richard Thaler en Cass R. Sunstein).
Individuele pensioenpotjes, meneer Weurding, zijn de woekerpensioenen van de toekomst.
Als die er dankzij uw lobby – en met medewerking van de Staat die er ook belang bij heeft als de grootste werkgever – het huidige, op collectieve risicodeling gebaseerde stelsel de nek wordt omgedraaid, dan kunnen we over pakweg 20 jaar een parlementaire enquête tegemoet zien. De schade die uw werkgevers (en de overheid) aanrichten bij toekomstige pensionado’s, is enorm en onherstelbaar.
E. Daae
7 jaar geleden
En dan nog dit:
Bij een kapitaalovereenkomst of een premieovereenkomst, die bijna uitsluitend door verzekeraars worden uitgevoerd, wordt het kapitaal, voortvloeiend uit de beschikbaar gestelde premies, uiterlijk op de pensioendatum omgezet in een vastgestelde uitkering. Dit leidt tot de ‘geluk’- en ‘pech’-generaties, want de rentestand op moment van pensioendatum is bepalend voor de hoogte van de pensioenuitkering. Bij een rente van amper 1 à 2% scheelt dat al gauw honderden euro’s per maand vergeleken bij een rente van 4 à 5%.
Tijdens de opbouw is derhalve niet bekend welk pensioenbedrag uiteindelijk zal worden bereikt en dat bedrag is bovendien lager dan bij de uitkeringsovereenkomst vanwege een fors hogere (beheer)kostenstructuur bij verzekeraars (moeten winst maken) vergeleken met die bij pensioenfondsen (geen winst beogende instellingen).
De pensioenopbouw op basis van de uitkeringsovereenkomst bij een pensioenfonds (collectieve pensioenregeling) is een sociale regeling die tot stand komt via het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen werkgever en organisaties van werknemers (de bonden); het is uitgesteld loon! Daarom ook zijn de niet-commerciële pensioenfondsen vrijgesteld van belasting over hun beleggingsresultaten en bieden mede daardoor een hoger pensioen. Bovendien worden in dit stelsel beleggingsrisico’s en het langerleven risico door het collectief gedragen.
De uitkeringsovereenkomst met zijn pensioenaanspraak levert de deelnemer een onvervreemdbaar eigendomsrecht op, door de HR in 2012 nog eens herbevestigd (zie ECLI:NL:HR:2012:BT8462). In het jaarlijkse Uniform Pensioen Overzicht kan de deelnemer exact de hoogte van de reeds bereikte pensioenopbouw zien als zijn persoonlijke eigendom evenals de te bereiken pensioenuitkering bij pensioenring, al kan de deelnemer er tussentijds niet over beschikken.
Dankzij het feit dat bij de pensioenfondsen sprake is van de uitvoering van een sociale regeling, geldt voor hen een Europese vrijstelling voor onderlinge concurrentie met commerciële pensioenuitvoerders (i.c. de verzekeraars). Ook vallen Nederlandse pensioenfondsen niet onder financieel toezicht vanuit de EU. Het toezicht wordt uitgeoefend door DNB.
Dat is anders wanneer wordt overgestapt naar een beschikbare premieregeling, waarbij op individuele basis een pensioen wordt opgebouwd (bij vrijwel altijd een verzekeraar). Daar is sprake van een financieel product, in Nederland onderworpen aan het toezicht door de AFM, maar ook onderworpen aan EU-regelgeving en EU-toezicht.
Anoniem
7 jaar geleden
De heer Bollema heeft het helemaal juist verwoord. Er zijn vele, betere manieren om de huidige tekortkomingen van ons stelsel te repareren. Bijvoorbeeld: geeft de “dekkingsgraad”, althans de wijze waarop deze is gedefinieerd c.q. berkend wordt, wel de feitelijke gezondheid van een fonds aan? En zou een dynamische doorsneepremie niet mogelijk zijn (dwz een premie waarin carrière en levensverwachting een rol spelen en dat de ongewenste overdrachten opvangt zonder de concurrentie op arbeidskosten tussen werkgevers te introduceren)? En kan via het reeds bestaande pensioenregister de huidige beweeglijkheid op de arbeidsmarkt niet opgevangen worden? En zouden mensen die gaande hun leven ZZP-er worden, niet in hun fonds kunnen blijven, als werkgever en werknemer tegelijk?
Kortom, het kabinet heeft een mooie kans het gestook tegen ons pensioenstelsel dat zonder staatssteun door de crisis is gekomen, terzijde te schuiven.
5 reacties
Helemaal mee eens. Daar komt bij dat de discussie over het nieuwe contract nu lijkt te stranden omdat uit de berekeningen niet blijkt dat het nieuwe pensioencontract topt een hogere uitkering leidt. Maar dat was ook niet de bedoeling. Het nieuwe contract moet leiden tot heldere eigendomsrechten, minder ongewenste herverdeling, niet meer beloven wat we niet na kunnen komen en ook moet het aansluiten bij de flexibilisering en mobiliteit op de arbeidsmarkt. Dus laten we stoppen met rekenen en o.b.v. kwalitatieve argumenten kiezen voor iets nieuws en ons niet laten leiden door de sommen die toch slechts indicatief zijn.
Wordt het niet tijd om verder te kijken. Niet morrelen aan de opbouw, maar gewoon iedereen verplichten voor pensioen te sparen. Je kiest dan zelf je pensioenfonds, waar je je hele leven bij kan blijven ongeacht waar je werkt. Dat voorkomt dat we een soort dagloners hebben, die aan het eind van de rit geen pensioen hebben gespaard. #denegentiende eeuw is voorbij
Ja hoor, we zijn er weer! Hier is de voorman van de verzekeraars aan het woord. Gezien hun bedroevend zwakke financiële positie (er worden vrijwel geen ‘leven’-producten meer verkocht als gevolg van het schandaal rond de woekerpolissen, en de ‘schade’-poot is altijd een zwakke loot aan de verzekeringstak) willen verzekeraars dolgraag een flinke kluif uit de jaarlijkse stroom pensioenpremies (ca. €30 mrd!) proberen te krijgen.
Invoering van het persoonlijke pensioen met risicodeling, meneer Weurding, is overbodig want in het huidige pensioenstelsel kennen wij het UPO (uniform pensioenoverzicht). Daarin kan de deelnemer exact de hoogte van de reeds bereikte pensioenopbouw zien (zijn persoonlijke eigendom) evenals de te bereiken pensioenuitkering bij pensioenring.
De doorsneepremie is een erg doorzichtig rookgordijn, want u weet dondersgoed dat door pensioenfondsen sinds 2007 geen kostendekkende premies in rekening worden gebracht. Dit komt doordat sindsdien premiedemping wordt toegestaan. Door het ministerie van SZW is berekend dat tussen 2015 en 2020 het premietekort, daar hieruit voortvloeit, naar ruim €71 mrd. oploopt. Dit tekort komt voor rekening van de gepensioneerden. Je kunt het ook zien als de subsidiëring door gepensioneerden van de jongeren/werkenden. Dat is dus en geheel ander verhaal dan verzekeraars ons willen doen geloven als zij het over de doorsneepremie hebben. Met paniekzaaierij hopen zij het publiek zo ver te krijgen dat het gaat roepen om individuele pensioenpotjes.
Werkgevers – de overheid als grootste voorop – en verzekeraars hebben op het gebied van pensioenen parallelle belangen. Werkgevers hebben een groot belang bij lage(re) en eenzijdig vast te stellen pensioenpremies met onbekend pensioenresultaat. Verzekeraars zitten te springen om een fors deel van de jaarlijkse pensioenpremies van ca.€30 mrd. om te buigen naar door hen uit te voeren premieovereenkomsten.
Hoe bereik je deze doelen? Door o.a. jongeren en ouderen tegen elkaar uit te spelen en door te tamboereren op het grote geluk van persoonlijke pensioenpotjes.
Daar bestaat sinds 2008 een term voor: Nudging; “een omstreden gedragspsychologische motivatietechniek waarbij mensen op een positieve manier worden gestimuleerd om zich op een door de overheid gewenste wijze te gedragen”. (Zie het boek Nudge: Improving Decisions About Health, Wealth, and Happiness van de wetenschappers Richard Thaler en Cass R. Sunstein).
Individuele pensioenpotjes, meneer Weurding, zijn de woekerpensioenen van de toekomst.
Als die er dankzij uw lobby – en met medewerking van de Staat die er ook belang bij heeft als de grootste werkgever – het huidige, op collectieve risicodeling gebaseerde stelsel de nek wordt omgedraaid, dan kunnen we over pakweg 20 jaar een parlementaire enquête tegemoet zien. De schade die uw werkgevers (en de overheid) aanrichten bij toekomstige pensionado’s, is enorm en onherstelbaar.
En dan nog dit:
Bij een kapitaalovereenkomst of een premieovereenkomst, die bijna uitsluitend door verzekeraars worden uitgevoerd, wordt het kapitaal, voortvloeiend uit de beschikbaar gestelde premies, uiterlijk op de pensioendatum omgezet in een vastgestelde uitkering. Dit leidt tot de ‘geluk’- en ‘pech’-generaties, want de rentestand op moment van pensioendatum is bepalend voor de hoogte van de pensioenuitkering. Bij een rente van amper 1 à 2% scheelt dat al gauw honderden euro’s per maand vergeleken bij een rente van 4 à 5%.
Tijdens de opbouw is derhalve niet bekend welk pensioenbedrag uiteindelijk zal worden bereikt en dat bedrag is bovendien lager dan bij de uitkeringsovereenkomst vanwege een fors hogere (beheer)kostenstructuur bij verzekeraars (moeten winst maken) vergeleken met die bij pensioenfondsen (geen winst beogende instellingen).
De pensioenopbouw op basis van de uitkeringsovereenkomst bij een pensioenfonds (collectieve pensioenregeling) is een sociale regeling die tot stand komt via het arbeidsvoorwaardenoverleg tussen werkgever en organisaties van werknemers (de bonden); het is uitgesteld loon! Daarom ook zijn de niet-commerciële pensioenfondsen vrijgesteld van belasting over hun beleggingsresultaten en bieden mede daardoor een hoger pensioen. Bovendien worden in dit stelsel beleggingsrisico’s en het langerleven risico door het collectief gedragen.
De uitkeringsovereenkomst met zijn pensioenaanspraak levert de deelnemer een onvervreemdbaar eigendomsrecht op, door de HR in 2012 nog eens herbevestigd (zie ECLI:NL:HR:2012:BT8462). In het jaarlijkse Uniform Pensioen Overzicht kan de deelnemer exact de hoogte van de reeds bereikte pensioenopbouw zien als zijn persoonlijke eigendom evenals de te bereiken pensioenuitkering bij pensioenring, al kan de deelnemer er tussentijds niet over beschikken.
Dankzij het feit dat bij de pensioenfondsen sprake is van de uitvoering van een sociale regeling, geldt voor hen een Europese vrijstelling voor onderlinge concurrentie met commerciële pensioenuitvoerders (i.c. de verzekeraars). Ook vallen Nederlandse pensioenfondsen niet onder financieel toezicht vanuit de EU. Het toezicht wordt uitgeoefend door DNB.
Dat is anders wanneer wordt overgestapt naar een beschikbare premieregeling, waarbij op individuele basis een pensioen wordt opgebouwd (bij vrijwel altijd een verzekeraar). Daar is sprake van een financieel product, in Nederland onderworpen aan het toezicht door de AFM, maar ook onderworpen aan EU-regelgeving en EU-toezicht.
De heer Bollema heeft het helemaal juist verwoord. Er zijn vele, betere manieren om de huidige tekortkomingen van ons stelsel te repareren. Bijvoorbeeld: geeft de “dekkingsgraad”, althans de wijze waarop deze is gedefinieerd c.q. berkend wordt, wel de feitelijke gezondheid van een fonds aan? En zou een dynamische doorsneepremie niet mogelijk zijn (dwz een premie waarin carrière en levensverwachting een rol spelen en dat de ongewenste overdrachten opvangt zonder de concurrentie op arbeidskosten tussen werkgevers te introduceren)? En kan via het reeds bestaande pensioenregister de huidige beweeglijkheid op de arbeidsmarkt niet opgevangen worden? En zouden mensen die gaande hun leven ZZP-er worden, niet in hun fonds kunnen blijven, als werkgever en werknemer tegelijk?
Kortom, het kabinet heeft een mooie kans het gestook tegen ons pensioenstelsel dat zonder staatssteun door de crisis is gekomen, terzijde te schuiven.