Direct naar inhoud

Omtzigt: deelnemers gaan over invaren, niet sociale partners

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 11 november 2021

Voor invaren van bestaande pensioenrechten in het nieuwe stelsel is instemming van deelnemers noodzakelijk, meent Kamerlid Pieter Omtzigt. Hij suggereert een referendum om die instemming te verkrijgen.

Dat zegt Omtzigt, die in juni uit het CDA stapte en in september als zelfstandig lid in de Tweede Kamer terugkeerde, in een videoboodschap. De video werd afgelopen weekeinde vertoond op een pensioenbijeenkomst van de stichting Sociale Christendemocratie, een organisatie die in 2019 is opgericht door, volgens de eigen website, ‘bezorgde christendemocraten’.

Voor de meeste Nederlanders is het pensioenvermogen, samen met de woning, hun grootste of op-een-na-grootste bezit, zei Omtzigt. ‘Als je dat bezit een andere vorm geeft, zou het raar zijn als mensen daar niet mee mogen instemmen. Terwijl als je €25 in een belegging steekt, je een prospectus van honderd pagina’s krijgt over alle risico’s.’ Ook het invaren kent uiteraard risico’s, zei Omtzigt. ‘Zo’n nieuw pensioencontract kan goed of verkeerd uitpakken.’

Principieel zijn het de deelnemers en niet sociale partners die moeten zeggen wat er gebeurt met het in het verleden opgebouwde pensioen, poneerde Omtzigt. Sociale partners gaan over de nieuwe contractvorm, maar bij de opgebouwde rechten ligt dit anders, vindt hij.

Omtzigt suggereert een referendum als instrument om de instemming van deelnemers te verkrijgen. ‘Op dit moment staat in artikel 83 van de Pensioenwet dat iedereen individueel moet instemmen. Maar ik kan me voorstellen dat je zegt: de hele groep moet instemmen en je moet er een soort referendum onder de deelnemers bij houden.’

Bekijk op YouTube. Opent in een nieuw venster

Hoorrecht

In de huidige plannen voor het nieuwe stelsel doen sociale partners bij het pensioenfonds een verzoek tot invaren. De sociale partners moeten doen, want invaren is wettelijk uitgangspunt: afwijken mag alleen als het onevenredig ongunstig uitpakt voor belanghebbenden. Het fonds moet het verzoek ‘in beginsel’ uitvoeren, rekening houdend met wettelijke voorschriften, zoals evenwichtige belangenafweging.

Een individueel bezwaarrecht wil het kabinet uitdrukkelijk niet, hoewel dat in de huidige regels bij interne waardeoverdrachten wel bestaat. Als alternatief is er een adviesrecht voor het verantwoordingsorgaan voorzien, evenals een ‘hoorrecht’, dat uitgeoefend kan worden door verenigingen die slapers en gepensioneerden vertegenwoordigen.

Omtzigt is niet de enige of de eerste die dit arrangement als te mager ervaart. Eerder pleitte de Kring van Pensioenspecialisten, evenals een groep buitenlandse experts, ervoor om individuele deelnemers een keuze tussen het oude en nieuwe contract te bieden.

De juristen Erik Lutjens, Mark Heemskerk en René Maatman braken ook een lans voor een bezwaarrecht, wat volgens hen behalve individueel ook collectief kan worden vormgegeven. In die constructie kan een vereniging van deelnemers namens zijn leden bezwaar maken tegen het invaren. PvdA-kamerlid Gijs van Dijk opperde vorig jaar ook al, net als Omtzigt nu, een referendum over invaren bij pensioenfondsen als mogelijkheid.

Veel van deze ideeën werden al in de consultatiefase ingebracht. In hoeverre naar aanleiding daarvan het bezwaarrecht in het wetsvoorstel is versterkt, zal blijken bij indiening bij de Tweede Kamer, naar verwachting begin volgend jaar.

Volatiliteit niet te hoog

In zijn verhaal noemde Omtzigt nog enkele andere ijkpunten waarop hij als Kamerlid het nieuwe stelsel wil beoordelen. Daaronder zijn goede afdekking van de risico’s – Omtzigt vindt de dekking van nabestaandenpensioen bijvoorbeeld nog onduidelijk – lage kosten en een volatiliteit van de uitkering die niet te groot is. ‘Als je elk jaar je pensioen aanpast aan de rendementen van de markten, dan kan het pensioen wel eens wat harder op en neer gaan. Ik denk dat dat onwenselijk is. Hiervan moeten duidelijke berekeningen beschikbaar zijn, voordat er in de Tweede Kamer over een nieuw pensioencontract gestemd wordt.’

Ook Europees-rechtelijke houdbaarheid is cruciaal voor Omtzigt. ‘Als er enig risico is dat nieuwe stelsel het Europees-rechtelijk niet houdt, betekent dit dat we niet moeten overstappen.’

Discussies vermengd

Oud-CDA’er Omtzigt is in de Tweede Kamer al jaren een voorname specialist op pensioengebied. Na onder meer een verloren race om het leiderschap stapte hij deze zomer uit het CDA en belandde hij in een burnout. In september keerde hij terug in de Kamer en kondigde hij aan zich, als eenmansfractie, te willen richten op drie grote thema’s: bestuurscultuur, woningnood en bestaanszekerheid. Pensioen zat daar niet apart bij, hoewel het wel onder de kop bestaanszekerheid gerangschikt kan worden. Over het nieuwe pensioenstelsel had Omtzigt zich sindsdien niet uitgebreid uitgelaten.

Omtzigt laakt in zijn videoboodschap de manier waarop de politiek het debat voert over het nieuwe stelsel. Hij mist heldere discussie over welke risico’s het pensioenstelsel moet afdekken. Tegelijk worden onderwerpen oneigenlijk met elkaar vermengd, aldus Omtzigt, doordat deelnemers een worst wordt voorgehouden van indexatie, in ruil voor invoering van het nieuwe stelsel. Het nieuwe stelsel heeft echter niets te maken met indexatie in het oude, meent Omtzigt.

Ook de Stichting Sociale Christendemocratie vindt het politieke debat over de pensioenherziening gemankeerd. ‘Het pensioenbeleid wordt min of meer beschouwd als een technische operatie, waarbij de politiek weinig te zoeken heeft’, schrijft de organisatie. Zij wil een meer principiële discussie aanzwengelen.

Op de studiemiddag van de stichting in Apeldoorn spraken afgelopen weekend naast Omtzigt (per video) ook de economen Eduard Bomhoff en Bernard van Praag, evenals 50Plus-senator Martin van Rooijen en Rob de Brouwer, auteur van het boek ‘Het pensioendrama ontrafeld’.