Direct naar inhoud

‘Fonds Johnson & Johnson onderbedeelt inactieven’ — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaalde toegangsblokkering, wat betekent dat een deel van de inhoud pas kan worden gelezen als u bent ingelogd en een geldig abonnement heeft.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 12 maart 2024

Het in België gevestigde pensioenfonds Johnson & Johnson is rijk, maar stelt gepensioneerden en slapers aanzienlijk achter met indexatie, vindt een groep inactieve deelnemers en voormalige bestuursleden.

Het fonds van het Amerikaanse farmaciebedrijf heeft de rechten van ongeveer 3850 Nederlandse gepensioneerden en slapers sinds 2007 niet geïndexeerd, met uitzondering van 6% per 1 januari 2023.

Tegelijk is het fonds wel goed voorzien qua dekkingsgraad. Per 1 januari 2023 was deze 152%, per 1 januari 2024 ook 152%. Dit is een dekkingsgraad onder de regelgeving van België, waar het fonds sinds 2014 is gevestigd. De Belgische dekkingsgraad wordt berekend met de Nederlands rekenrente voor individuele waardeoverdrachten, in 2024 3,16%.

Een ‘klankbordgroep’ namens de inactieve deelnemers komt sinds enkele maanden in het geweer tegen het ervaren indexatie-gebrek. Leden van de zeskoppige groep zijn onder meer een oud-voorzitter van het fonds (Wijnand de Valk) en twee oud-bestuursleden (Theo Elsendoorn en Gerard Elsinghorst). De laatste organiseert ook demonstraties: dit jaar al drie, bij vestigingen van de farmaceut in Amersfoort en Leiden. In april volgt Breda.

Pensioendemonstratie bij Janssen Biologics in Leiden (onderdeel van Johnson & Johnson) in maart. De demonstratie trok vijftien demonstranten, maar genereerde wel veel aandacht, aldus initiatiefnemer Gerard Elsinghorst.

Te laag

De klacht van de gepensioneerden is tweeledig. Ten eerste vinden ze de indexatie te laag. De Pensioenraad, een paritair adviesorgaan voor het fondsbestuur in de Belgische governance, had 14,3% indexatie geadviseerd met ingang van 2023. Dat was de inflatie per oktober 2022. ‘Daarvoor was zeker financiële ruimte voor dit jaar’, meent Elsinghorst.

In eerdere jaren had de Pensioenraad 40% van de inflatie geadviseerd, maar het uiteindelijk besluit was toen steeds 0%. De dekkingsgraad was in die jaren lager: ze bewoog tussen 88% (in 2017) en 114% (in 2019). Elsinghorst: ‘Op zich konden we die eerdere besluiten nog billijken. Maar tussen 2007 en 2022 liep de koopkracht-achteruitgang zo wel op tot 46%. Nu was het moment daar, om wat goed te maken. Dat is niet gebeurd met die 6%.’

Geen beleid

Tweede klacht is dat het fonds überhaupt geen indexatiebeleid heeft voor inactieve deelnemers. In het reglement staat dat ook letterlijk: er is geen indexatieambitie, geen indexatiemaatstaf, geen beleid. ‘De gewezen deelnemers en pensioengerechtigden moeten ervan uitgaan dat ze geen jaarlijkse toeslag zullen krijgen’, zo valt te lezen.

De toekenning van indexatie is een discretionaire bevoegdheid die niet bij het bestuur van het fonds ligt, maar bij de werkgever, schrijft het bestuur in een brief aan Elsinghorst.

Dit is heel anders dan bij Nederlandse fondsen, constateert de oud-bestuurder. Daar is doorgaans wel sprake van een ambitie, en sowieso van een onafhankelijk fondsbestuur dat een evenwichtige belangenafweging dient te maken over indexatie.

Overigens ontberen niet alle Belgische fondsen een indexatieambitie. ‘Ik heb naar vijf andere Belgische fondsen met Nederlandse deelnemers gekeken. Die mikken allemaal wél op het bijhouden van de prijsinflatie’, zegt Elsinghorst.

Financieringsverplichtingen

In een brief aan deelnemers, die de toekenning van 6% in plaats de gevraagde 14,3% in 2023 verklaart, noemt het bedrijf de volatiele dekkingsgraad als reden, evenals mogelijke ‘extra financieringsverplichtingen’ voor de werkgevers. Het fonds kent een bijstortverplichting. De afgelopen twee jaar was echter sprake van een premievakantie voor het bedrijf.

Verder verwijzen de werkgevers naar een pensioenbenchmark van andere bedrijven waarnaar gekeken zou zijn. Die bevat negentien internationale bedrijven in de farmacie en medische technologie. ‘Maar het is onduidelijk hoe de vergelijking op indexatiegebied dan is gemaakt’, zegt Elsinghorst. ‘De meeste bedrijven in de benchmark hebben geen Nederlands pensioenfonds.’

De onderneming stelt in de brief dat ze een evenwichtige afweging heeft gemaakt, maar Elsinghorst betwijfelt dat. Het beleid vindt hij sowieso niet eerlijk, omdat voor de vierduizend actieve deelnemers wél een indexatieambitie op basis van prijsinflatie wordt gehanteerd, met een maximum van 4%, en tot 2025 ook een minimum van 1,5% voor werknemers die voor 2016 in dienst waren.

Rendementen

Elsinghorst heeft de indruk dat Johnson & Johnson vooral wil profiteren van het rendement op het fondsvermogen en weinig wil uitkeren. Hij wijst op de goede rendementen van de afgelopen jaren. ‘Dit bedrijf is goed voor de werknemers, maar laat oud-werknemers in de kou staan. Zeer onrechtvaardig naar mijn idee.’

Het vermogen en de verplichtingen van de db-regeling staan ook op de balans van het bedrijf, volgens de Amerikaanse boekhoudregels. Het fonds beheert in totaal €3,4 mrd vermogen (cijfers eind 2022), waarvan €1,1 mrd voor Nederland en de rest voor Belgische, Duitse en Ierse pensioenrechten.

Gerard Elsinghorst

Uit jaarverslagen van de Pensioenraad blijkt dat in 2018 de Nederlandse werkgevers wel positief waren over indexatie, maar dat de definitieve goedkeuring van Johnson & Johnson in de VS daarvoor uitbleef.

De klankbordgroep eist een hogere indexatie over 2023 en een duidelijke indexatieambitie van het fonds, met regels over wanneer deze wel of niet kan worden waargemaakt.

Invaren

Dit is te meer van belang, omdat de groep verwacht dat het pensioenfonds niet gaat invaren – de indexatieambitie blijft dus relevant.

Er is een werkgroep van sociale partners opgericht die nu studeert op de overgang naar het nieuwe stelsel. Invaren houdt een omzetting van bestaande rechten in. Die is aan Belgisch recht onderworpen. Het betekent dat er een traject met individuele instemming nodig is.

De omzetting zou normaliter ook betekenen dat de buffers grotendeels worden uitgekeerd aan de deelnemers. De vraag is of de onderneming daar behoefte aan heeft. Eerder meldde Pensioen Pro dat veel Amerikaanse bedrijven liever niet invaren met hun pensioenfondsen. Dit omdat de buffers van een fonds zich bij Amerikaanse ondernemingen vertalen in een positieve balanspost, die vervalt bij invaren, wat leidt tot een verliespost.

Hoorrecht

Elsinghorst zegt dat hij bij de transitie graag hoorrecht wil voor een vereniging van gepensioneerden. Dit recht staat echter in een artikel in nieuwe Nederlandse pensioenwet dat niet geldt in België. Het fondsbestuur zou wel vrijwillig in contact willen komen met de groep.

De klankbordgroep heeft inmiddels contact gelegd met zo’n 165 slapers en gepensioneerden in het fonds, om zo een vereniging te vormen. De aangezochte deelnemers zijn volgens Elsinghorst merendeels behoorlijk verontwaardigd over de gang van zaken bij het fonds.

Reactie Johnson & Johnson

Pensioen Pro heeft via de manager van het pensioenfonds een uitgebreide serie vragen aan de onderneming Johnson & Johnson gestuurd.

Een woordvoerder laat echter weten, het gesprek over het pensioenonderwerp niet via de media te willen voeren, maar alleen met betrokkenen. Daarom beperkt Johnson & Johnson zich tot een algemene verklaring.

Het bedrijf wijst er daarin op, dat het in 2023 een discretionaire pensioenverhoging toekende, die hoger was de de regeling op zich vereiste. Johnson & Johnson zegt verder in gesprek te blijven met belanghebbenden, inclusief een vertegenwoordiging van de oud-medewerkers en gepensioneerden, om ‘wederzijds begrip te bevorderen tussen de verschillende deelnemers in het pensioenplan en het bedrijf.’

Delen op sociale media

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks het laatste pensioennieuws, achtergronden en opinie in uw inbox
  • Jaarlijks vier keer Pensioen Pro Magazine (inclusief de Vermogensbeheergids) in de bus
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009