Meest gelezen

4 reacties

Geheel eens met deze zorg. Maar lagere premie geeft ook tijdelijk meer ruimte om degenen die er op achteruitgaan te compenseren. Het is natuurlijk ook ondenkbaar en niet evenwichtig om het in te varen vermogen te gebruiken voor die compensatie. De sociale partners moeten daar van afblijven. Die middelen moeten worden gebruikt om de indexatie achterstanden en kortingen ongedaan te maken. En waar mogelijk ook tien jaar terug nabetalingen te doen. Dat is pas evenwichtig!

A.C.M. Kuypers

Niet alleen kinderen, maar ook grote mensen kiezen maar al te vaak voor de snelle directe beloning (marshmallow).
Het eenmalig uitdelen van de gezamenlijke buffers om eerder te kunnen indexeren is op korte termijn fijn (een marchmellow) maar levert op lange termijn niet meer pensioenresultaat op. Meer beleggingsrisico doet dat gemiddeld genomen wel, maar het kan ook tegenzitten en de buffers zijn dan weg.
Als de totale premie-inleg van de huidige middelloonregelingen dan ook nog met een kwart zou dalen, hetgeen met het marschmellow effect in het achterhoofd zeker denkbaar is, dan zijn we als Nederland onze top-3 positie van beste pensioenlanden zeker kwijt.

K. Scheepens

Hoogte van premie is sterk afhankelijk van de rentestand. De premiedaling van 30% naar 22.5% is fors. Zou goed zijn om deze ook in bredere context te plaatsen en te vergelijken met de historisch premie%. De opgelopen premie% van de afgelopen jaren hebben we voor een groot deel te danken aan de ECB die de rente gedrukt heeft en in 1 jaar fors is opgelopen.

S. Steverink

De Wet Toekomst Pensioenen maakt het mogelijk voor sociale partners om ‘in te varen’. Deze terminologie is m.i. een klassiek voorbeeld van framing door de politiek. Invaren heeft een positieve connotatie: een geldschip komt, na zware stormen onderweg, eindelijk de veilige haven binnenvaren.
In werkelijkheid zullen uitkeringsovereenkomsten van miljoenen deelnemers worden omgezet in merendeels solidaire premieregelingen. In het verleden toegezegd pensioen wordt omgezet in opgebouwd pensioenvermogen, waarbij het renterisico van het fonds naar de individuele deelnemers wordt overgeheveld. Voorstanders zullen daar tegenin brengen dat de in het verleden toegezegde pensioenen eigenlijk niet zeker waren, omdat daarin de mogelijkheid verscholen zat dat opgebouwde pensioenen in het uiterste geval werden afgestempeld. Maar dat neemt niet weg dat de risico’s voor de individuele deelnemers in de solidaire premieregeling eenvoudigweg groter zijn geworden. Tegenover hogere risico’s staan normaal gesproken hogere verwachte rendementen bij eenzelfde inleg. Dit zou in een perfecte wereld ook moeten gebeuren doordat verhoudingsgewijs meer in aandelen kan worden belegd onder het beoogde nieuwe stelsel. Maar ik onderschrijf de opinie van de auteur van dit stuk, dat de verleiding in goede beursjaren groot kan gaan zijn om de premies te gaan verlagen. Argumenten van onderhandelaars kunnen zijn: ‘maar de individuele pensioenvermogens staan er immers goed voor’. En: ‘wat als we de werkgeverspremie nu ietwat verlagen, om toch die inflatiecompensatie van de lonen budgettair mogelijk te maken’. Als onderhandelaar moet men dan meer dan gemiddeld actuarieel en financieel onderlegd zijn om hier weerwoord tegen te bieden. Resultaat: premies zullen worden verlaagd, totdat bij een volgende recessie de aandelenrendementen tegenvallen en de ECB de rente weer verlaagd. Dan gaan de eerste leeftijdscohorten met pensioen die toch aanmerkelijk minder pensioen krijgen dan waarop ze gerekend hadden. Waarna de roep in de politiek weer toeneemt om het pensioenstelsel weer aan te passen.
Daarnaast is het toegenomen renterisico voor het ene leeftijdscohort beter te dragen dan voor het andere leeftijdscohort.
Het is mijn inziens onbegrijpelijk dat het er nu naar uit ziet dat de Eerste Kamer dit wetsvoorstel lijkt aan te gaan nemen, ondanks de bezwaren die van alle kanten te horen zijn.

H. Cotterell

Reactie niet ok? Meld misbruik bij de redactie.

Om te kunnen reageren moet u ingelogd zijn.

Inloggen