Direct naar inhoud

Borgdorff: ‘Akkoord is afscheid van de rottige rekenrente’ — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaald toegangsblok, wat betekent dat je een deel van de inhoud pas kunt lezen als je bent ingelogd en een geldig abonnement hebt.

Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd: 24 juni 2020

De vier grote pensioenfondsen reageerden dinsdag enthousiast op de uitwerking van het pensioenakkoord. Ze hopen dat FNV op 4 juli instemt. ABP is wel bezorgd over kortingen in de periode voor de invoering.

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
  • Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

6 reacties

  1. E. Daae
    5 jaar geleden

    Beste heer Borgdorff,

    U zegt dat vooral die almaar lagere rente ervoor zorgde dat u, ondanks een ruime verdubbeling van het pensioenvermogen in de afgelopen tien jaar, toch de pensioenen al jarenlang niet kunnen verhogen.

    Dat is echter te kort door de bocht. Immers, u – en uw collega’s van de overige pensioenfondsen – houden zich niet aan de EU-pensioenwetgeving. U weet – althans: u behoort te weten – dat de Nederlandse pensioen (PW) op belangrijke (uitgangs)punten strijdig is met de EU-pensioenwetgeving (IORP II).

    Ook zal het u bekend zijn dat EU-pensioenwetgeving van hogere orde is dan de pensioenwet- en regelgeving van de nationale lidstaten. En dat lidstaten niet vrijelijk mogen shoppen in EU-wetgeving.

    Een belangrijk uitgangspunt van IORP II staat in overweging 17: “De in de richtlijn verankerde prudentiële regels zijn bedoeld om alle toekomstige gepensioneerden door middel van strenge toezichtsnormen een hoge mate van zekerheid te bieden en tegelijkertijd een gezond, prudent en efficiënt beheer van de regelingen voor bedrijfspensioenregeling mogelijk te maken.”

    Volgens art. 126 lid 2a van de PW worden de technische voorzieningen (pensioenverplichtingen) berekend op basis van marktwaardering.

    IORP II kent het begrip ‘markwaardering’ niet.

    In overweging 40 staat over de berekening van de technische voorzieningen het volgende: “De technische voorzieningen moeten derhalve worden berekend op basis van erkende actuariële methoden en door een actuaris of door een
    andere deskundige op dat gebied worden gewaarmerkt. De maximale rentevoeten moeten prudent worden gekozen overeenkomstig relevante nationale voorschriften.”

    wordt vervolgd

  2. E. Daae
    5 jaar geleden

    In art. 13 IORP II wordt de regelgeving inzake de technische voorzieningen gedetailleerd uitgewerkt.

    “De berekening van de technische voorzieningen wordt uitgevoerd en gewaarmerkt door een actuaris of door een andere deskundige op dat gebied….. en met inachtneming van de volgende beginselen:
    a) het minimumbedrag van de technische voorzieningen wordt berekend aan de hand van een voldoende prudente actuariële waardering, rekening houdend met alle verplichtingen inzake uitkeringen en inzake bijdragen, overeenkomstig de door de IBPV uitgevoerde pensioenregeling. Het moet voldoende zijn om te waarborgen dat de uitbetaling van reeds verschuldigde pensioenen en uitkeringen aan de pensioengerechtigden kan worden voortgezet, en om de verplichtingen te weerspiegelen die voortvloeien uit de opgebouwde pensioenrechten van de deelnemers. De economische en actuariële hypothesen die voor de waardering van de passiva zijn gehanteerd, moeten eveneens op prudente wijze worden bepaald, waarbij een redelijke marge voor negatieve afwijkingen in acht moet worden
    genomen, indien van toepassing;
    b) de toegepaste maximale rentepercentages moeten op prudente wijze worden bepaald, volgens alle toepasselijke voorschriften van de lidstaat van herkomst. Bij de bepaling van die prudente rentepercentages wordt rekening gehouden met:
    i) het rendement van de overeenkomstige activa die door de IBPV worden beheerd en met de verwachte beleggingsopbrengsten;
    ii)de marktrendementen van kwalitatief hoogwaardige obligaties, staatsobligaties, obligaties van het Europees Stabiliteitsmechanisme, obligaties van de Europese Investeringsbank (EIB) of obligaties van de Europese faciliteit voor financiële stabiliteit, of
    iii) een combinatie van i) en ii);”

    En zo zijn er nog wel een paar artikelen te noemen die onjuist dan wel onvolledig in de PW zijn omgezet.

    De uitwerking van het pensioenakkoord, waarover zo tevreden bent, is al direct in strijd met de overweging 17, waarin gesteld wordt dat pensioenregelingen aan toekomstige gepensioneerden een hoge mate van zekerheid moeten bieden.

    wordt vervolgd

  3. E. Daae
    5 jaar geleden

    U zegt “Ook hoeft het fonds geen enorme buffers aan te houden om de schijnzekerheid waar te kunnen maken”

    Welnu; dat hoeft u NU ook niet. Want de pensioenregelingen die door de pensioenfondsen worden uitgevoerd hebben het karakter van CDC-regelingen, waarbij de beleggingsrisico’s bij de collectiviteit van de deelnemers liggen. De biometrische risico’s (langer leven en arbeidsongeschiktheid) worden over het algemeen verzekerd, en vormen dus geen probleem voor de fondsen. Kortom: zowel de bedrijven die de pensioenpremies betalen, als de pensioenfondsen zijn gevrijwaard van voornoemde risico’s.

    In dat geval behoeven pensioenfondsen – conform art 15 lid 1 IORP II – geen buffers aan te houden.

    De centrale vraag, meneer Borgdorff, is, waarom u en uw collega’s zich niet houden aan de EU-pensioenwetgeving? Waarom hebben u en uw collega’s zich nooit juridisch verzet tegen de PW die op essentiële punten in strijd is met IORP II (en zijn voorganger IORP I)?

    Zijn u en uw collega’s bang voor een strafexcercitie van DNB (aftoetsing)? Dat is niet nodig want het DNB toezicht is in strijd met het arrest van De Hoge Raad dat zegt dat in Nederland verzekeraars wel gegarandeerde pensioenen kunnen aanbieden, pensioenfondsen niet (en dat is wettelijk altijd zo geweest). Het is ook in strijd met de doelen van de EU Pensioenrichtlijnen.

    Bij dit toezicht baseert DNB zich op een norm (RTS, de risicovrije rentevoet) die ten nadele van deelnemers en pensioengerechtigden afwijkt van de in de EU-pensioenrichtlijnen voorgeschreven methoden.

    Conclusie: ga nu eens eindelijk doen wat uw pensioenfonds al sinds 2008 had moeten doen: indexeer de pensioenuitkeringen. Niets en niemand die u dat kan beletten, met beroep op de EU-pensioenwetgeving.

  4. M. Raaijmakers
    5 jaar geleden

    Afscheid van de rekenrente. Ervoor terug komt een hele reeks met nieuwe projectierendement, parameters, afslagen, rekenmethoden etc, die allemaal, als het straks bij het invaren of daarna blijkt tegen te vallen, gaan zorgen voor discussie.

  5. F. van Berge
    5 jaar geleden

    De pensioenfondsen hebben 15 jaar lang gegokt dat de rente zou stijgen. Nu dat niet is gebeurd, integendeel, is de volgende gok dat rendementen de rente altijd zullen overtreffen. Als dat ook tegenvalt, is het stelsel definitief uitgekleed.

  6. Drs. S.G.B. Heemskerk
    5 jaar geleden

    Het zou goed zijn als de dames en heren pensioenfondsbestuurders de stukken zouden lezen voordat ze hun mening geven. Dan konden ze de volgende punten zien:
    = het bestaande pensioenvermogen wordt geindividualiseerd op basis van de risico vrije rente. Dus voor ABP en andere grote fondsen met een tekort van ongeveer 10 %
    = voor de opbouwfase wordt het projectierendement gebaseerd op verwacht rendement. Voor de gepensioneerden blijft de risicovrije rekenrente gelden. Dat betekent ook dat er geen ruimte is om de lopende pensioenen te indexeren. De 10% tekort verdwijnt voor de gepensioneerden niet door een hogere rekenrente
    =De kosten voor het afschaffen van de doorsnee premie worden uit het pensioenfonds getrokken. Dit kost nog eens 5% dekkingsgraad.
    =Behaalde over rendementen moeten over 10 jaar uitgesmeerd worden.
    De conclusie is dus dat bij invoering van het pensioenakkoord de lopende pensioenen eerst met 15 % worden verlaagd worden. Daarna moet eerst de solidariteitsbuffer van 10% tot 15% van het vermogen gevuld worden. En pas daarna, als de helft van de huidige gepensioneerden is overleden, mag er geindexeerd worden.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te plaatsen.