Direct naar inhoud

Veel deelnemers voorzien lager pensioen en minder vertrouwen na stelselwijziging

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 10 september 2021

52% van de werknemers en 44% van de gepensioneerden verwacht dat de uitkering zal afnemen in het nieuwe stelsel. Ook ziet bijna de helft het vertrouwen in het pensioenstelsel slinken door de hervorming.

Werkenden hebben lage verwachtingen van de naderde pensioenhervorming. FvA

Dit blijkt uit een enquête van Nidi (Nederlands Interdisciplinair Demografisch Instituut) onder ruim tweeduizend werknemers en gepensioneerden.

De antwoorden van de deelnemers staan in schril contrast met de argumenten van deskundigen, politici en vakbondsbestuurders om over te stappen op het nieuwe stelsel. Volgens het kabinet zal het nieuwe stelsel het vertrouwen opvijzelen. FNV-bestuurder Tuur Elzinga zei dat iedereen er in het nieuwe stelsel op vooruit gaat.

Nidi-onderzoekers Harry van Dalen en Kène Henkens vroegen hun vaste panel met deelnemers wat zij verwachten na de overgang naar een stelsel met een onzekere uitkering. Verwachten ze bijvoorbeeld hogere of lagere uitkeringen? En wat denken ze over de invloed van het nieuwe stelsel op het vertrouwen? Een grote groep – pakweg een vijfde – heeft geen idee. Degenen die wel een inschatting kunnen maken, hebben weinig fiducie in de voordelen van het nieuwe stelsel.

Onder de werknemers verwacht 52% een uitkering die in de loop der tijd zal afnemen. Nog eens een kwart meent aan dat de uitkering gelijk blijft. Slechts 6% ziet de uitkering stijgen. Gepensioneerden verwachten evenmin gouden bergen. Een schamele 3% voorspelt een stijgende uitkering.

Somber

Gevraagd naar de invloed van de onzekere uitkering op het vertrouwen zijn de respondenten eveneens somber. De grootste groep (werkenden 47% en gepensioneerden 42%) ziet het vertrouwen dalen. Een kleinere groep (31% en 41%) rekent erop dat het vertrouwen gelijk blijft. Slechts een paar procent verwacht een toename van het vertrouwen.

‘Vooral de verwachting dat de hoogte van de pensioenuitkering gemiddeld genomen zal afnemen, is opmerkelijk’, schrijven de onderzoekers. ‘Blijkbaar zijn goede en slechte tijden in de ogen van de deelnemers asymmetrisch verdeeld, of men heeft enig wantrouwen over hoe besturen van pensioenfondsen omgaan met schokken in de economie.’

De onderzoekers concluderen dat de centrale gedachte achter het nieuwe stelsel nog niet is geland bij de meeste deelnemers. Die gedachte is dat het pensioen meer zal meebewegen met de economie en dat dat per saldo zal leiden tot een beter pensioenresultaat, onder meer omdat fondsen geen grote buffers meer hoeven aan te houden.

Desinteresse

Van Dalen en Henkens concluderen dat sociale partners nog veel werk moeten verzetten om deelnemers te overtuigen van de voordelen van de pensioenhervorming. Ze moeten daarbij twee barrières slechten, aldus de auteurs. ‘Ten eerste de grote desinteresse in pensioenzaken. Ten tweede het succes van het huidige stelsel in de ogen van deelnemers. Vooral dat laatste druist in tegen de logica van menig deelnemer. Ons stelsel is meerdere keren gelauwerd door internationale pensioenexperts en nu moet toch het roer om. Voor pensioendeskundigen is de hervorming een vanzelfsprekende stap, maar voor de overgrote meerderheid van de deelnemers is dat niet zo. Oude vanzelfsprekendheden en verwachtingen zullen nog lang de kop op steken.’

De resultaten van het Nidi-onderzoek sluiten aan bij uitkomsten uit een reeks van enquêtes naar kennis en interesse in pensioenzaken. Steevast blijkt het slecht gesteld met de kennis en tonen alleen vijftigplussers enige interesse in pensioenen. Verder zijn degenen met de meeste kennis over het pensioensysteem doorgaans positief over het stelsel. Deze groep bestaat voornamelijk uit hoger opgeleide mannen.