Direct naar inhoud

‘Invaarreferendum gaat niet werken vanwege lage respons’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 16 januari 2024

NSC wil per pensioenfonds een referendum over invaren. Dat zal op niets uitlopen, schrijft Monique van der Poel, omdat maar een gering percentage van de deelnemers zich daarover wil uitspreken.

Als het ligt aan de politieke partij NSC komt er een collectief instemmingrecht in de wet. Pensioenfondsen moeten van NSC een referendum uitschrijven. (Oud-)deelnemers en gepensioneerden bepalen dan samen of zij hun pensioenaanspraken en -rechten invaren in de nieuwe premieregelingen. Dat klinkt sympathiek, maar gaat niet werken.

Foto Linda Bouritius/ANP

Laat ik vooropstellen dat Agnes Joseph namens NSC heeft gezegd dat ze niks heeft tegen het nieuwe stelsel. Volgens Joseph moet de nieuwe opbouw plaatsvinden in een van de nieuwe premieovereenkomsten. In dat nieuwe stelsel krijg je meer zekerheid als je ouder wordt. Zij signaleert ook dat de overstap naar een premieovereenkomst wereldwijd gebruikelijk is en voordelen biedt. ‘Met individuele pensioenvermogens zijn we wendbaarder in de toekomst. We kunnen dan meer keuzevrijheid bieden en het helpt de arbeidsmobiliteit’, zei Joseph in een interview met Pensioen Pro voor de verkiezingen.

Morgen, 17 januari, debatteert de Tweede Kamer op verzoek van NSC over de overstap naar het nieuwe stelsel. Tijdens de behandeling van het Wetsvoorstel toekomst pensioenen (Wtp) is uitgebreid gesproken over het meest ongunstige scenario, waarin bestaande en verwachte pensioenen direct na de overstap niet hoger zijn, maar iets lager. De wet laat ruimte voor zo’n achteruitgang in pensioen die belanghebbenden vooraf niet kunnen tegenhouden. De wet biedt wel een aantal waarborgen vooraf om negatieve pensioeneffecten zoveel mogelijk te beperken.

Met de wet werd ingestemd vanwege de voordelen ten opzichte van het huidige stelsel. Of de doelen van de Wtp worden behaald, waaronder de kans op een koopkrachtiger pensioen, monitort de minister.

Collectief

Het voorstel van NSC is vooralsnog dat een pensioenfonds dat wil invaren een referendum moet uitschrijven onder de deelnemers. Als mogelijke drempel is genoemd dat ten minste 60% van het collectief moet reageren, anders is het referendum niet rechtsgeldig. Vervolgens moet bijvoorbeeld ten minste 60% instemmen om te kunnen invaren. Met andere woorden: minstens 36% van het collectief moet ‘ja’ stemmen om te kunnen invaren. Hieraan is dan al een rechtsgeldige wijziging van de pensioenregeling voorafgegaan en zijn er afspraken gemaakt over invaren, bijvoorbeeld tussen sociale partners. 

Monique van der Poel Foto William Rutte

Uit onderzoeken blijkt dat mensen niets zo belangrijk vinden als zekerheid over het pensioen. Onzekerheid hierover tot aan de overstap naar het nieuwe stelsel, is dan een akelig vooruitzicht. Tenminste, als je er al over na wil denken. De meeste mensen gaan nog liever naar de tandarts dan dat ze zich bezighouden met pensioen. 

Een referendum is zinvol als mensen goed begrijpen waar ze ja of nee tegen zeggen en wat het voor hen betekent op de lange termijn. Of een referendum hier passend is, laat ik even buiten beschouwing. Het voorstel gaat namelijk praktisch gezien het beoogde doel niet halen. Naar verwachting halen maar weinig pensioenfondsen een responsgraad van 60% voor een rechtsgeldig referendum. Bovendien kan het behalen van deze responsgraad veel tijd en geld kosten. Op basis van gegevens die ik de afgelopen weken heb opgehaald bij pensioenfondsen, geef ik enkele indicaties van de respons:

  • Collectieve waardeoverdrachten met bezwaarrecht: 0 tot 30% bezwaar.
  • Onderzoeken naar beleggingsrisico’s die deelnemers willen en kunnen nemen: 5% à 30% van de deelnemers (meest voorkomend: 5% à 15%).
  • Bij klanttevredenheidsonderzoeken: 2% à 25%.

Voor deze inventarisatie geldt dat het opgehaalde beeld een eerste indicatie is. Meer onderzoek is nodig voor een representatief beeld. Dit geldt met name voor de bezwaarpercentages bij collectieve waardeoverdrachten. Voor de toekomst zou het helpen als DNB de bezwaarpercentages bij collectieve waardeoverdrachten opvraagt en centraal registreert. Mijn voorlopige indruk is dat in veel gevallen geen of nauwelijks bezwaar wordt gemaakt, maar dat bezwaar zeker wel voor komt. Bij mijn uitvraag ging het vaker om 2 à 10%, dan om hogere percentages.

Imago

Enkele redenen die fondsen noemen voor de verschillen in respons bij collectieve waardeoverdrachten zijn: het effect op pensioen, het gevolgde proces (waaronder de communicatie), de gemiddelde leeftijd binnen het fonds en het imago van de nieuwe uitvoerder. Wat ook kan meespelen is desinteresse van een deel van de deelnemers in pensioenzaken, of dat men zich onbekwaam acht om de juiste keuze te maken. Gepensioneerden en oudere deelnemers zijn eenvoudiger te activeren dan jongeren als het gaat over hun pensioen. Kortom, met een vereiste respons van 60% lijkt invaren van de baan, ook wanneer dat positief zou zijn voor het collectief.

Mocht zich een Kamermeerderheid aftekenen voor het referendum, doe dan eerst onderzoek. Vergeet daarbij niet dat er met reden ooit is gekozen voor een wettelijke bezwaarrecht bij gewone collectieve waardeoverdrachten, en niet voor instemming. De mens is nou eenmaal niet zo’n reageerder en al helemaal niet als het gaat over pensioen. Het aanwakkeren van angst helpt wel, maar angst is niet altijd de beste raadgever. Dan is het zaak eerst de feiten op orde te hebben.

Monique van der Poel schrijft dit op persoonlijke titel. Zij is verbonden aan het Expertisecentrum Pensioenrecht van de VU en bestuurder en intern toezichthouder bij pensioenfondsen.      

Delen op sociale media

Gerelateerde artikelen