Direct naar inhoud

‘Risicodelingsreserve heeft alleen zin bij hoge dekkingsgraad’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 14 april 2022

Fondsen die voor de flexibele premieregeling kiezen, hebben alleen iets aan de risicodelingsreserve als ze die direct flink kunnen vullen vanuit hun buffer. Vullen vanuit premie-inkomsten zet onvoldoende zoden aan de dijk.

vlnr: Hans van Meerten, Paula Verhoef en Marc Heemskerk Foto: Tjibbe Hoekstra

Dat zei actuaris Marc Heemskerk van Mercer woensdag tijdens de jongste uitzending van Pensioen Pro Live over de Wet toekomst pensioenen. Naast Heemskerk ware hoogleraar pensioenrecht Hans van Meerten en het hoofd van de pensioenafdeling van de FNV Paula Verhoef te gast.

Bekijk op YouTube. Opent in een nieuw venster

‘Ik denk persoonlijk niet dat de risicodelingsreserve voldoende zal zijn om de verplichtstelling te garanderen’, aldus Heemskerk. Het kabinet heeft op advies van de Raad van State besloten de risicodelingsreserve verplicht te stellen voor bedrijfstak- en ondernemingspensioenfondsen om de verplichtstelling juridisch voldoende te onderbouwen.

Maar pensioenfondsen lopen volgens Heemskerk het risico dat ze die risicodelingsreserve moeilijk gevuld krijgen, waardoor die in de praktijk mogelijk te klein zal blijven om te kunnen doen waarvoor hij is beoogd. ‘Het hangt er helemaal van af of je de risicodelingsreserve kunt vullen vanaf het begin met je buffer. Want verder mag je hem alleen vullen uit de premie, en die staat al enorm onder druk. Ik verwacht daarom niet dat sociale partners bereid zullen zijn veel premie op te offeren om die risicodelingsreserve gevuld te krijgen. Je moet als pensioenfonds dus een goede aanvangsdekkingsgraad hebben om hier een succes van te maken’, aldus Heemskerk, die zich niet wil vastpinnen op een minimaal benodigde dekkingsgraad hiervoor. ‘Maar dat zal sowieso meer dan 100% moeten zijn.’

Geen draagvlak voor pensioenwet

Een ruime meerderheid van de 511 kijkers van de Pensioen Pro Live uitzending over de Wet Toekomst Pensioenen vindt dat de wet in zijn huidige vorm niet klaar is voor invoering. Twee derde van hen bleek het eens met de stelling ‘De wet is te complex, laat belangrijke problemen liggen en houdt geen rekening met extreme economische situaties’. Toch verwachten zowel Verhoef, Heemskerk als Van Meerten dat de wet zonder kleerscheuren door het parlement wordt geloodst. ‘Ik ben bang dat het een hamerstuk wordt’, denkt zelfs Van Meerten, die zich fel verzet tegen het ontbreken van het individueel bezwaarrecht in de wet.

Ondanks de beperkingen van de risicodelingsreserve in vergelijking met de solidariteitsreserve, die ook uit overrendement gevuld mag worden, verwacht Verhoef van de FNV dat de meeste pensioenfondsen de risicodelingsreserve wel zullen toevoegen. ‘Banken en verzekeraars zullen wel voor de flexibele regeling gaan, maar ik verwacht dat ook die fondsen toch een bepaalde vorm van solidariteit zullen willen behouden.’

Ondanks de verschillen zijn de twee contracttypes in het uiteindelijke wetsvoorstel meer op elkaar gaan lijken. Heemskerk ziet dat als een opmaat naar een uiteindelijke samensmelting van de twee regelingen. ‘Ik hoop dat we over vijf jaar nog maar één contract hebben.’ Het uitgangspunt zou dan wat hem betreft een individuele premieregeling zijn, waaraan collectieve risicodeling kan worden toegevoegd.