Direct naar inhoud

Adviseurs: verzekerde rechten dreigen weg te smelten

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 25 augustus 2023

Honderdduizenden deelnemers in verzekerde regelingen krijgen geen indexatie. Inflatie dreigt deze rechten de komende decennia ernstig aan te tasten, waarschuwen adviseurs. ‘Deze mensen moeten kunnen overstappen naar het nieuwe stelsel.’

Foto iStock

Eerder en meer indexatie is een van de grote beloften van de premieregelingen van het nieuwe stelsel. Rechten van deelnemers bij pensioenfondsen worden de komende jaren vrijwel allemaal ingevaren naar die nieuwe regeling. Er wordt doorbelegd, buffers worden uitgedeeld en zo lijkt er een goede kans dat de komende jaren de inflatie ten minste deels gecompenseerd kan worden.

Maar wat gebeurt er met de rechten van deelnemers in gegarandeerde regelingen bij verzekeraars? Daarop wordt doorgaans helemaal geen indexatie meer toegekend. En in tegenstelling tot bij pensioenfondsen zijn er geen concrete plannen om dit soort rechten in te varen naar het nieuwe stelsel. Adviseurs vrezen dat honderdduizenden Nederlanders hierdoor achterblijven met pensioenrechten die de komende decennia door inflatie worden opgegeten.

Garantieregelingen waren vroeger veel populairder dan nu. Vrijwel alle werkgevers die hem boden zijn de afgelopen jaren overgestapt naar andere regelingen, vaak dc. Maar toch zijn er nog 1,7 miljoen deelnemers met rechten in een verzekerde db-regeling, veelal zonder actieve opbouw.

Geen indexatie meer

Rogier Kerkhof

‘Van die deelnemers krijgt 95% geen indexatie meer’, schat adviseur Rogier Kerkhof (BexerHamstra). ‘Er waren winstdelingsregelingen, maar die zijn meestal beëindigd.’ ‘Op oude middelloonregelingen wordt bijna niet meer geïndexeerd’, ziet ook zelfstandig adviseur Hans Kennis. ‘De potjes die ooit opzij gezet zijn voor indexatie zijn leeg.’

In theorie is het mogelijk, dat de werkgever alsnog indexatie inkoopt. ‘Maar dat is heel duur’, zegt Kennis. ‘Als de werkgever het al wil, dan merk ik dat sommige verzekeraars het niet meer doen. Ze moeten daar administratief moeite voor doen, commercieel is het niet meer interessant.’

Op termijn dreigt een groot probleem te ontstaan voor deze deelnemers. ‘Met name voor jongere mensen met dit soort rechten. Stel je bent veertig en een groot deel van je pensioen zit in zo’n garantie-regeling. Waar sta je dan op je zeventigste? Dan heb je dertig jaar geen indexatie gehad op die rechten’, constateert Kennis. ‘De gepensioneerden hebben vaak aardige uitkeringen. Maar jongere, nog actieve deelnemers met gegarandeerde nominale rechten zien hun pensioen echt wegsmelten de komende decennia’, vreest Kerkhof. ‘Als ze dat doorkrijgen, zal dat heel slecht voor het vertrouwen in verzekeraars en het pensioenstelsel zijn.’

Inflatie

Het probleem is niet nieuw. Gegarandeerde regelingen bestaan al lang, indexatie wordt er al langer nauwelijks geboden. Maar de gestegen inflatie maakt de zaak urgenter, en de overgang op het nieuwe stelsel, waarbij db-rechten worden omgezet, is een logisch moment om ook de garantieregelingen aan te pakken, stellen de adviseurs. De komst van de Wet toekomst pensioenen zal ook het sein zijn voor de laatste werkgevers die nog opbouw bieden in een db-regeling om ermee te stoppen. Ook zij komen te staan voor vragen rond de oude rechten. Dit betreft nog zo’n 83.000 deelnemers.

Het Verbond van Verzekeraars benadrukt in een reactie dat verzekeraars uitvoeren wat sociale partners hebben afgesproken – die hebben soms geen indexatieambitie vastgelegd. Bij de overgang naar de Wet toekomst pensioenen kan de werkgever op zich wel een aanvraag voor collectieve waardeoverdracht doen. Dat is geen invaren, maar een gewone collectieve waardeoverdracht, waartegen individueel bezwaar gemaakt kan worden. Als de werkgever geen aanvraag indient, kan de werknemer er ook individueel om vragen.

Volgens de adviseurs is dit verre van voldoende. In de eerste plaats is in deze gevallen de deelnemer afhankelijk van een initiatief van de werkgever; als die niets doet, moet de deelnemer op eigen gelegenheid een ingewikkelde procedure door. Lang niet alle pensioenrechten zullen zo bereikt worden.

Tarief

Hans Kennis

Daarbij komt dat de vraag of de verzekeraar meewerkt en vooral: tegen welke prijs. Kerkhof: ‘Verzekeraars zijn niet verplicht mee te werken aan een collectieve waardeoverdracht en in de praktijk doen ze het vaak niet. Als ze het wel doen, lukt het nog niet, omdat de verzekeraar niet de waarde van de verplichtingen meegeeft.’ In plaats daarvan betaalt de verzekeraar een bedrag uit, dat volgt uit het contract. Vaak wordt de rekenrente gehanteerd die bij aanvang van het contract gold. Omdat het oude rechten betreft, is die vaak 3% of 4% en met een oude sterftetafel.

Kerkhof: ‘Je krijg in de praktijk minder mee, dan de echte waarde van de verplichtingen. Dat maakt de waardeoverdracht onaantrekkelijk, zo niet onmogelijk. Bij een collectieve waardeoverdracht betwijfel ik of DNB akkoord gaat. De afkoopsom is zo laag, dat je daarmee geen nieuwe rechten kan inkopen die actuarieel gelijkwaardig zijn. Dat moet echter wel van de toezichthouder.’

Er is een bredere oplossing nodig, vinden de adviseurs, gezien de omvang van het probleem. Kennis: ‘Als honderdduizend mensen gedurende tientallen jaren geen indexatie krijgen, en er is nog een paar jaar hoge inflatie… dat gaat lijken op een nieuwe woekerpolisaffaire. Ik wil niet zeggen dat verzekeraars het verkeerd gedaan hebben. Ze voeren inderdaad regelingen uit die zijn afgesproken door sociale partners. Maar ze zouden wel mogen bedenken dat er een probleem is hier. En dat je niet te lang moet wachten met oplossen daarvan.’

Aanbod

Daarom zouden verzekeraars op eigen initiatief iedereen een aanbod moeten kunnen doen om de oude rechten om te zetten in een nieuw dc-potje, vinden Kerkhof en Kennis.

Dat vergt individuele online keuzebegeleiding. Kennis: ‘Als je zeventig bent, is het misschien niet slim om je garanties op te geven. Maar als je veertig bent wel. Laat de uitkomsten maar zien in drie scenario’s. Je kan het overdragen naar een regeling die de deelnemer al heeft lopen, of naar een nieuw dc-potje.’

Wederom is de vraag hierbij: hoeveel krijgt de deelnemer mee? Volgens Kerkhof zouden verzekeraars meer moeten meegeven dan het contract stipuleert. ‘Nu krijgt de deelnemer meestal minder dan de waarde van de verplichtingen en het verschil is winst voor de verzekeraar.’

Eigenlijk is het een wonderlijke situatie, meent Kerkhof. ‘Als je het pensioen onderbrengt bij de verzekeraar, heb je ook het renterisico overgedragen. Bij een waardeoverdracht krijg je dat risico ineens alsnog voor de kiezen.’ Bij pensioenfondsen werkt dit anders: als die rechten overdragen, wordt de waarde daarvan wel op een actueel tarief bepaald.

Moreel appèl

De waarderingsmethode van verzekeraars bij overdracht is een rem op een overstap naar dc. Kerkhof: ‘Ik doe een moreel appèl op de verzekeraars: laat deze mensen uit hun garantieregeling, geeft ze de kans op opwaarts potentieel. Je hoeft niet te verdienen aan de waardeoverdracht.’ Kerkhof heeft wel een suggestie voor een compromis. ‘De verzekeraar kan het volgende aanbieden. Ze keren aan de deelnemer de actuele waarde van de verplichting uit, maar dan moet hij of zij dat bedrag wel in een dc-regeling bij diezelfde verzekeraar onderbrengen en laten staan. Dan behoudt de verzekeraar de verdiencapaciteit die hij daarvoor ook had.’

Kennis heeft geen mening over de tarieven, zegt hij. ‘Ik denk dat je verzekeraars moeilijk kunt dwingen om meer uit te keren dan in het contract staat. Je weet niet wat dat met de financiële positie van die bedrijven doet.’ Met de gestegen rente is uitkering vanuit een verzekeraar, op bijvoorbeeld op 3% contractrekenrente, inmiddels niet heel ver verwijderd van de marktwaarde, suggereert hij.

Kennis heeft nog een andere suggestie. ‘Er zijn ook werkgevers die op zich nog best indexatie willen geven op oude db-rechten. Maar dat is nu heel duur om in te kopen. Je zou de indexatie voor die db-rechten kunnen uitdelen in de vorm van een bijstorting in de dc-regeling. Maar de Belastingdienst maakt dat in de praktijk onmogelijk. Dat is jammer, ze zouden daar veel mensen mee kunnen helpen.’