Direct naar inhoud

‘Splitsen taken fiduciair beheer leidt tot betere bedrijfsvoering’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 2 februari 2022

Het einde van het alles-in-één-hand-model van de fiduciair vermogensbeheerder is in zicht, stelt Rik Albrecht. Hij pleit voor splitsing van taken voor regie, advies, implementatie en rapportage. Splitsen leidt volgens hem tot beheerste en integere bedrijfsvoering.

Foto Richard Brocken/ANP

Fiduciair vermogensbeheer is populair bij Nederlandse pensioenfondsen. Kenmerkend voor fiduciair vermogensbeheer is dat de taken regie, advies, implementatie en rapportage van vermogensbeheer in één hand liggen. ‘Bij ons bent u in goede handen’ klinkt erg prettig. Vooral als een bestuurder niet te veel met het vermogensbeheer bezig wil zijn en wil vertrouwen op een grote organisatie met een klinkende naam.

Natuurlijk blijft het pensioenfonds formeel de eindverantwoordelijk voor al deze uitbestede taken, maar wat komt daarvan terecht als regie, advies, implementatie en rapportage in één hand liggen en worden voorbereid door experts met een grote kennis- en informatievoorsprong?

Aanvankelijk was fiduciair vooral een verkoopkanaal voor vermogensbeheerders die via extra service het pensioenfonds aan zich wilden binden, om zo meer van de eigen beleggingsfondsen te verkopen. Op papier zou de fiduciair onafhankelijke managerselectie en -evaluatie moeten kunnen doen, maar in dit verdienmodel zit belangentegenstelling ingebakken als je eigen organisatie ook beleggingsfondsen aanbiedt die moeten concurreren met beleggingsfondsen van derden. Omdat ook in de praktijk onvoldoende sprake is van functiescheiding ontstaat ‘wij van WC-eend adviseren WC-eend’. DNB is daar kritisch op, omdat prudent-personbeginselen zoals onafhankelijkheid, tegenwicht en functiescheiding in gevaar komen.

Onder druk van pensioenfondsen en indirect DNB hebben fiduciair vermogensbeheerders hun werkwijze aangepast. Ze hebben scheiding aangebracht tussen regie, advies, implementatie en rapportage. Dit betekent dat de fiduciair vermogensbeheerder steeds minder van zijn eigen beleggingsfondsen kan verkopen. De vraag is wat de rentabiliteit voor de vermogensbeheerder dan nog is van dit fiduciaire verdienmodel? Alle inkomsten gaan vrijwel volledig op aan personeelslasten en andere kosten. Schaalvoordelen zijn niet meer te behalen. Het is niet verwonderlijk dat partijen zoals Lombard Odier, Robeco, Axa en Allianz in Nederland de stekker uit fiduciair trekken.

Moederschoot

Er zijn ook grote fiduciair vermogensbeheerders die voortkomen uit de moederschoot van een groot pensioenfonds, zoals APG, PGGM en Blue Sky Group. Deze beheerders zijn ook andere pensioenfondsen gaan bedienen onder het motto ‘wat goed is voor het grote moederpensioenfonds is ook goed voor de kleinere pensioenfondsklanten.’ Wie wil er niet profiteren van de schaalvoordelen en kennis van een reus?

Maar toch wringt het. De kleine fondsen voelen zich voortgeduwd door de keuzes die het moederpensioenfonds maakt. Als dat bijvoorbeeld olie wil uitsluiten, dan gaat dat gebeuren in het collectieve beleggingsfonds en moeten de kleine klanten mee. Slikken of stikken. Ondertussen eisen de kleine fondsen veel aandacht van de fiduciair op. Hoe lang tolereert het moederfonds nog dat de kleintjes het voor de voeten lopen?

Rik Albrecht

Veel fiduciair vermogensbeheerders beschikken over een gestandaardiseerd productenpalet, of zij hanteren een bepaalde werkwijze zoals de voorkeur voor actief beheer of een vorm van maatschappelijk verantwoord beleggen. Iedere fiduciair vermogensbeheerder zal zeggen dat alles wat de klant wil mogelijk is, maar in de praktijk leidt afwijken van de standaard tot extra kosten, evenals problemen bij rapportages en aansturing, waardoor pensioenfondsen daarvoor terugschrikken. Het komt erop neer dat het pensioenfonds getrouwd is met de fiduciair beheerder.

Aanspreekpunt

Wat de governance van pensioenfondsen nodig heeft, is een modulaire opzet van het vermogensbeheer, waarbij de taken voor regie, advies, implementatie en rapportage organisatorisch van elkaar gescheiden zijn. Daarbij is de regisseur het primaire aanspreekpunt van het bestuur: hij of zij stuurt als spin in het web de overige modules aan. Op die manier zijn de prudent-personbeginselen voor tegenspraak, functiescheiding en onafhankelijkheid ingebouwd en is er een gerechtvaardigd vertrouwen in de beheerste en integere bedrijfsvoering.

In aanvulling op de fiduciair vermogensbeheerder hebben sommige pensioenfondsen al een aparte regiefunctie geïnstalleerd in de vorm van een eigen bestuursbureau of oversight-manager met beleggingskennis, die het nodige tegenwicht biedt. Door deze verdeel-en-heersstrategie blijft het pensioenfonds aantoonbaar in control en kan het makkelijk modules voor regie, advies, implementatie, rapportage apart aansturen en zo nodig vervangen, zonder dat het hele vermogensbeheergebouw op de schop moet.

Rik Albrecht is bestuurder en voorzitter van de beleggingscommissie bij diverse pensioenfondsen.