Direct naar inhoud

‘De Wet van de Loden Ui’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 21 april 2022

Experts vertellen morgen aan de pensioenwoordvoerders van de Tweede Kamer wat er niet deugt aan de Wet toekomst pensioenen. Marc Heemskerk raadt Kamerleden aan bij al die kritiek de grote lijnen in de gaten te houden, aan de hand van de Wet van de Loden Ui.

Erald van der Aa ANP/ Novum RegioFoto

Vrijdag Pensioendag, althans in de Tweede Kamer. Pensioenprominenten mogen morgen hun visie op het nieuwe pensioenstelsel geven. Ik ben geen uitverkorene, maar hoop via dit artikel toch een nuttige bijdrage te leveren. Graag zou ik onze volksvertegenwoordigers de Wet van de Loden Ui toelichten. Deze helpt via een holistische blik om de complexe pensioenmaterie en de werkelijke problematiek te bevatten. En bespaart u vele uren leeswerk.

De Wet van de Loden Ui is eenvoudig: P + B = U + I. Scheikundigen herkennen in PB het symbool voor lood. Voluit, Premie + Beleggingsopbrengsten = Uitkeringen + Indexering.

Deze wet beschrijft op collectief niveau ons pensioenstelsel, dat velen als complex ervaren. Maar met deze wet kunnen we een aantal zaken eenvoudig in perspectief plaatsen.

1. Niet eng

Neem de overstap van de huidige uitkeringsovereenkomst naar de nieuwe premieovereenkomst, zoals nu voorliggend. De Wet van de Loden Ui blijft gelden. Als we evenveel premie betalen in het nieuwe stelsel en evenveel beleggingsopbrengst maken, resulteren op collectief niveau dezelfde uitkeringen. En zo geeft de wet aan dat deze overstap niet spectaculair of eng is. Enig aandachtspunt is de verdeling van de uitkeringen over de generaties, die anders kan uitvallen onder de nieuwe premieovereenkomst. Maar de verdeling van pensioengelden over generaties was in het huidig stelsel juist ook een punt van discussie, zoals onder punt twee en drie toegelicht. Het nieuwe stelsel is in ieder geval transparanter over de verdeling.

2. De hele pot wordt verdeeld

Deze verdelingsdiscussie blijkt bijvoorbeeld uit het probleem van de rekenrente. Ook dit kan ik met behulp van de Wet van de Loden Ui inzichtelijk maken. De rekenrente ontbreekt namelijk geheel in de formule. Dat komt omdat alleen de werkelijke beleggingsopbrengsten maatgevend zijn voor de uiteindelijke uitkeringen. De rekenrente bepaalt alleen de verdeling over de generaties. Een hoge rekenrente in combinatie met een hoge dekkingsgraad zet het sein op groen voor toeslagverlening aan met name de oudere generaties. Een lage rekenrente zet het sein op rood voor toeslagverlening en pot het geld op voor de jongere en toekomstige generaties. Een veel gemaakte denkfout is dat we ons in dit laatste geval arm rekenen. De realiteit is anders. Uiteindelijk wordt immers de gehele pensioenpot in uitkeringen omgezet zoals de formule ons toont, in de UI zit geen buffer.

3. Lage opbouw is niet het probleem

Velen hebben kritiek op de steeds lagere pensioenopbouw in het huidige stelsel. De Wet van de Loden Ui toont ons dat dit niet het werkelijke probleem is. Ook het opbouwpercentage ontbreekt in de formule. Wederom gaat het hier om een verdelingsvraagstuk. Een hoog opbouwpercentage (en lage premiedekkingsgraad) leidt tot een hoge reservering voor de opbouwende deelnemers, ten laste van slapers en gepensioneerden. Een laag

“Premie + Beleggingsopbrengsten = Uitkeringen + Indexering”

opbouwpercentage (en hoge premiedekkingsgraad) ontziet slapers en gepensioneerden, maar biedt deelnemers een lagere pensioenreservering en hiermee een lagere persoonlijke uitkering. De Wet van de Loden Uit leert ons telkens weer dat we de grootste problemen krijgen als we te weinig (P)remie inleggen of te weinig (B)eleggingsopbrengsten weten te behalen. Dat laatste is inderdaad een serieus probleem, aangezien we ruim de helft van onze pensioengelden vastrentend beleggen tegen de huidige lage rente.

4. Iedereen gaat er op vooruit is een mythe

Marc Heemskerk

De wet ontkracht de mythe dat iedereen erop vooruit gaat in het nieuwe stelsel, dus hogere uitkeringen krijgt. Onmogelijk, bij gelijke premie-inleg en gelijke beleggingsopbrengsten (linkerkant formule) blijft ook de rechterkant hetzelfde. Door over te stappen naar een nieuw stelsel wordt niet ineens de pot met geld groter. De rekentruc die toch de mythe probeert te bewerkstelligen, is dat bij het doorrekenen van de huidige uitkeringsovereenkomst enorme buffers worden gevormd, die ten onrechte niet worden opgenomen in (U)itkeringen en (I)ndexatie. Bij de nieuwe premieovereenkomst ontbreken deze buffers (grotendeels) en stijgt de (U)itkering dus sneller bij positieve beleggingsopbrengsten. Zo valt het nieuwe contract voor iedereen beter uit, zo lijkt het. In de werkelijkheid zullen gemodelleerde buffers in het oude stelsel op enig moment toch worden uitgekeerd. Over enkele decennia ontvangen de dan gepensioneerden domweg meer dan de doorrekening van het huidige stelsel voorspiegelt.

5. Invaren verdedigbaar

Tot slot het invaren, het overhevelen van alle bestaande pensioengelden naar de nieuwe regeling. De Wet van de Loden Ui maakt ons duidelijk dat er geen gelden verloren gaan. Dit is wederom een verdelingsvraagstuk. De voorgestelde wettelijke verdeling gaat in de basis uit van de opgebouwde pensioenuitkering- of aanspraak en de hiervoor gemaakte reservering. Een solide en faire basis naar mijn oordeel. De individuele uitkering zal zich in het nieuwe stelsel anders ontwikkelen dan in het huidige stelsel, beter of slechter, maar de (leeftijdsafhankelijke) verdeelregels in het nieuwe stelsel beoordelen we in ieder geval als meer passend bij de risicohouding. Invaren vereist dat bij overgang nog één keer een keuze wordt gemaakt over verdeling van de gelden over de verschillende generaties, terwijl in het huidige stelsel deze keuzes jaarlijks opspelen. Zo bezien is ook het invaren een verdedigbare keuze bij de stelselovergang.

Snapt u het allemaal nog? Zo ja, dan snapt u ook dat een overstap naar het nieuwe stelsel onvermijdelijk is. In een premieovereenkomst, met directe premiestorting en verdeling van beleggingsopbrengsten, is de Wet van de Loden Ui immers beter te begrijpen dan in de huidige uitkeringsovereenkomst. Geen zinloze discussies meer over rekenrente, opbouwpercentages, premiedekkingsgraden etc, maar een focus op de werkelijke pensioenvraag: welke premie willen we inleggen en welk beleggingsopbrengst hebben we nodig, om onze gewenste uitkering te bereiken.

Mocht er vrijdag nog een paar minuten vrij zijn, dan kom ik graag even langs met mijn Wet van de Loden Ui.

Marc Heemskerk werkt bij Mercer.