Direct naar inhoud

‘Drie misverstanden over het vervallen van de leenrestrictie’ — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaalde toegangsblokkering, wat betekent dat een deel van de inhoud pas kan worden gelezen als u bent ingelogd en een geldig abonnement heeft.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 14 oktober 2021

Heel veel risico voor jongeren en kans op een negatief pensioenvermogen. Opheffing van de leenrestrictie roept diverse angstvisioenen op, maar volgens Gosse Alserda zijn dat misverstanden. Het risico kan er juist door dalen, stelt hij.

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks pensioennieuws, -achtergronden en -opinie per e-mail
  • Vier keer per jaar Pensioen Pro Magazine (inclusief Vermogensbeheergids) per post
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

3 reacties

  1. Drs. S.G.B. Heemskerk
    3 jaar geleden

    Het opheffen van de leenrestrictie is een structurele subsidie van oud naar jong. De manier waarop dit gedaan wordt gaat namelijk uit van een risico volle lening tegen het tarief van een risico vrije staatslening. Bij de bank hoef je niet aan te komen voor effectenkrediet tegen 0% rente.
    Verder moeten de andere deelnemers de kans op verlies afdekken, je mag namelijk niet met een negatief pensioenvermogen eindigen. Dit is dus een gratis putoptie op kosten van de andere deelnemers.
    Het opheffen van de leenrestrictie komt dus neer op beleggen/gokken volgens het model “kop ik win, munt jij verliest”.
    Als er bij het lenen een normale commerciële rente betaald moet worden en de deelnemers ook zelf moeten betalen voor de put optie is het meteen niet meer aantrekkelijk

  2. Anoniem
    3 jaar geleden

    Een goede analyse, maar ik mis nog dat het vervallen van de leenrestrictie in feite legitimering is van al heel lang bestaande praktijken door pensioenuitvoerders met een zelfde effect. Een pensioenuitvoerder kan immers zoals blijkt uit hun jaarverslagen ook nu al een grotere positie innemen in zijn overrendement portefeuille door tegengestelde posities in derivaten. Dat kan actief als een pensioenuitvoerder meer aandelen koopt dan volgens de norm portefeuille en die aankoop financiert met derivaten, of passief als het beleggingsfonds waarin de pensioenuitvoerder op die manier handelt om een hoger rendement te behalen. Zo lang het goed gaat is er niets aan de hand, maar als er een bijstortverplichting in de derivatenportefeulle ontstaat moeten middelen worden onttrokken aan de matching portefeuille, of het beleggingsfonds gaat negatief renderen. De vraag is natuurlijk of dat niet op gespannen voet staat met de bestaande leenrestrictie. Immers op de balans van die pensioenuitvoerders staat een schuld (vreemd vermogen) bestaande uit contractueel aangegane verplichtingen. Een goed voorbeeld waar dit met succes is bestreden door de toezichthouder (en de belastingdienst) is bij zo’n constructie voor de financiering van dividendarbitrage over de rug van de belastingbetaler. Deze zogenaamde zero sum game leidde tot verlies als er minder dividend werd uitgekeerd dan volgens de onderliggende verwachting, of als de dividendbelasting van 15% niet aan de pensioenuitvoerder werd teruggegeven wegens belastingontwijking Weet u als pensioenuitvoerder of uw beleggers dergelijke risico’s nemen?

  3. M. Brouwer
    3 jaar geleden

    Een goede bijdrage aan de discussie. Ook belangrijk om dit te zien in de context van de gehele regeling en specifiek in relatie tot de invulling van de solidariteitsreserve. Gezien het relatief bescheiden pensioenkapitaal van jongeren kan de solidariteitsreserve in principe goed voorzien in het voorkomen van grote negatieve fluctuaties bij jongeren.

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.