Direct naar inhoud

‘Zet streep door franchise’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 24 oktober 2022

De franchise moet lager of zelfs helemaal afgeschaft. Daar zijn volgens Chris Driessen tal van goede argumenten voor. Zo wordt meer werken voor deeltijders aantrekkelijker.

Schoonmakers op Schiphol. Met name werknemers met lage inkomens bouwen onder meer weinig pensioen op vanwege de franchise. Foto Peter Hilz/ANP

Bij de invoering van het nieuwe stelsel is niet getornd aan de franchise. Toch is de komst van het nieuwe stelsel een goede aanleiding eens kritisch te kijken naar dit fenomeen. Verlaging of afschaffing van de franchise heeft vele voordelen voor de arbeidsmarkt en leidt tot een rechtvaardiger pensioen.

De tekorten op de arbeidsmarkt krijgen door de demografische ontwikkeling een steeds structureler karakter. Ook in essentiële sectoren zoals de zorg en het onderwijs is dat het geval. In die sectoren wordt veel in deeltijd verwerkt. De hoge marginale druk maakt langer werken weinig lonend. Daaraan draagt de pensioenpremie, doorgaans 25%-30% van het pensioengevend salaris, sterk bij. Zeker bij lagere inkomens waar de marginale druk problematisch is als gevolg van het wegvallen van allerlei inkomensafhankelijke regelingen.

Dit leidt tot het eerste argument voor verlaging/afschaffing de franchise. Pensioenopbouw over het hele inkomen leidt tot een sterke verlaging van het marginale tarief. En is bovendien rechtvaardig want de huidige pensioenopbouw bevoordeelt hogere inkomens met een extra pensioenpremie van werkgevers die de lagere inkomens mislopen.

Krappe arbeidsmarkt

Het is van belang dat we voorkomen dat de tekorten op de arbeidsmarkt alleen worden opgevangen door toenemende migratie. We moeten de fout uit de jaren zestig en zeventig niet herhalen. Toen verzuimden we in een krappe arbeidsmarkt tijdig te investeren in vergroting van de arbeidsparticipatie.

Chris Driessen Foto Christiaan Krouwels

Het tweede argument is dat de franchise denivellerend uitwerkt. In feite wordt de nivellering via de AOW door toepassing van de franchise weer ongedaan gemaakt. Afschaffing van de franchise maakt hier een einde aan. Lagere inkomens gaan meer pensioen opbouwen, voor modale inkomens blijft de pensioenopbouw ongeveer gelijk en voor hogere inkomens wordt deze juist wat minder. Dat is gewenst, want dat stimuleert hogere inkomens om langer door te werken en verbetert het pensioen voor de lagere inkomens die aan een uitkering van 70% van hun inkomen uit werk vaak niet genoeg hebben en gemiddeld een kortere levensverwachting hebben. Die extra pensioenruimte kunnen ze daarmee ook aanwenden om wat vroeger te stoppen met werken.

Goedkoper

Een derde argument raakt de uitvoering. Schrappen van de franchise versimpelt de uitvoering van regelingen in de tweede pijler. De franchise leidt tot extra gegevensstromen. Een goedkopere uitvoering leidt ertoe dan een groter deel van de premies voor pensioen worden gebruikt.

Het vierde argument is dat een – toekomstige – wettelijk te regelen minimale premieinleg om de witte en grijze vlek te verkleinen zonder franchise veel eenvoudiger vorm kan krijgen.

Het vijfde argument is dat de overheid hierin een rol heeft. Die stuurt de pensioenopbouw via fiscale regels. Pensioenopbouw wordt gestimuleerd. We hebben al een bovengrens voor regelingen in de tweede pijler.

Het nieuwe contract wordt door de overheid afgedwongen door de fiscale facilitering van db-regelingen te stoppen. Datzelfde kan gebeuren door bovengrenzen aan de franchise te stellen en deze uiteindelijk te verbieden. Dit sluit aan op de nieuwe pensioencontracten waarin de pensioenpremie de kern wordt van deze arbeidsvoorwaarde.

De franchise is kortom niet meer van deze tijd. Het is een relikwie uit het oude stelsel met zaken als eindloon en gegarandeerde indexaties. We gaan over op premieregelingen en schaffen de doorsneesystematiek en db af. De franchise hoort ook thuis in dat rijtje.

Chris Driessen is voormalig pensioenexpert bij FNV.