Direct naar inhoud

‘Tunnelvisie rond Wet toekomst pensioenen’

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 17 oktober 2022

De bedenkers van de Wet toekomst pensioenen komen keer op keer met argumenten waarom dit toch echt de beste oplossing is voor iedereen. Adri van der Wurff waarschuwt voor de confirmation bias oftewel tunnelvisie.

Tunnel voor voetgangers en fietsers bij Centraal Station in Amsterdam. Foto Berlinda van Dam/ANP

In alle vormen van onderzoek is tunnelvisie een bekend en onvoldoende gevreesd fenomeen. Als bijvoorbeeld strafrechtelijk onderzoek zich vooral richt op de bevestiging van de eerste veronderstellingen van de rechercheurs, kan dat leiden tot een veroordeling van een onschuldige. Dat komt doordat er onvoldoende gekeken wordt naar alle feiten en redeneringen, ook de kritische. Het resultaat van een dergelijke confirmation bias is besluitvorming waarbij iets voor waar wordt gehouden wat het niet is.

Die tunnelvisie lijkt nu op te treden bij de behandeling van de voorgestelde Wet toekomst pensioenen. Afgelopen tijd zagen we er drie voorbeelden van. Ten eerste vond de nieuwe voorzitter van de Pensioenfederatie verder uitstel van behandeling van de wet niet nodig, en dat de kamer zeker niet hoeft te wachten op de resultaten van de Commissie Parameters. ‘Kamerleden kunnen een goede afweging maken op basis van alle informatie die er is’, zei Ger Jaarsma. Geen moeilijke vragen stellen, maar instemmen, was zijn achterliggende boodschap.

Ten tweede zond de minister aan de Tweede Kamer een brief met voorbeeldberekeningen van vijf (eigenlijk drie) pensioenfondsen. Deze berekeningen moesten nog eens duidelijk maken dat het nieuwe stelsel betere pensioenresultaten oplevert dan het huidige. Bovendien liet de minister als dreigement ook weten dat uitstel van de behandeling van de wet niet leidt tot verlenging van de soepelere regels voor korten en indexeren.

En ten derde schreven de vakbonden, werkgeversorganisaties en de Pensioenfederatie ineens een ingezonden stuk in Pensioen Pro waarin ze nog eens stelden dat het nieuwe stelsel het goede van het oude stelsel bewaart en ook nog eens eerlijker is.

Iedereen gerustgesteld? Nee, natuurlijk niet. Als de regering en de sociale partners alleen maar vaker en harder gaan herhalen dat ze na meer dan tien jaar een historisch akkoord gesloten hebben waar goed is over nagedacht, impliceert dat niet per definitie een goed akkoord. Deze waarschuwing voor tunnelvisie geldt trouwens ook de mensen die alleen maar blijven zeggen dat de verhoging van de rekenrente de enige oplossing is. Iedereen is er vatbaar voor.

Prestige

We zien het ook bij projecten waarin men veel tijd, geld en prestige gestoken heeft en er ondanks het uitblijven van succes maar mee door blijft gaan. Is dit wel verstandig, vragen omstanders. Stop ermee, zeggen steeds meer critici. Maar de betrokkenen zelf zijn geneigd stug door te zetten en te roepen: ‘Bemoei je er niet mee!’ Het staat in de economie bekend als de sunk cost fallacy.

Adri van der Wurff Foto Peter Stralitski

Typerend bij tunnelvisie en sunk cost fallacy is dat de argumentatie steeds meer gericht is op herhaling van oude argumenten, en minder kijkt naar de huidige en toekomstige omstandigheden. Om de stelselherziening te blijven rechtvaardigen worden bovendien oneigenlijke elementen in het spel gebracht. De stelling van de Pensioenfederatie dat de uitkomsten van de Commissie Parameters irrelevant zijn voor de herziening van het stelsel, is natuurlijk niet te toetsen zolang die uitkomsten er niet zijn. Maar de modelgevoeligheden die in de ontwerpwetgeving zitten (rond de netto-profijtmethode, de urm/upp-voorschriften en de vba-methode) maken die uitkomsten wel degelijk erg spannend.

Ook de weigering van de minister om de versoepeling van het indexeren te verlengen is vreemd. Het nieuwe stelsel was toch juist bedoeld om eerder te kunnen indexeren? Haar argument is dat het niet mag van de huidige wet. Het antwoord daarop is dat er al eerder uitzonderingen gemaakt zijn. Bovendien zou de minister het eerder indexeren (en korten) mogelijk kunnen maken door een relatief beperkte aanpassing van de huidige Pensioenwet. Zo zouden we zowaar een defined- ambition-regeling krijgen, waar eerder Jan Tamerus voor pleitte.

Het gebruik van gelegenheidsargumenten zien we ook in de brief van de sociale partners en de Pensioenfederatie. Zij spreken over een eerlijker stelsel. Maar ze leggen niet uit wat ze daaronder verstaan. De cijfers die de minister verstrekte aan de Kamer zijn afkomstig van fondsen die door de sociale partners worden bestuurd en die zijn aangesloten bij de Pensioenfederatie. Die cijfers laten zien dat de grootste afwijkingen tussen het huidige en het nieuwe stelsel bij jongeren voorkomen. Zij gaan in het goedweerscenario kans maken op een pensioen dat zes- tot zelfs achtmaal zo hoog is als hun huidige toezegging – en vele malen hoger dan de andere leeftijdsgroepen in het stelsel. Is dat eerlijk? Solidair?

Niet weggewerkt

Deze effecten kunnen natuurlijk weggewerkt worden met alle toedelings- en uitnameregels waarin de wet voorziet. Maar mij valt op dat die verschillen helemaal niet weggewerkt zijn. Blijkbaar is het echt zo bedoeld, door de fondsen en door de minister. Eerder trof ik al dergelijke buitengewoon hoge resultaten voor jongeren aan in een risicopreferentieonderzoek. Blijkbaar is dit wat men eerlijker vindt, zonder uit te leggen waarom.

In de open brief schrijven de sociale partners en de Pensioenfederatie ondertussen dat andere oplossingen, zoals aanpassing van de rekenrente, nieuwe problemen opleveren voor de verdeling tussen leeftijdsgroepen. Terwijl uit gegevens van hun eigen fondsen blijkt dat het nieuwe stelsel dit ook doet, en misschien nog wel sterker.

De Tweede en Eerste Kamer vellen het uiteindelijke oordeel over het wetsvoorstel, op de manier en met de informatie die de Kamerleden daarbij nodig achten. Econometrist en pensioenspecialist Pieter Omtzigt weet prima welke informatie belangrijk is, en hij kent bovendien het belang van tegenmacht, wat Jaarsma en de sociale partners daar ook van vinden.

Uit handen geven

Meer in het algemeen moeten de oorspronkelijke partijen bij het pensioenakkoord het project uit handen geven. De beoordeling of ermee doorgegaan moet worden, ligt nu bij anderen. Niet bij de pensioenfondsdeelnemers: zij kunnen nauwelijks collectief en zeker niet individueel bezwaar maken tegen de overgang naar het nieuwe stelsel.

Vanwege dat grote en onmondige belang van alle deelnemers, jong en oud, slapend of actief, is het cruciaal dat er door kritische mensen gekeken wordt naar scenario’s waarin het tegenzit of echt fout kan gaan. Deze tijd vraagt daar zeker om. Het is in ieders belang te onderzoeken of we op het punt staan een tunnel in te rijden die vooral naar ellende voert. Dan zijn namelijk de nu al gemaakte kosten maar een schijntje van wat we te verliezen hebben.

Adri van der Wurff is voormalig pensioenbestuurder