Direct naar inhoud

‘Rentedip scenariosets verstoort compensatie doorsneesystematiek’ — artikel bevat een betaalmuur

Dit artikel heeft een betaalde toegangsblokkering, wat betekent dat een deel van de inhoud pas kan worden gelezen als u bent ingelogd en een geldig abonnement heeft.

Geplaatst in genre: Geplaatst in sectie:
Geschreven door:
Gepubliceerd op: 7 mei 2024

Minister Schouten twijfelt niet aan de juistheid van DNB-scenariosets, ondanks een opvallende rentedip in de eerste jaren. Maar Aon voorspelt dat bijna-gepensioneerden hierdoor te veel doorsneecompensatie ontvangen.

Schouten gaf eind april antwoord op Kamervragen over een rentedaling in de ‘P-scenariosets’ van DNB. Pensioenfondsen gebruiken deze sets, met honderdduizend economische scenario’s, onder meer voor berekeningen van verwachte uitkeringen en doorsneepremiecompensaties.

Minister Carola Schouten beantwoordt vragen in de Tweede Kamer. Foto Dijkstra/ANP

De P-scenariosets, die DNB elk kwartaal publiceert, gaan sinds begin 2023 uit van een korte maar hevige daling van de rente in het eerste jaar, constateerde NSC-Kamerlid Agnes Joseph. De set van het eerste kwartaal van 2024 begint met een eenjaarsrente van 3,3%. Maar begin 2025 is de eenjaarsrente -0,2%, om begin 2026 op 1,3% te staan. Dit zijn de gemiddeld geprojecteerde rentes uit honderdduizend scenario’s. Alle andere looptijden tot en met honderd jaar laten ook zo’n rentedip zien.

Modelexperts als Bob Galesloot (zelfstandig adviseur) en actuarissen als Jacintha van Bijnen (Aon) hebben moeite met deze rentedip. De scenariosets geven in hun ogen een onrealistisch beeld. Zij sluiten de gemiddelde projectie dat de eenjaarsrente dit jaar zal dalen naar -0,2% niet uit, maar achten zo’n daling verre van plausibel. De set van begin 2023 ging eveneens uit van een gemiddeld sterk dalende eenjaarsrente, en dat is evenmin uitgekomen. Er zit volgens de experts te veel ruis tussen model en praktijk.

Overeenstemming

Minister Schouten bevestigt in haar antwoorden aan de Tweede Kamer dat de P-scenariosets een rentedip tonen. Volgens haar vloeit dit voort uit het advies van de commissie Parameters uit 2022. Die heeft besloten dat de P-sets in overeenstemming moeten zijn met de Q-sets, de scenariosets waarmee onder meer het nettoprofijt wordt berekend. Daardoor heeft ‘informatie die besloten ligt in actuele marktrentes impact op de toekomstige renteontwikkeling, waardoor er in het begin van de P-set scenariodips te zien kunnen zijn’, aldus de minister.

De minister stelt verder dat ‘de commissie Parameters een onafhankelijk en stevig onderbouwd advies heeft uitgebracht over onder meer deze scenariosets. Ik zie dan ook geen reden om te twijfelen aan de correctheid.’

Volgens Schouten kan ook niet worden gesteld, zoals in de Kamervragen wordt beweerd, dat het verwachte pensioen voor een dertigjarige deelnemer 2,5 keer zo risicovol is geworden na toepassing van de set van begin 2024, in vergelijking met gebruik van de set van begin 2023. ‘Pensioenbedragen in diverse scenario’s zijn sterk afhankelijk van fondsspecifieke keuzes (…). Denk aan het beleggingsbeleid, toedeelregels, de inrichting van de solidariteitsreserve en vormgeving van de uitkeringsfase.’

Compensatie

Van Bijnen (Aon) vindt de antwoorden van Schouten weinig concreet. Volgens de actuaris heeft de rentedip nu al veel invloed op berekeningen voor de transitie naar het nieuwe stelsel. ‘Bijvoorbeeld in berekeningen over de compensatie voor bijna-gepensioneerden, vanwege de afschaffing van de doorsneesystematiek. Die compensatie valt door de rentedip, die in de scenario’s vlak voor hun pensioen plaatsvindt, een stuk hoger uit. Dit komt doordat de inkoop van pensioen bij een lage rente duurder uitvalt. Daarmee stijgen ook de kosten van compensatie bij een dalende rente.’

Van Bijnen: ‘Bij werkgevers die bij een verzekeraar of ppi zitten en recent zijn overgestapt op een vlakke premie, heb ik gezien dat de compensatie duizenden euro’s per jaar hoger uitvalt voor deelnemers die drie tot vier jaar voor hun pensioen staan. Bij jongere deelnemers is het effect kleiner, omdat de rente in de P-sets na de aanvankelijke dip weer stijgt. Bij werkgevers vallen de recente berekeningen rauw op het dak. Twee jaar geleden was er nog geen rentedip in de P-set, waardoor de compensatielast veel lager uitviel.’

Eerbiedigende werking

Werkgevers hoeven voor bestaande werknemers niet per se over te stappen op een vlakke premie. Ze kunnen ook de huidige stijgende premie houden, door gebruik te maken van de zogeheten eerbiedigende werking. Werkgevers hoeven zo veertigplussers niet te compenseren voor de gemiste premie-inleg over de komende jaren. De vlakke premie geldt dan alleen voor nieuwe werknemers.

Toch raadt Van Bijnen toepassing van eerbiedigende werking over het algemeen af. ‘Je krijgt dan twee pensioenregelingen binnen één bedrijf, terwijl veel werkgevers juist de afgelopen jaren hebben ingezet op het terugbrengen van het aantal regelingen binnen de onderneming.’

Een werkgever krijgt het volgens Van Bijnen ook moeilijker om jonge werknemers vast te houden, omdat hun premie in een staffel veel lager ligt dan bij een bedrijf in dezelfde sector dat al wel is overgestapt op een vlakke premie. ‘Daarbij is het onzeker of een verzekeraar of ppi bij verlenging van het uitvoeringscontract nog wel dezelfde premiestaffel wil aanbieden. Als die aanstuurt op een andere staffel, moet een werkgever de regeling alsnog herzien.’

Volgens de actuaris hebben diverse werkgevers die duizenden euro’s per bijna-gepensioneerden ook daadwerkelijk toegezegd, als jaarlijkse compensatie in het salaris. ‘De rentedip heeft echt impact in harde euro’s. Voor bijna-gepensioneerden is zo’n hoge compensatie goed nieuws, maar jongere werknemers zijn de dupe. Werkgevers hebben een bepaalde loonruimte in gedachten. Als ze meer kwijt zijn aan pensioen, dan is er minder geld voor loonstijgingen en andere arbeidsvoorwaarden.’

Bij pensioenfondsen hebben jongere werknemers ook nadeel van een te hoge compensatie voor bijna-gepensioneerden, stelt van Bijnen. ‘Daar zal de compensatie vooral komen uit de dekkingsgraad. Die taart kun je maar één keer verdelen. Als ouderen meer krijgen, dan blijft er minder over voor jongeren. Ik vraag mij af of er zo wel sprake is van evenwichtige belangenbehartiging.’

Volgens de actuaris is de rentedip ook relevant voor de maatstaven die pensioenfondsen hanteren rond hun risicohouding. ‘Als zij deze vooraf vastlegde grenzen overschrijden, dan moeten zij hun beleggingsbeleid wijzigen. Ik heb voorbeelden gezien waarin de grenzen vanwege de rentedip worden overschreden. Toch besluiten pensioenbestuurders niet direct actie te ondernemen, omdat ze vrezen in volgende jaren, als de rentekrater minder hoog uitpakt of zelfs helemaal is verdwenen, de aanpassing weer terug te moeten draaien.’

Jeroen Koopmans van Bell bevestigt dat de rentedip ertoe leidt dat de tarieven voor de inkoop van pensioen fors stijgen. Hij wijst er echter ook op dat de meeste pensioenfondsen het beschermingsrendement voor bijna-pensioengerechtigden al hoog hebben ingezet (80% tot 100%). Daardoor zijn zij minder gevoelig voor renteschommelingen. De compensatie kan volgens hem zelfs eerder te laag uitpakken voor deze groep, omdat het verwachte aandelenrendement in het eerste jaar bijna 10% is.

Eigen scenarioset

Van Bijnen wijst erop dat werkgevers de P-scenariosets ook kunnen negeren en mogen kiezen voor een eigen set. Bijvoorbeeld de scenarioset van hun eigen consultant, waarin de ruis van de rentedip is gecorrigeerd. ‘Toch zijn ze terughoudend met afwijken van de DNB-scenariosets, omdat ze dan ook moeten uitleggen waarom zij daarvan zijn afgestapt. Werkgevers zitten niet te wachten op discussies met bijvoorbeeld de ondernemingsraad hierover.’

De actuaris vindt dat er in Wtp-berekeningen te veel wordt vertrouwd op modellen en niet op het gezonde verstand. ‘Op basis van dat laatste zou het logisch zijn vreemde elementen als een rentedip uit de scenariosets te halen. Modellen zijn een hulpmiddel. Nooit de absolute waarheid.’

Vorig jaar waren consultant Koopmans (Bell) en Agnes Joseph, toen nog actuaris bij Achmea, ook al kritisch over de P-scenariosets van DNB. Die zouden volgens hen leiden tot te rooskleurige berekeningen voor het te verwachte pensioen. Joseph, die als Kamerlid de vragen over de rentedip namens NSC indiende, antwoordde niet op een verzoek om een reactie.

Nog geen toegang? Abonneer u op Pensioen Pro en krijg:

  • Onbeperkt online toegang tot pensioenpro.nl
  • Dagelijks het laatste pensioennieuws, achtergronden en opinie in uw inbox
  • Jaarlijks vier keer Pensioen Pro Magazine (inclusief de Vermogensbeheergids) in de bus
  • Volledig archief van Pensioen Pro en IPNederland vanaf 2009

U moet ingelogd zijn en een geldig abonnement hebben om een reactie te mogen plaatsen.